Zeehelden

Memento Glorie: zeehelden op rijm gezet.

Bij een waterland hoort een vloot. Bij concurrentie hoort oorlog. Bij oorlog horen helden. Een dergelijke gedachtegang leidde tot de verering van een aantal zeelui als zeehelden. Talloze gravures, rijmpjes en liedjes getuigen van deze verering. Binnen de Zeevarende Natie-themamaand mag de bezongen blauwgeruite kiel van De Ruyter en de Zilveren Vloot van Piet Hein niet ontbreken.


Rijmen in de Gouden Eeuw


In de zeventiende eeuw werden zeehelden herdacht in de vorm van prenten. Pamfletten verhaalden over grote militaire successen en in veel gevallen werd de bevelhebbende admiraal vereeuwigd. Het oude pamflet was vaak voorzien van een gravure van de zeeheld, zijn succes werd verklaard in korte stukjes tekst, veelal in rijm. Een pamflet uit de periode 1665-72 beschrijft de daden van de Groninger Egbert Kortenaer op de volgende manier:    Dus treft de konst o Maes, uw admirael naet leven, Van’t laegst in see, door deught en moedt soo hoogh verheven. Erken uw heldt, verminkt aen oogh aen rechterhandt, En echter ‘oogh van ’t zoer, de vuist van’t vaderlandt.    So leefde KORTENAER, de schrik van ’s vyandts vlooten. Hoe diep wierdt door sijn borst de staet in in’t hert geslooten!2306Zeehelden_jv(4) Het publiek krijgt hier een duidelijke opdracht: eer uw held. Bepaalde eigenschappen van Kortenaer waren verder vermeldenswaardig, Kortenaer was van lage komaf en heeft zich als ‘deugend’ zeeman weten op te werken tot admiraal. Lichamelijke verwondingen getuigen van een zware loopbaan vol standvastigheid en trouw aan zijn vaderland; hij was trouw aan de Nederlandse staat. In veel gevallen was het gebruik van dit woord gelijk aan de republikeinse facties. Een andere prent beschrijft de Duits-Nederlandse Jan van Galen:    Dus zietmen GALEN in’t gedrang der Britten woeden. Zoo slaat de Noortsche klip in’t barnen van de vloeden. Hij streeft door moordtgeweer als of hy door natuur. Tot heil van Neederlandt, van yzer. Staal. En vuur. Een dapper oorlogshoost, verstreckt een zeegbaar wapen. Zijn scheepskroon vol lauwrier betaalde hy met bloedt. Toen hem zyn been ontviel, ontviel de Brit zyn moedt: Want hy wierdt heet op wraack. Wie hart heeft mist geen leden. De tucht, beleiyt en kracht, drie zusters die zyn schreden Staagh volghden. Zijn met hem beroemt in’t graf gegaan. Het graf zal vallen, maar zijn krygsroem eeuwigh staan. Het rijmpje beschrijft van Galen’s staat van dienst. Wederom is er aandacht voor de opgelopen verwondingen en de goede eigenschappen van de zeeheld. Dergelijke pamfletten dienden om het bewustzijn aan te wakkeren. Het volk moest weten wat het persoon voor het vaderland had betekend. Ook na de dood werd de held herinnerd: Van Galen’s grafschrift beschrijft de daden van de held en laat hiermee een tastbaar bewijs van eer na.    Hier leit in 't Graf van Eer den dapperen Van Galen, Die eerst ging buit op buit Kastiliën afhalen, En, met een Leeuwenhert, nabij 't Toskaensche strant, De Britten heeft verjaegt, verovert en verbrandt.  


Herhalen in de ijzeren eeuw


De verering van zeehelden bereikten een hoogtepunt in de negentiende eeuw. De opkomst van nationalisme en algemeen onderwijs maakte het mogelijk de verhalen van heldendom te verspreiden onder de hele Nederlandse bevolking. In veel gevallen gaan deze rijmpjes over de bekende zeehelden uit de Tachtigjarige Oorlog en de Gouden Eeuw, deze tijdperken vormden het hoogtepunt van Nederlandse zeevaart. Bekend is het volgende liedje over Piet Heyn, geschreven in 1844 door Jan Pieter Heye. Weergegeven zijn de laatste coupletten:    Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot Zijn daden bennen groot Hij heeft gewonnen de zilveren vloot, Hij heeft gewonnen, gewonnen, de zilveren vloot    Kwam er nu nog eenmaal zo’n Zilveren Vloot Zeg, zou jullie nog zo kloppen? Of zoudt gij u veilig buiten schoot Maar stil in je hangmat stoppen?    Wel, Neerlands bloed, Dat bloed heeft nog wel moed! All bennen we niet groot, All bennen we niet groot, We zouen winnen een Zilveren Vloot, We zouen winnen, nog winnen een Zilveren Vloot. Deze coupletten benadrukken de dapperheid van Nederlanders. Dapperheid bestaat echter niet zonder doorzettingsvermogen. Dit liedje sloeg aan. Tot in de twintigste eeuw werd het gezongen en nog altijd is het niet vergeten.  


Wat de kindertjes leren


Liedjes en rijmpjes, zoals die over Piet Heijn, kwamen vooral tot hun recht in de klaslokalen. Rijmpjes en liedjes vulden vaak de lesmethoden aan in het onderricht van de nationale geschiedenis. De volgende zinsnede komt uit een negentiende-eeuwse prentenboek over Michiel de Ruyter, vervaardigd voor educatieve doeleinden. Weergegeven zijn de laatste twee alinea’s:    Dáár moedigt de Admiraal, in de enge sloep gezeten. Zijn trouwe dappren aan, die van geen wijken weten, Hij leidt hen naar t’ kasteel, bij ’t dondren van t’ kanon. Ziet onzen held: ->> hij kwam, hij zag, hij overwon.    Rust, rust dan zacht, o held! Zoo hoog in de deugd gezeten; Het dankbaar Neerlandsch volk kan nooit uw trouw vergeten: In elk rechtschapen hart vindt gij uwe eerzuil staan… Rust zacht! Uw eedle moed, uw roem zal nooit vergaan.’’ Deze aanstekelijke rijmpjes poogden het onthouden gemakkelijker te maken. Vanzelfsprekend heeft deze lesmethode een ander gevolg: het wordt gemakkelijker anderen te vertellen wat je geleerd hebt, ook buiten school. Op deze manier zou de nationale trots verder reiken. Rijmpjes en gedichten hadden vaak een moralistische boodschap. Zeehelden moesten immers als voorbeeld dienen.  


Zeeheld in wording


In sommige gevallen gaat men terug tot aan de jeugd van de held, zodat het lezende kind kan zien hoe een ware held zich dient te gedragen. Een prent uit de jaren 1840 beschrijft het leven van Jan van Speijk. Van Speijk was immers een ultiem voorbeeld van een moderne zeeheld. Weergegeven staan twee coupletten die verhalen over zijn jeugd:    Ter binnenplaats van ’t armgesticht,    Voor burgerwezen opgericht,    Dacht reeds Van Speyk aan zeemanszaken,    En ’t kinderscheepje schonk vermaken.    Maar als het uur des leertijds sloeg,    Dan was het nooit te laat of vroeg,    Om door des meesters hulp en boeken,    De zeevaartkennis op te zoeken. Het deugdzame kind is enthousiast, een doorgewinterde scheepskapitein. Zijn    aanwezigheid in het armenhuis verraadt een armoedige jeugd. Net als Kortenaer was Jan van Speijk een arm kind dat door vlijtige studie zou uitgroeien tot een Nederlandse zeeheld.  








Titel: Piet Hein en de zilvervloot- Oorlog en handel in de West
Auteurs: Wendy de Visser
ISBN: 9065504540
Uitgever: Verloren
Prijs: €10,-

     


 


De jonge Michiel


De jeugdjaren van Michiel de Ruyter waren minder glorieus. Toch werden ook deze jaren vereeuwigd in een bekend liedje. Hier volgt een kinderliedje over Michiel de Ruyter, uitgegeven in 1909:    In de blauwgeruiten kiel Draaide hij aan ’t groote wiel, den ganschen dag Maar Michieltjes jongenshart leed ondragelijke smart Ach, ach, ach, ach!     Als matroosje vlug en net Heeft hij voet aan boord gezet, dat hoorde zo Naar Oostindie, naar de West, jongens dat gaat opperbest Hojo, hojo, hojo, hojo!     Daar staat Hollands Admiraal Nu een man van vuur en staal, de schrik der zee ’t is een ruiter naar den aard, glorierijk zit hij te paard Hoezee, hoezee, hoezee, hoezee! Er is weinig bekend over de jeugd van Michiel de Ruyter, de tekst van dit liedje mag men dan ook met een korrel zout nemen. Het stereotype waar Michiel op is gebaseerd spreekt voor zich: de hardwerkende Michiel droomt van een leven vol avontuur. Het onstuimig ‘jongenshart’ wil de zee op. Michiel werkte zich op tot aan de hoogste rangen en werd de grootste Nederlandse zeeheld.  


Onbekende held, bekende lied


In de loop van de twintigste eeuw kwam er een einde aan het nationalisme van de negentiende eeuw. Zeehelden zijn echter nooit vergeten. Nog altijd zijn zeehelden als Michiel de Ruyter en Piet Heijn vertegenwoordigd in het geschiedenisonderwijs. In sommige gevallen duikt de herinnering op uit een onverwachte hoek:    Berend Botje ging uit varen    Met zijn scheepje uit Zuid-Laren    De weg was recht, de weg was krom    Nooit kwam Berend Botje weerom.  Weinig mensen zullen dit couplet niet kennen. Het zal velen dan ook verbazen dat dit misschien verwijst naar een zeeheld. Mogelijk verwijst Berend Botje naar de Drentse Lodewijk van der Heiden. Deze zeeheld voer in Nederlandse en Russische dienst en speelde een belangrijke rol in de Griekse onafhankelijkheidsstrijd. Er wordt geredeneerd dat de reis van Berend Botje naar Heiden’s internationale loopbaan refereert. Na het vertrek uit zijn geboortedorp Zuid- Laren keerde Lodewijk, evenals Berend Botje, niet meer terug.  


Levende herinnering


Hoe dan ook, de herinnering bleef levend. Tot op de dag van vandaag is er aandacht voor de zeehelden. Blinde verering is er echter niet meer bij. Het aanzien van Piet Heijn veranderde in dat van een piraat, terwijl de recente verfilming van het leven van Michiel de Ruyter kon rekenen op kritiek. De Nederlandse maritieme identiteit is blijkbaar sterk veranderd, tegelijkertijd is het nooit helemaal verdwenen.

Rubrieken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt