Een kort oponthoud op de weg van Auschwitz
'Waar ben jij eigenlijk op de trein gestapt?' Zoveel stations die niemand zich meer herinnert, zoveel oorden die niet meer bestaan. Zoveel treinen, waartussen je kiezen kan. Zoveel treinen die te vroeg en voor altijd zijn gestopt. Göran Rosenberg was twaalf jaar toen zijn vader zelfmoord pleegde. Zijn ouders hadden Auschwitz overleefd, en waren in Zweden een nieuw bestaan aan het opbouwen.
Maar zijn vader verdroeg dat nieuwe leven niet. Vijftig jaar later gaat Rosenberg op zoek naar die bijna onbekende vader. Het wordt een reis langs zijn jeugdherinneringen, maar ook verder terug, naar het leven van zijn vader in het voormalige getto van Lod, in het werkkamp van de firma Bussing bij Braunschweig, en in het vernietigingskamp Auschwitz. Hij beschrijft deze zoektocht in zijn boek Een kort oponthoud en schept hiermee ‘een beklemmend verhaal over wreedheid en bureaucratische onverschilligheid, maar ook een ontroerende poging om te begrijpen waarom zijn vader hem in de steek liet’ – Laura Starink.
Fragment uit het boek ' Een kort oponthoud'
Dit is wat Zelkowicz vertelt: ‘Moeder en dochter houden elkaar stevig bij de hand en glimlachen, de moeder om te laten zien dat ze geschikt is om te overleven, de dochter omdat ze blij is dat ze naar buiten mag in de zon. De Duitser beveelt de moeder haar dochter mee te geven. De moeder geeft niets mee en blijft glimlachen. Moeder en dochter worden uit de rij gehaald en krijgen drie minuten bedenktijd. Op de seconde af drie minuten. Ook de Duitser glimlacht om de een of andere reden. De buren in de rij beven en trillen – zo discreet mogelijk om niet op te vallen. Na drie minuten moeten moeder en dochter ‘tegen de muur’ en schiet de Duitser hen ieder een kogen in de nek.’ Zelkowicz probeert in woorden te vatten wat er deze dagen in september 1942 in het getto gebeurt, maar twijfelt er wanhopig aan of hij zal worden geloofd. Hij vermoedt dat er over een paar decennia mensen zullen zijn die het zullen afdoen als leugens en bedrog. Dus schrijft hij om de zoveel regels, om als het ware zichzelf in zijn arm te knijpen, dat dit werkelijk gebeurt, dat dit ‘honderd procent waar’ is, dat dit hier en nu voor zijn ogen gebeurt, hoe onvoorstelbaar en absurd het ook mag klinken voor degene die ooit zal lezen wat hij schrijft. Ja, als dat wat er gebeurt ook voor hen die het hier en nu meemaken onvoorstelbaar en absurd zal zijn. Als de enige manier om verder te leven niet te begrijpen is. De mensen in het getto huilen dezer dagen niet als mensen, noteert Zelkowicz. Ze blaffen als honden, huilen als wolven, janken als jakhalzen, brullen als leeuwen. Ze huilen niet als mensen omdat de pijn geen menselijke pijn is waarop je kunt reageren met menselijke tranen.
Meer informatie bij Atlas Contact
En hier te reserveren en bestellen