12 februari jarig: Keizer Franz II van Habsburg-Lotharingen

Franz Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen treedt onder druk van anti-aristocratische bewegingen en de Napoleontische oorlogen in 1806 af en is daarmee de laatste keizer van het Heilige Roomse Rijk. In datzelfde jaar laat hij zichzelf kronen tot koning Franz I van Oostenrijk. Franz Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen werd geboren op 12 februari 1768 in Florence.

Leopold II, de vader van Franz, was groothertog van Toscane. Franz groeide in Florence onbezorgd op. Al op jonge leeftijd wist zijn familie dat hij troonopvolger zou worden van zijn kinderloze oom Jozef II. In 1784 werd hij daarom naar het hof in Wenen gestuurd om zich voor te bereiden op zijn toekomst. Daar werd hij streng opgevoed en onderwezen door zijn oom, die Franz maar een verwend moederskindje vond. Jozef II zorgde ervoor dat zijn opvolger geïsoleerd opgroeide, omdat hij zo zou leren ‘voor zichzelf te denken’. Aan het einde van zijn opvoedingstraject werd Franz naar Hongarije gestuurd om in dienst te gaan bij het leger.

Keizer van het Heilige Roomse Rijk

Jozef II overleed in 1790 en zijn broer Leopold II volgde hem op. Kort daarna werd Leopold ziek en in 1792 stierf hij op 44-jarige leeftijd. De 24-jarige Franz had niet verwacht zo snel de troon te moeten bestijgen. Hij werd keizer van het Heilige Roomse Rijk, koning van Bohemen en Hongarije en aartshertog van Oostenrijk. Hij voelde zich bedreigd door de antimonarchale standpunten van de Franse Revolutionairen. Toen Napoleon Bonaparte in 1806 de Slag bij Austerlitz won moest hij onder druk van Napoleon grote delen van het Heilige Roomse Rijk afstaan. De situatie werd onhoudbaar en Franz II besloot op 6 augustus 1806 af te treden als keizer en in plaats daarvan zichzelf te laten kronen tot Keizer Franz I van Oostenrijk.

Oorlog tegen Napoleon

Hierdoor sloot Oostenrijk zich uiteindelijk in 1813 aan bij Engeland, Rusland, Pruisen en Zweden in de oorlog tegen Napoleon. Uiteindelijk speelde Franz een grote rol bij het verslaan van Napoleon en slaagde hij erin veel verloren gebieden terug te krijgen. Hij stond bekend als een wantrouwig persoon, maar was desondanks erg gesteld op zijn familie. In zijn testament gaf hij zijn opvolger Ferdinand I de opdracht om de eenheid in de familie koste wat kost te bewaken. Op 2 maart 1835 stierf Franz II te midden van zijn familie. Zijn lichaam werd bijgezet in de Kapucijner Grafkelder in Wenen.