Fantoomtijd-theorie: de verzonnen eeuwen

We leven op dit moment in het jaar 1716. Karel de Grote, koning van de Franken, die heeft nooit bestaan, en de stichting van het islamitische kalifaat door de profeet Mohammed tussen 622 en 632, dat heeft nooit plaatsgevonden. Tenminste, dat stellen de aanhangers van de zogeheten Fantoomtheorie. Volgens hen is 297 jaar uit onze geschiedenis, de periode tussen 614 tot 917, namelijk verkeerd gedateerd of zelfs compleet verzonnen.

Tijdens de grondige bestudering van een aantal middeleeuwse bronnen viel de Duitse historicus en germanicus Heribert Illig iets opmerkelijks op. Veel kerkelijke documenten - die later belangrijke vervalsingen bleken - waren al eeuwen voordat ze nuttig waren opgesteld. Zo werd de Donatio Constantini, de oorkonde die een grote rol speelde tijdens de Investituurstrijd van de 11e en 12e eeuw, vermoedelijk al rond de 8e eeuw vervalst. Maar waarom zou de katholieke kerk valse documenten opstellen die pas eeuwen later bruikbaar werden? Had een geestelijke uit de 8e eeuw de beschikking gehad over een wel heel vooruitziende blik, of was er hier iets anders gaande?

Gregoriaanse kalender

Gregorius XIII, de paus verantwoordelijk voor de Gregoriaanse kalenderhervormingToen Illig verder ging zoeken, kwam hij al snel meer afwijkingen tegen. Een daarvan hield verband met de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582. Deze kalender was een aanpassing op de Juliaanse kalender uit het jaar 45 voor Christus, die door een kleine onnauwkeurigheid in de loop der eeuwen enorm scheef was gaan lopen. Een Juliaans jaar was namelijk precies 10,8 minuten te lang, met als gevolg dat men in 1582 al meer dan een week achter liep op de zonnecyclus.

Om dit te compenseren ging de Gregoriaanse kalender in 1582 van donderdag 4 oktober naar vrijdag 15 oktober, een sprong van tien dagen. Volgens Illig klopte dit echter niet, want als de invoering van de Juliaanse kalender 1600 jaar geleden was, dan moest de achterstand in 1582 geen tien maar dertien dagen bedragen.

Verzonnen eeuwen

Volgens de Duitse historicus was er maar een verklaring mogelijk: ergens tussen 45 voor Christus en 1582 na Christus had de Westerse jaartelling bijna 300 jaar overgeslagen. Na langdurig onderzoek kwam Illig er achter om welke periode het precies ging: 614 – 911. Uit deze ‘donkere jaren’ van de vroege middeleeuwen waren namelijk relatief weinig archeologische vondsten overgebleven. Bovendien was het merendeel van de historische documenten uit deze periode onbetrouwbaar. Zo zou de Frankische koning Karel de Grote niet meer dan een verzinsel zijn geweest om te verklaren waarom de Romeinse cultuur in die periode niet verloren ging.

Islamitische veroveringen

Maar als alle West-Europese geschiedenis tussen 614 en 911 nooit plaats had gevonden, hoe zat het dan met ontwikkelingen in de rest van de wereld? Ook bij die vraag stuitte Illig weer op een aantal opmerkelijke gegevens. Zo bleek uit stadsplattegronden van Constantinopel dat er tussen 558 en 908 vrijwel niets gebouwd was in de Byzantijnse hoofdstad. Daarnaast maakten Perzische geschriften uit het jaar 1010 nog geen enkele vermelding van de islamitische veroveringstochten, die volgens onze jaartelling toch echt begonnen in de 7e eeuw. Kortom, alle andere gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis waren door de Westerse bronnen verkeerd gedateerd, aldus Illig.

Motief

Otto III, de schuldige achter de fantoomtijd-theorie?

Otto III

Er ontbraken echter nog twee puzzelstukje aan de Fantoomtheorie: wie was er verantwoordelijk en wat was het motief? Als schuldige wees Illig naar Otto III, de Duitse koning die regeerde van 983 tot 1002. Volgens de historicus zou Otto gesjoemeld hebben met de jaartelling om ervoor te zorgen dat hij in het heilige jaar 1000 kon regeren. Het gevolg was de verzonnen Europese geschiedenis van de 7e, 8e en 9e eeuw, die in werkelijkheid nooit plaats had gevonden.

Er zijn, sinds de introductie van de theorie in de jaren ’80 en ’90, echter nog maar weinig historici naar voren gekomen die de Fantoomtheorie ondersteunen. Dit komt met name omdat het voornaamste bewijsstuk van Illig – de ontbrekende drie dagen van de Gregoriaanse kalender – vrij eenvoudig te verklaren is. De kalenderhervormers wilden namelijk niet terugkeren naar de telling van 45 voor Christus, maar naar die van 325 na Christus, ten tijde van het concilie van Nicaea. Er was dus helemaal geen sprake van ontbrekende dagen, en dus kan ook de Fantoomtheorie waarschijnlijk wel naar het rijk der fabelen verwezen worden.

Rubrieken: 

Partners: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt