Van Dongen en Amundsen

Poolreiziger en volksheld Sjef van Dongen

J.M.A.C. van Dongen – roepnaam Sjef – zat van 1956 tot 1967 in de Tweede Kamer voor de Katholieke Volkspartij (KVP). Hij sprak vooral over de binnenscheepvaart, Zeeland en visserijzaken. Tijdens de Bezetting was hij een van de leiders van het verzet in Zeeuws-Vlaanderen. Van 1945 tot 1962 was hij burgemeester van Aardenburg en daarna tot 1970 lid van gedeputeerde staten van Zeeland. Hij stierf in 1973. Van Dongen werd in 1928 in één klap wereldberoemd dankzij een reddingstocht op de Noordpool.

Arbeider op Spitsbergen

Hij was toen 22. Vijf jaar daarvóór was hij zijn vader achterna gereisd die magazijnmeester van de Rotterdamse mijnbouwmaatschappij Nespico was, gevestigd op Spitsbergen. In 1926 werd het bedrijf tijdelijk stilgelegd. Sjef bleef achter om de mijn te bewaken. Van Dongen was een boomlange, sportieve man, die uitstekend met sleehonden overweg kon. Hij kende de uitgestrekte ijsvlakte als geen ander.

Zoektocht naar Italiaanse zeppelin

Op 26 mei 1928 kreeg hij van de Noorse gouverneur van Spitsbergen het verzoek of hij wilde meehelpen aan de zoektocht naar de zeppelin Italia van de Italiaanse poolreiziger Umberto Nobile. Op de terugweg van een reis naar de Noordpool was de Italia op het pakijs gecrasht. De gondel met acht opvarenden was afgerukt en op een drijvende ijsschol achtergebleven. Van Dongen ontving pas op 14 juni bericht dat hij mocht uitrukken. De trotse Italianen – op de voet gevolgd door de wereldpers – wilden kennelijk niet door Noren of Russen worden gered. Drie dagen later trok Van Dongen er op uit met de Noorse poolreiziger Varming en kapitein Sora, een Italiaanse Alpenjager.

Stervende sledehonden

Allerlei reddingsoperaties vulden wekenlang de krantenkoppen. Ook de beroemde Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen hielp mee. Zijn vliegtuig verongelukte en hij is nooit teruggevonden. Van Dongen beschreef zijn tocht in Vijf jaar in ijs en sneeuw. Een voor een stierven zijn sledehonden. Prins en Bruno bezweken op 26 juni aan uitputting. Van Dongen voerde de kadavers aan de overgebleven honden. De volgende dag stierf Polle, die in zee werd gegooid, en op 28 juni Vigo, die door de rest werd opgegeten. Later werd ook Hans aan de troep gevoerd.

Niets gevonden

Op 4 juli was het eten van Van Dongen en Sora op. Tiger moest worden geslacht en op 10 juli volgde Bernard. De eerste twee dagen werd 220 kilometer afgelegd. Varming werd sneeuwblind en haakte af. Van Dongen en Sora trokken het pakijs in. De Italiaan raakte onder het ijs, maar werd er door Van Dongen uitgetrokken. Op 8 juli bereikten de twee de plek waar Nobile zich zou bevinden, maar er was niets te zien. Vijf dagen later werden ze op het nippertje door vliegtuigen gered. De laatste honden – Nero en Izaak – moesten worden achtergelaten.

Nationale held

De overlevenden waren één dag eerder door een Russische ijsbreker opgepikt, vanaf een andere locatie. Van Dongens expeditie was dus mislukt, maar Nederland snakte naar een held. De berichtgeving over de Italia viel samen met de Olympische Spelen in Amsterdam, een periode waarin de nationale trots flink was opgestuwd. Op 14 augustus keerde Van Dongen in Rotterdam terug, waar hij als een filmster werd onthaald. Hijzelf bleef er nuchter onder.

Werk bij terugkeer

Na zijn terugkeer werd Van Dongen eerst verkoper van Philips, daarna de exclusieve vertegenwoordiger van Sanovite, een product van de LiGa-fabriek, die in 1928 naam had gemaakt met het sturen van duizenden ‘Ha Ho-biscuits’ naar Spitsbergen, als voedselhulp voor Nobile! De Nespico ging in 1932 failliet. Het drama met de Italia werd in 1969 als The red tent verfilmd, met Peter Finch als Nobile en Sean Connery in de rol van Amundsen.

Van Dongen

Van Dongen hield honderden lezingen. Een deel van het geld dat hij daarvoor kreeg, bestemde hij voor de bouw van een sportpark in Aardenburg. De locale tennisclub heet nog altijd SJEF: Steeds Jong En Fit. Het originele dagboek van Van Dongen was tot 14 juni 2009 in het Zeeuws maritiem MuZeeUm in Vlissingen tentoongesteld. In augustus 2009 begint een grootscheepse zoektocht naar de resten van Amundsen.

Artikel geschreven door:  Mr. dr. J. van Merriënboer, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Radboud Universiteit.

Artikel afkomstig van:

De portretten in de Curiositeitenkamer zijn geschreven door medewerkers van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG).

Het CPG, gevestigd te Nijmegen, is een samenwerkingsverband van de Radboud Universiteit en de Stichting Parlementaire Geschiedenis te Den Haag. Het Centrum doet wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de parlementaire geschiedenis van Nederland na de Tweede Wereldoorlog.

In de Curiositeiten Kamer wordt tweewekelijks een kleurrijk Kamerlid geportretteerd. De rubriek verschijnt zowel op de website van het CPG als op IsGeschiedenis.nl en dit artikel verscheen eerder in Openbaar Bestuur (8-2009). Meer informatie over het CPG

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt