Merlijn: mythe of middeleeuws meesterbrein?
Één van de meest tot de verbeelding sprekende personages uit de middeleeuwse literatuur is zonder enige twijfel Merlijn. Toch rijst bij het horen van verhalen over Merlijn de vraag: wie is hij? Heeft hij werkelijk bestaan? Wat was de “Merlijn” aan het hof van Arthur? Een mythe, of een meesterbrein dat door middel van adviezen een stempel op Brittannië heeft gedrukt? Merlijn is daarnaast ook onlosmakelijk verbonden met de naam van de mythische koning Arthur.
Als trouwe adviseur staat hij aan de zijde van koning Uther, en begaafd met vele magische kunsten, zoals accuraat profetieën kunnen doen of gedaanteverwisseling. Om het verhaal nog wat interessanter te maken schijnt deze machtige magiër de zoon te zijn van een zeer schone dame (de aard en afkomst van deze dame zijn per bron omstreden) en een incubus. Het beeld van Merlijn dat in de Middeleeuwen circuleerde, was dat van een mythische man. Het is vooral gebaseerd op middeleeuwse literaire werken, zoals de Historia Regum Britanniae van Geoffrey van Monmouth, Merlijns Boeck van Jacob van Maerlant, de Suite du Merlin en de Morte d’ Arthur. In het merendeel van deze werken wordt Merlijn omschreven als de zoon van een vrome vrouw en een incubus, met als resultaat een man met bijzondere gaven, die voorbestemd was om de Antichrist te worden (en helaas voor de Duivel meteen na zijn geboorte wordt gedoopt, waardoor dat plan dus geen doorgang vindt).Het is dan ook deze Merlijn, die in de mythen wordt geroemd, en die omringd wordt door mysteries. Zo wordt er een man zonder vader gezocht, om zo de steeds maar instortende toren die koning Vortigern probeert te bouwen eens niet te laten instorten.
Dit is de introductie van Merlijn in de mythologie die vandaag de dag nog steeds bekend is; Merlijn ziet door alles heen, en beseft dat diep onder de aarde twee draken, een rode en een witte, met elkaar strijden, waardoor de toren steeds weer instort. Deze strijd zal pas aan zijn einde komen als Brittannië onder één vorst staat, hetzij een Britse vorst, hetzij een Saksische. Na deze profetie wordt Merlijn door Aurelius Ambrosius verzocht om Stonehenge vanuit Ierland naar Brittannië te verplaatsen, om als grafmonument voor Ambrosius zelf te dienen. Later wordt hem verzocht een gedaanteverwisseling uit te voeren voor Uther, de vader van Arthur. In Laatmiddeleeuwse werken wordt Merlijn daarnaast vaak afgeschilderd als een man die aan het hof van Arthur verbonden is, met een grote verbondenheid aan gedaanteverwisseling en de Heilige Graal. Ook wordt in deze werken de liefde van Merlijn voor de schone Niviane beschreven, die uiteindelijk tot zijn ondergang leiden. Blind door liefde leert Merlijn haar al zijn geheimen en toverkunsten, die vervolgens tegen de tovenaar zelf worden gebruikt, aangezien Niviane allerminst gediend is van de seksuele belangstelling die Merlijn in haar persoon stelt. Hoe men het ook wendt of keert, de Merlijn die in de middeleeuwse literatuur is waarschijnlijk een mythe; maar er is ook een andere zijde van Merlijn, die voor historici beter te verteren is.
De man achter de mythe
Nu rijst dan toch de vraag: wie of wat was deze Merlijn? Klaarblijkelijk is hij gebaseerd op Myrddin Wyllt, een bard uit de zesde eeuw, maar met een combinatie van eigenschappen die aan Merlinus Ambrosius worden toegeschreven. De Merlijn die wij kennen is een puur literair figuur, los gebaseerd op deze twee historische personages. Toch meen ik dat de ware aard van Merlijn uit een combinatie van beide verhalen kan worden afgelezen; Zo stellen van Monmouth en van Maerlant, dat Merlijn een zoon is van een vrouw en een bovennatuurlijk wezen. Dit valt te rijmen met de Keltische traditie, waarin helden vaak door, of in ieder geval met de hulp van bovennatuurlijke machten worden verwekt. Dat Merlijn volgens van Maerlant aan een christelijk hof bivakkeerde, kan ook kloppen, aangezien er in het Brittannië van de donkere eeuwen wel sprake was van kerstening, zij het in beperkte mate.
Dit brengt ons meteen tot de meest waarschijnlijke aard van Merlijn. Naar alle waarschijnlijkheid was het hof waaraan Merlijn bivakkeerde een hof dat reeds gekerstend was, maar in beperkte mate. In de donkere eeuwen was het proces van kerstening per regio vrij verschillend. Zo ziet men de Franken als Arianen Frankrijk binnenkomen, maar op het moment dat er eindelijk archeologisch bewijs is, zijn het reeds vrome katholieken. Bij de Franken was de kerstening een beweging, die via de hoogste laag van de maatschappij werd ingegeven. Bij de kerstening van de eerste koning werd meteen het hele volk een religie opgelegd. In Brittannië was de kerstening van vorsten en volk echter heel wat minder zwart-wit. Aan de meeste hoven van Britse vorsten was sprake van een mengcultuur van enerzijds het christendom, maar anderzijds nog steeds een voortzetting van de Keltische gewoontes en gebruiken.
Zo schijnt het mij toe dat Merlijn een carminator moet zijn geweest, een bard van een vorst en tevens zijn raadgever en leraar. Deze carminators waren altijd aan de zijde van de vorst aanwezig, en trokken zo met zijn hofhouding door het rijk. Daar deden zij wat zij het best konden doen: de grootsheid van de vorst bezingen in een carmen magnificum, dat in de Middeleeuwen werkte om het beeld van de vorst in kwestie op te vijzelen; de carminator was verantwoordelijk voor de PR van de vorst, en door zijn invloed aan het hof qua macht gelijk aan de hedendaagse minister-president. Een andere belangrijke rol van de carminator was het inspireren van de krijgers voor een grote veldslag, door ze te herinneren aan hun roemruchte verleden en reeds behaalde overwinningen op de vijand. In deze rol wordt de carminator vaak aangeduid als Barrd teulu, de bard van de krijgsschare, die de mannen vermaakt voor de duisternis van de strijd zich over hen uitstort. Sprekend over trouw van de carminator aan zijn heer dient men echter te beseffen dat de grootste barden niet trouw waren aan slechts één heer, maar meerdere hoven hadden waaraan zij verbleven. De namen van de meeste barden uit de donkere eeuwen zijn helaas verloren gegaan; slechts de namen van drie van de grootste barden zijn nu nog bekend: Myrddin, Taliesin en Aneirin. Echter, door te stellen dat zij verantwoordelijk waren voor de PR van een vorst in het Brittannië van de donkere eeuwen, lijkt het mij logisch dat vrijwel iedere vorst wel een bard c.q. carminator in dienst had.
De legendarische Merlijn is echter wel meer dan slechts een PR-manager; hij is tevens een magiër. Nu kan men stellen dat dit slechts een inventie is van de literatuur, maar er is voldoende bewijs om te stellen dat zesde-eeuwse vorsten spirituele adviseurs hadden, om zo altijd verbonden te zijn met God of goden en hulp te kunnen vragen. Elizabeth Sutherland stelt in haar werk In search of the Picts. A Celtic Dark age nation dat Bridei, een zesde-eeuwse Pictische vorst, gebruik maakte van een magiër met de naam Broichan, die tevens volgens de Keltische traditie als pleegvader en leraar van de vorst optrad. Heidense, traditioneel Keltische culten waren nog steeds in zwang ten tijde van Arthur, en het is dan ook goed mogelijk dat Merlijn het product is van een "clash of cultures.” Koningen uit de donkere eeuwen probeerden namelijk naast traditionele spirituele adviseurs ook christelijke bisschoppen aan hun zijde te krijgen en, als het even mogelijk was, in hun gevolg op te nemen. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is Paulus Aurelianus, die door Mark van Cornwall wordt gevraagd bisschop te worden in Cornwall. Merlijn heeft zelf vele eigenschappen van een heilige, en volgens Geoffrey van Monmouth was de heilige Perran de kapelaan van koning Arthur, wat hem wellicht te identificeren maakt met de raadgever Merlijn, die aan Arthurs zijde meereisde. Nu heeft Merlijn vele eigenschappen van een heilige, en ook van een bard. De vraag blijft echter of er slechts voor één van de twee ruimte was aan de zijde van Arthur.
Merlijns Boeck, de Suite du Merlin en de Morte d’ Arthur, is een heidense adviseur, die aan de zijde van Arthur rondspookt. Hij werkt volgens de oude Keltische tradities, en probeert door middel van magie zijn vorst te dienen. Tevens is hij volgens Keltische traditie ook leermeester van de vorst, iets wat bij zowel Geoffrey van Monmouth als Jacob van Maerlant niet genoemd wordt, maar in andere, latere verhalen over Merlijn wel. Arthur zelf is volgens de Welsh Annals een christelijke vorst, maar omdat in het Brittannië van de donkere eeuwen een mengcultuur van christendom en Keltische religiositeit was ontstaan, was het mogelijk dat Arthur adviseurs van allerlei religies en afkomst aan zijn hof had. Om te stellen dat Merlijn werkelijk een tovenaar is, die door middel van spreuken en magische dranken ervoor zorgt dat men van gedaante kan veranderen, lijkt mij een riskante uitspraak. Het staat dan wel zo in de Historia Regum Britanniae opgetekend, maar dit is waarschijnlijk slechts een literaire uitvinding. Ik stel liever dat van Maerlant dichter bij de waarheid zat: Merlijn als adviseur, komend uit een heidense traditie (en daarom wellicht de zoon van een incubus). Het beeld van Merlijn de tovenaar dient men in ieder geval bij te stellen; liever een benoeming als Merlijn de Wijze, of Merlijn de Raadgever. Want of hij nu christen was of Kelt, Merlijn heeft zijn plaats in zowel de literaire geschiedenis als de wereldlijke geschiedenis weten te verkrijgen: een beeld van een man, zwevend tussen waarheid en waan. Wie Merlijn daadwerkelijk is geweest, zal immer een raadsel blijven. Dat hij heeft bestaan, staat voor mij echter wel vast. Of het nu een waanzinnig geworden bard was, een (religieus) adviseur aan het hof van Arthur of een literair personage, Merlijn leeft!