Een kaart van de Duitse cartograaf martin Waldseemüller

De geschiedenis van de cartografie

Trending – In november 2017 maakte de NOS bekend dat een van de eerste landkaarten van Australië is hersteld. De zwaar beschadigde landkaart dateert uit 1663 en is gemaakt door de Nederlandse cartograaf Joan Blaeu. De geschiedenis van de cartografie begon al voor de jaartelling.


De oudst bekende topografische kaart stamt uit ongeveer 2.500 voor Christus en werd gemaakt door de Egyptenaren. Deze zogeheten ‘Papyrus van Turijn’ toonde de route naar een bekende steengroeve en werd vermoedelijk gebruikt om zandsteen te verzamelen voor de standbeelden van farao Ramses IV. Rond de vijfde eeuw voor Christus creëerden de Babyloniërs vervolgens de eerste wereldkaart. Het ging hier echter om een grotendeels symbolische weergave, waarbij onder meer de Egyptenaren en de Perzen bewust niet werden afgebeeld.


Wereldbeeld in de Griekse beschaving


De oude Grieken baseerden hun wereldbeeld aanvankelijk grotendeels op de geschriften van de dichter Homerus. Hij zag de aarde als een platte ronde schijf, omringd door een grote en voortdurend stromende rivier, de ‘Oceanus’. In het centrum van de wereld lag Griekenland, terwijl de randen van de schijf bevolkt werden door vreemde en barbaarse volkeren. Deze ideeën werden onder meer overgenomen door de Griekse wetenschapper Hekataeus (circa 500 v. C) en de Griekse historicus Herodotus (440 v. Christus), die soms de meest vreemde dingen beschreven. Zo meende Herodotus dat er in India behaarde mieren leefden die zo groot werden als een vos en die regelmatig kuilen groeven op zoek naar goud.


Erastosthenes berekent omtrek nauwkeurig


Onder invloed van de filosoof Aristoteles (384 - 322 voor Christus) raakten de Grieken geleidelijk aan steeds meer overtuigd dat de wereld rond was. Zo slaagde de briljante geograaf Erasthosthenes (circa 276 v.C - 194 v.C) er rond de 3e eeuw voor Christus in om de omtrek van de aarde tot op een half procent nauwkeurig te berekenen. Hij deed dit door op verschillende plekken de lengte van de schaduwen op te meten en deze vervolgens met elkaar te vergelijken.


Geographia


De Griekse wiskundige Ptolemaeus (87 n.C -150 n.C) maakte later handig gebruik van dit rekenwerk bij de opstelling van zijn Geographia. Dit was een achtdelige atlas waarbij voor het eerst gebruik werd gemaakt van lengte- en breedtegraden. Toch was het werk van Ptolemaeus nog lang niet nauwkeurig. Zo dacht de geograaf dat Eurazië maar liefst 50 procent van het aardoppervlak omvatte, met als gevolg dat Christoffel Columbus (1451-1506) ruim veertien eeuwen later nog steeds dacht dat hij eenvoudig via het westen naar Indië kon varen.


Mappa mundi


In de loop der eeuwen konden de cartografen met behulp van de kennis van handelaren en ontdekkingsreizigers een steeds beter beeld van de aarde vormen. Zo werden er in de middeleeuwen in totaal ruim 1.100 mappa mundi gemaakt en slaagde de Arabische geograaf Muhammad al-Idrisi er in 1154 met zijn Tabula Rogeriana in een uiterst gedetailleerde wereldkaarten te creëren. Perfect waren deze wereldkaarten echter nog niet. Zo was het onder cartografen gebruikelijk om delen van elkaars werk te kopiëren, met als gevolg dat veel ‘spookeilanden’ bleven bestaan. Daarnaast vulde men de onbekende plekken op de kaart nog steeds in met allerlei monsters en mythische wezens. Zo stond op de rand van de Lenox globe uit 1510 te lezen ‘HC SVNT DRACONES’, ofwel ‘Hier zijn draken’.


Universalis Cosmographia


Pas met de toename van het aantal grote ontdekkingsreizen in de 15e en 16e eeuw werd deze ‘Terra Incognita’ (onbekende aarde) steeds verder ingevuld. Zo presenteerde de Duitse cartograaf Martin Waldseemüller in 1507 de Universalis Cosmographia, de eerste wereldkaart die melding maakte van het continent ‘America’.


Mercatorprojectie en de Atlas


de Vlaamse cartograaf Gerard Mercator (1512-1594) maakte in 1536 de eerste globe. Daar bleef het niet bij, want hij maakte ook veel kaarten. Inspiratie deed hij op tijdens zijn vele wereldreizen. In 1569 ontwikkelde hij een techniek waarmee de aardbol werd vertaald naar een plat vlak. Lengte- en breedtegraden konden eenvoudig worden getekend. Deze uitvinding werd bekend als de mercatorprojectie. Veel zeevaarders waren blij met de uitvinding, omdat zij afstanden rechtstreeks met een passer konden meten. In datzelfde jaar verscheen de wereldkaart van Mercator. Zijn informatie was afkomstig van Spaanse en Portugese zeevaarders, die als geen ander de zeeroutes kenden. In 1595 overleed Mercator, maar dit betekende nog niet het einde van zijn uitvindingen. In 1596 kwam "de Atlas" uit. Dit tweedelige levenswerk bevatte een groot chronologisch overzicht van kaarten en teksten.


 


Dit artikel verscheen eerder op IsGeschiedenis en is aangepast naar aanleiding van de actualiteit.


Afbeelding:


Martin Waldseemüller [Public domain], via Wikimedia Commons


Bronnen:


 

Leestips-Boeken

 

Titel: regio's en steden. Delflands kaarten belicht
Redactie: C.G.D. de Wilt , G.J. Klapwijk , J.D. van Tuyl en A.C. Ruseler
ISBN: 9065500944
Uitgever: Verloren
Prijs: € 37,-

 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.