Staatsgrepen in Turkije

Militaire staatsgrepen in Turkije

Op 15 juli 2016 probeerde een deel van het Turkse leger een staatsgreep te plegen. De staatsgreep mislukte mede omdat president Recep Tayyip Erdogan zijn burgers via facetime op een nationale nieuwszender opriep tegen de strijdkrachten in actie te komen. Turkije kent een bewogen geschiedenis van staatsgrepen, sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er vier succesvolle staatsgrepen gepleegd in Turkije.


Staatsgreep van 1960


In 1950 werden er parlementsverkiezingen gehouden in Turkije. De Democratische partij won deze verkiezingen. Al snel kwam er echter onrust. Een paar Turkse legerofficieren vreesden dat de beginselen van de republiek – te danken aan de strijd die Atatürk geleverd had –  in gevaar waren. Daarnaast ging het heel slecht met de economie. Om deze reden pleegden zij op 27 mei 1960 een staatsgreep. Op 9 juni 1961 trad er een nieuwe grondwet in met een tweekamerstelsel, die de militaire regering had aangenomen. In 1961 waren er vrije verkiezingen en vertrok de militaire regering ten gunste van de democratie. Naar aanleiding van de militaire coup werd de Democratische partij opgeheven. President Celal Bayar en premier Adnan Menderes werden ter dood veroordeeld. Alleen Menderes werd uiteindelijk geëxecuteerd in 1961 omdat hij schuldig werd bevonden aan het schenden van de grondwet. Bayar had meer geluk, zijn straf werd omgezet in levenslang en in 1966 kwam hij vrij.


Staatsgreep van 1971


De na de staatsgreep van 1960 aan de macht gekomen premier was Süleyman Demirel. Opnieuw was er sprake van een economische crisis en sociale onrust. Er waren steeds vaker confrontaties tussen extreemrechts en radicaal linkse Turken. Daarnaast waren er veel Turkse militairen, mede hen die betrokken waren bij de staatsgreep in 1960, ontevreden over het bewind van Demirel. Zij hadden gehoopt dat de staatsgreep van 1960 geleid zou hebben naar het rechte uitgestippelde pad van Atatürk, en dit was niet het geval. Binnen het Turkse leger waren er verschillende fracties. Een daarvan stond onder leiding van generaal Cemal Madanoglu, die ook bij de staatsgreep van 1960 betrokken was. Madanoglu werd niet alleen gesteund door de militairen binnen zijn fractie maar ook door linkse intellectuelen. Zij beraamden een plan om op 9 maart 1971 een staatsgreep te plegen die de regering naar huis moest sturen. Generaal Muhsin Batur steunde Madanoglu in zijn plan, maar gaf uiteindelijk toch alles door aan premier Demirel en de Milli Istihbarat Teşkilati (de Turkse inlichtingen- en veiligheidsdienst). Na deze mislukte poging besloot een andere, anticommunistische, fractie binnen het Turkse leger een staatsgreep te plannen. Alleen op deze manier kon volgens hen de orde in het land hersteld worden. Deze werd uitgevoerd op 12 maart 1971. Zij legden premier Demirel een document voor waarin hij gedwongen werd op te stappen. Als hij niet mee akkoord zou gaan, dan zou het leger de ‘constitutionele plicht’ zien om op een andere manier de macht over te nemen. Demirel besloot op te stappen, mede door de herinnering aan de doodstraf voor de vorige premier bij een staatsgreep in 1960. De militairen organiseerden in 1973 vrije verkiezingen.


Staatsgreep van 1980


Opnieuw achtten militairen in 1980 Turkije als onstabiel land en besloten zij, onder leiding van generaal Kenan Evren, een staatsgreep te plegen. Alle politici werden naar huis gestuurd. Politieke partijen en vakbonden werden verboden. In 1982 werd er door middel van een referendum een nieuwe grondwet aangenomen. Deze nieuwe grondwet zorgde ervoor dat veel democratische vrijheden en burgerrechten werden ingeperkt. Pas vanaf 1983 werden er weer nieuwe politieke partijen toegestaan. Oude politici mochten echter geen plaats nemen in deze politieke partijen. Zij mochten zich niet meer met de politiek bemoeien.


Staatsgreep van 1997


De staatsgreep van de militairen in 1997 werd ook wel een ‘postmoderne coup’ genoemd. Dit omdat het er relatief vredig aan toe ging, geen executies, martelingen en massale arrestaties zoals bij eerdere staatsgrepen. De staatsgreep vond plaats onder leiding van generaal Cevik Bir. De groep militairen was het niet eens met de islamitische en antiwesterse insteek van premier Necemettin Erbakan. Daarnaast was premier Erbakan tegen Israël, toen nog een belangrijke bondgenoot van Turkije, wat de militairen veroordeelden. De militairen werden in hun standpunt gesteund door verschillende organisaties. Maar ook door individuen, bijvoorbeeld door religieus leider Fethullah Gülen. Hij kon al tijden niet door een deur met Erbakan en besloot de militaire staatsgreep te steunen. Tijdens een bijeenkomst van de veiligheidsraad op 28 februari barste de figuurlijke bom en werd premier Erbakan een pakket voorgelegd om de islamisering in Turkije terug te dringen. In feite was dit echter helemaal niet de schuld van premier Erbakan maar van de militaire coupplegers van 1980. Zij hadden deze islamisering gestart, en premier Erbakan werd er nu op afgerekend. Hij nam ontslag en de militairen startten een de-islamisering van Turkije. Alle islamitische TV- en radiostations werden gesloten en het dragen van een hoofddoek in een openbare ruimte werd streng verboden. Er werden zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen uitgevaardigd, de militairen bleven niet aan de macht.

Landen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.