Scheurbuik roeide twee miljoen zeelieden uit
Scheurbuik is lang niet meer zo’n gevreesde ziekte als vroeger. Maar ooit was scheurbuik een grote angst voor de mensen die een lange reis voor de boeg hadden. Tussen 1500 en 1800 stierven ongeveer twee miljoen zeelieden aan scheurbuik. Hierdoor gingen reders ervan uit dat vijftig procent van hun bemanning zou overlijden tijdens een grote zeereis. Tegenwoordig maken wij ons niet meer zo druk om de ziekte. Maar wat was de oorzaak van de ziekte? En hoe is scheurbuik eigenlijk bestreden?
Scheurbuik was een groter gevaar voor zeelieden dan stormen, schipbreuk of andere ziektes. Het is een van de oudst bekende ziektes die veroorzaakt werden door een gebrekkig dieet. Scheurbuik werd veroorzaakt door gebrek aan vitamine C. We kunnen door veranderingen aan de botten van lijken zien hoe lang scheurbuik al heeft bestaan. Het oudst gevonden lijk dat aan scheurbuik heeft geleden was dat van een kind uit het oude Egypte. Dit lijk werd begin 2016 op een begraafplaats gevonden ten noorden van Aswan. Het kind had ergens tussen 3800–3600 v.Chr. geleefd. De Griekse arts Hippocrates (die tussen ca. 460 – 370 v.Chr. leefde) omschreef de ziekte voor het eerst.
De symptomen van scheurbuik beginnen met vermoeidheid en stijve gewrichten. Wanneer de ziekte verder ontwikkelt verschijnen er symptomen zoals het opzwellen en bloeden van het tandvlees, loskomende tanden, bloeduitstortingen en geelzucht. Wanneer het slachtoffer niet op tijd genoeg vitamine C binnenkrijgt zal hij of zij uiteindelijk aan scheurbuik overlijden. Dit zal waarschijnlijk komen door een plotselinge bloeding dichtbij de hersenen of het hart.
De zeereis van George Anson
Een welbekend verhaal over de effecten van scheurbuik gaat over de bemanning van George Anson. Scheurbuik sloeg toe op de bemanning van George Ansons tijdens een lange zeereis. Anson was een Britse kapitein die van 1740-1744 een wereldreis maakte. Anson nam zes schepen mee tijdens zijn zeereis. Zijn doel was om Spaanse dorpen aan te vallen en Spaanse zilverschepen te kapen.
Anson kreeg niet veel steun tijdens zijn missie. Hij hoorde met 2000 bemanningsleden uit te varen, maar kwam toen hij zou vertrekken nog steeds honderden mannen tekort. De Engelse Royal Navy loste dit op door de oude veteranen van het Chelsea Hospital te ontslaan en gedwongen aan te laten monsteren bij Ansons bemanning. Veel van de veteranen hadden echter geen vertrouwen in de goede afloop van de gedwongen reis en degenen die gezond genoeg waren deserteerden, waardoor Anson nog steeds een bemanningstekort had. Om alsnog aan 2000 man te komen leverde de marine 210 jonge, onervaren matrozen.
Doordat de voorbereiding van de zeereis zo lang duurde, had de bemanning al maanden geen vers fruit of groente gegeten. De marine wist dat de bemanning daardoor gevaar liep scheurbuik op te lopen. Daarom kreeg de bemanning behandelingen met azijn en ‘’het elixir van vitriool’’, wat een mix van zwavelzuur en alcohol was. Ansons zes schepen werden tijdens de reis getroffen door stormen die wel drie maanden duurden. De vloot van Anson werd daardoor volledig uiteen geslagen. Een groot deel van de bemanning kwam om bij de stormen, waardoor twee schepen zich als gedwongen zagen land op te zoeken. Ook Ansons schip The Centurion had veel schade opgelopen. Maar de scheurbuik zou veel meer schade veroorzaken.
Grote verliezen door scheurbuik
De bemanning kreeg bloeduitstortingen en zelfs oude wonden gingen weer open. De matrozen die nog in leven waren, verkeerden in zo'n slechte toestand dat zij de overledenen niet eens overboord konden gooien. De overgebleven schepen zouden weer samenkomen bij de Chileense Juan Fernández-archipel. The Centurion had nog maar zeventig zeelieden over die konden varen. De drie schepen hadden samen een oorspronkelijke bemanning van 1200, slechts 335 hiervan hadden het overleefd. Aan het eind van hun zeereis waren er nog maar 227 mannen over, van een bemanning van 2000.
Op 20 juni 1743 kaapte de bemanning eindelijk een Spaans galjoen dat schatten meedroeg. De Engelse marine zag de missie daarom als een succes. George Anson werd zelfs na het rampzalige verlies van zijn bemanning in 1751 Eerste Lord van de Admiraliteit.
Het geneesmiddel voor scheurbuik
In 1747 ontdekte de Schotse James Lind dat het eten van sinaasappel en citroen hielp bij het genezen van scheurbuik. Dit "geneesmiddel" werd echter niet gelijk effectief gebruikt. Het Verenigd Koninkrijk verving sinaasappels en citroenen met limoenen en kookte deze in potten. Jammer genoeg waren deze potten vaak van koper gemaakt. Het gebruik van koperen potten bij het koken verminderde de hoeveelheid vitaminen van de limoenen. En vitamine C was uiteindelijk juist hét geneesmiddel tegen scheurbuik. Hierdoor begonnen mensen te twijfelen aan de effectiviteit van citrusvruchten tegen scheurbuik. Het was pas in 1927 dat Hongaarse biochemicus Albert Szent-Györgyi de oorzaak en het geneesmiddel van scheurbuik definitief vaststelde.
Tegenwoordig is scheurbuik lang niet meer zo aanwezig als vroeger. Maar in ontwikkelingslanden komt het nog steeds voor, voornamelijk bij kinderen die in armoede leven. Gelukkig weten wij inmiddels dat vitamine C van levensbelang is. Zo is scheurbuik niet langer een grote angst tijdens lange zeereizen.
Bronnen:
- Britannica:Scurvy
- Science History Institute:The Age of Scurvy
- AtlasObscura:Scurvy: By the End, Death is a Mercy
Bron afbeelding:
- The National Archives UK [Public domain], via Wikimedia Commons
- Been van een patient met scheurbuik, 1887. St Bartholomew's Hospital Archives & Museum