Wouter Bos
We reden in een geblindeerde auto langs de rand van de afgrond
Aldus Wouter Bos in een interview met het dagblad De Pers over zijn tijd als minister van Financiën in het kabinet Balkenende IV (2007-2010). In de zomer van 2007 begon de financiële markt onrustig te worden, een kredietcrisis was op handen.
In een hoog tempo werden als obligaties verpakte gebundelde hypotheken plotseling minder waard in de Verenigde Staten. Financiële instellingen kampten hierdoor met problemen, er ontstond geldtekort. De interbancaire geldmarkt droogde op, banken leenden elkaar geen geld meer en een algeheel gevoel van paniek verspreidde zich in de wereld van het grote geld. De overheid moest snel handelen en een ingrijpen van centrale banken leek noodzakelijk. De man die een crisis moest voorkomen in Nederland, was de Minister van Financiën, de post die op dat moment vervuld werd door Wouter Bos. Op 22 februari 2007 was Bos beëdigd als minister en vicepremier. Naarmate de kredietcrisis ook Nederland trof, probeerde hij, naar eigen zeggen, ‘in control’ te blijven. Zijn eerste beslissing was: Fortis/ABN Amro opkopen, voordat deze bank omviel. in september 2008 werden volgens Bos ‘alleen de gezonde delen’ van de bank voor 16,8 miljard euro opgekocht.
Een tweede actie, om het vertrouwen van spaarders te behouden, was het verhogen van de garantie voor particuliere rekeningen. Tot en met 100.000 euro zou de staat uitkeren aan een rekeninghebbende, mocht zijn bank omvallen. Op deze wijze hoefden spaarders niet te vrezen dat ze geld zouden verliezen. Ook ING kreeg steun van Wouter Bos, middels kapitaalinjecties, zodat ook deze bank niet om zou vallen. Terugkijkend op dergelijke beslissing zegt Bos in de Pers: ‘De controle bestond uit het feit dat je ondanks alles die afgrond niet inrijdt.’ Recentelijk moest Bos zich voor een commissie verantwoorden voor zijn handelingen als minister.
