Het Rode Kruis beschermt niet altijd
Henri Dunant (1828-1910) draait zich om in zijn graf. Meer dan 150 jaar na de oprichting van het Rode Kruis en de Eerste Conventie van Genève blijken ziekenhuizen, ambulances en medisch personeel steeds vaker doelwit te zijn van aanslagen en geweld wereldwijd. Zo werd afgelopen maandag in de Syrische provincie Aleppo een hulpkonvooi gebombardeerd, waarbij twaalf mensen om het leven kwamen. Dunant had het zich anders voorgesteld.
Henry Dunant en het ontstaan van het Rode Kruis
Verzorging van gewonde soldaten was eeuwenlang een hachelijke zaak. Burgers en militairen die gewonden van het slagveld haalden en verzorgden deden dat veelal op eigen risico. Of de vijand verzorging en evacuatie van gewonden zou toestaan, was altijd afwachten. Officiële regels waren er niet. Hulp aan vijandelijke gewonden kwam al helemaal weinig voor. In de 19e eeuw kwam hier verandering in. Er werden regels vastgelegd omtrent oorlogvoering in de conventie van Genève, en er werd een neutrale organisatie opgericht die gewonde soldaten kon evacueren en hen verzorgen: het Rode Kruis. Henri Dunant, een Zwitsers bankier en sociaal activist, stond aan de basis van beide ontwikkelingen.
De verschrikking van Solferino
Dunant was getuige van de verschrikkingen op slagveld toen hij op 24 juni 1859 een bezoek bracht aan de Franse keizer Napoleon III in het Italiaanse Solferino. Juist die dag had daar een veldslag plaatsgevonden tussen Frans-Savoyse troepen en het Oostenrijkse leger. Dunant zag hoe duizenden gewonden op het slagveld achterbleven en nauwelijks geholpen werden. Geschokt riep Dunant de lokale bevolking op om hulp aan beide partijen te verlenen, en kocht daar zelf de benodigde middelen voor. Bovendien onderhandelde hij over de vrijlating van de Oostenrijkse legerartsen, die door de Fransen gevangen genomen waren, Hij slaagde erin hen vrij te krijgen, zodat ook zij hulp konden verlenen.
Neutrale organisatie en internationaal oorlogsrecht
Dunant publiceerde op eigen kosten een boek over zijn ervaringen. Dit boek, met de titel Un Souvenir de Solferino kwam uit in 1862. Dunant reisde vervolgens door Europa om zijn idee te promoten: een onafhankelijke organisatie voor hulp aan gewonden in oorlogsomstandigheden. In 1863 werd in Genève een comité opgericht om Dunants ideeën in de praktijk te brengen. De eerste bijeenkomst van het vijfkoppige comité, op 17 februari 1863, wordt beschouwd als de oprichtingsdatum van het Rode Kruis, hoewel de organisatie pas op 22 augustus 1864 formeel werd opgestart. De naam en de vlag werden afgeleid van de Zwitserse vlag, omdat Zwitserland altijd neutraal was geweest in Europese conflicten. Het kruis heeft in dit geval dus niets te maken met het christelijke gedachtegoed.
De Geneefse Conventie en aangesloten landen
In 1864 organiseerde de Zwitserse regering, op aandringen van Dunant en het Rode Kruis, een conferentie over de hulp aan slachtoffers op het slagveld. De Geneefse Conventie: officieel het Verdrag van Genève voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, was hiervan het concrete resultaat. Het symbool van het Rode Kruis werd officieel aangewezen als beschermend symbool voor hulpverleners. Twaalf landen ondertekenden het verdrag. Nadien zijn er nog vier Geneefse Conventies geweest, waarbij nieuwe protocollen aan het verdrag werden toegevoegd. In 2006 ondertekenden Nauru en Montenegro als laatste staten het verdrag. Daarmee zijn de Geneefse verdragen de eerste internationale verdragen die door alle landen in de wereld worden onderschreven.
Rode Kruis kan niet veilig werken
De Conventie van Genève garandeert het recht op verzorging van oorlogsgewonden en het recht op onbelemmerde hulpverlening. Strijdende partijen mogen hulpverleners niet bedreigen of molesteren. Plaatsen waar gewonden verzorgd worden, aangegeven met één van de internationaal erkende symbolen van het Rode kruis, de Rode Halve Maan en het Rode Kristal, mogen niet worden aangevallen. Helaas gebeurt dat dus wel en de laatste tijd steeds vaker. In sommige gevallen gaat het om ongelukken, maar vaak ook zijn het doelbewuste aanvallen. Volgens het Rode Kruis worden in totaal miljoenen mensen getroffen door de ontwikkeling, waarbij ziekenhuizen worden gebombardeerd, ambulances opzettelijk vertraagd bij checkpoints, dokters bedreigd, ontvoerd of vermoord, en verpleegsters geïntimideerd tijdens hun werk. Incidenten als deze deden zich voor in landen als Libië, Afghanistan, Somalië en Colombia. Sinds afgelopen maandag is een nieuwe aanval aan dit lijstje toegevoegd.
Dit artikel verscheen eerder op IsGeschiedenis en is enigszins bewerkt om aan te sluiten op de actualiteit door Gijs Leppers