20 maart jarig: Ovidius
“Als je bemind wil worden, wees dan zelf beminnelijk”. Met zijn gedichten over liefde en erotiek groeide Ovidius snel uit tot één van de voornaamste dichters in het Romeinse rijk. Door deze gewaagde onderwerpen joeg hij echter ook de moraliserende keizer Augustus tegen zich in het harnas en werd hij verbannen uit Rome. Ovidius werd geboren op 20 maart 43 voor Christus.
Publius Ovidius Naso werd geboren op 20 maart in het jaar 43 voor Christus. Zijn vader, een rijke en vooraanstaande Romein, liet hem opleiden in de retorica, om hem zo voor te bereiden op een loopbaan in de politiek en de rechtspraak. Ovidius zelf had echter meer interesse in de emotionele kant van de retorica. Toen hij ongeveer achttien jaar oud was, beëindigde hij daarom zijn studie en legde hij zich volledig toe op het schrijven van gedichten, tot groot ongenoegen van zijn vader.
Op achttienjarige leeftijd reciteerde Ovidius zijn eerste eigen werk en hij groeide al snel uit tot een voornaam persoon binnen de hogere Romeinse kringen. Zo maakten onder andere de dichters Propertius en Horatius deel uit van zijn vriendenkring. In tegenstelling tot zijn beroemde tijdsgenoot Vergilius, die vooral moraliserend was, richtte Ovidius zich op het schrijven van erotische gedichten. Zo behaalde hij succes met de ‘Amores’, een reeks gedichten aan een geliefde genaamd Corinna, en de ‘Ars Amatoria’, een lesboek over de verleiding en de intrige, dat tevens een parodie was op de didactische literatuur.
In 8 na Christus voltooide Ovidius zijn belangrijkste werk, de Metamorphoses, een overzichtswerk van alle belangrijke Griekse en Romeinse mythen tot aan de dood en vergoddelijking van Julius Caesar. In datzelfde jaar werd hij echter ook uit Rome verbannen door keizer Augustus, naar eigen zeggen vanwege ‘een gedicht en een foutje’. Een echte reden voor de verbanning is er nooit gevonden, maar mogelijk was de moraliserende Augustus niet te spreken over de erotische aard van de gedichten van Ovidius.
Ovidius kwam uiteindelijk terecht in Tomis (het huidige Roemenië), waar de dichter zich aanvankelijk absoluut niet thuis voelde. Zo dichtte hij in zijn ‘Tristia’ over zijn eenzaamheid en verdriet en bestaat zijn ‘Epistulae ex Ponto’ uit een reeks brieven aan mensen in Rome, waaronder Augustus, met verzoeken om hem terug te laten keren naar Rome. Ovidius kreeg echter geen vergiffenis en overleed op 20 maart van het jaar 17 of 18 in Tomis.