Met grote snelheid het ongewisse tegemoet
Genesis van de moderniteit: de jaren 1900-1914
Machines, vrouwen, snelheid en seks. Dit waren volgens de Duitse historicus en journalist Philipp Blom de drijvende krachten achter de grote veranderingen in de beginjaren van de 20ste eeuw. Met zijn nieuwe boek De duizelingwekkende jaren, Europa 1900-1914 wil hij aantonen dat de belle époque geen melancholiek sluitstuk was van een lange 19de eeuw, maar het enerverende begin van de moderne tijd.
Sabien Onvlee
De in Hamburg geboren Philipp Blom (1970) studeerde in Oxford, werkte in Parijs en Londen en woont tegenwoordig in Wenen. Hij schrijft voor toonaangevende Europese bladen, publiceerde historische monografieën én romans, bracht onlangs een gezaghebbende gids uit over Oostenrijkse wijn en vertaalde Geert Maks boek over de geschiedenis van Amsterdam. In het voorjaar was Blom even in Amsterdam om De duizelingwekkende jaren (in het Engels uitgebracht als The Vertigo Years) te promoten. In het bedaarde Ambassade Hotel aan de Keizersgracht legt hij uit waarom de 20ste eeuw niet in 1914 maar gewoon in 1900 begint.
[caption id="attachment_48715" align="alignleft" width="127"] Aankondiging van de eerste internationale luchtvaarttentoonstelling in Parijs, najaar 1909.[/caption]
‘Ik worstelde al lange tijd met de vraag hoe de moderne mens, als een soort feniks, zo hopla uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog tevoorschijn kon komen’, verwoordt de zorgvuldig formulerende Blom de aanleiding voor zijn onderzoek. Toch stelde hij dat onderzoek steeds uit, alsof hij bang was voor wat hij aan zou treffen: ‘Ik koesterde zelf ook de idylle van die onveranderlijke, vooroorlogse wereld. Ik groeide op met de muziek van Gustav Mahler en de boeken van Arthur Schnitzler, en voorvoelde dat mijn ideaalbeeld verstoord zou worden. Maar ik had niet verwacht dat ik zóveel onrust op alle niveaus in de samenleving zou aantreffen.’
Voor Blom is nu duidelijk dat tussen 1900 en 1914 het fundament voor de moderne massamaatschappij is gelegd. Het idee van de belle époque als oase van rust en stabiliteit voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog is voor hem definitief achterhaald. ‘Er speelde zich in die periode een ware revolutie af, maar het was een onzichtbare revolutie, een revolutie zonder totems.’ Blom verklaart deze ongemerkte omwenteling door een verband te leggen tussen de baanbrekende technologische vooruitgang en de radicale verandering in de verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Deze pijlsnelle metamorfose in een onzeker tijdsgewricht bracht vooral bij Europese mannen een diep gevoel van onzekerheid teweeg. ‘De schaalvergroting van de industrie had directe invloed op de seksuele verhoudingen. Jonge vrouwen verdienden in fabrieken hun eigen geld en wonnen aan zelfvertrouwen. Mannen reageerden hier angstig en verkrampt op. Ze gingen twijfelen aan hun viriliteit. In die tijd, waarin er meer pornografie beschikbaar was dan ooit tevoren, waarin ongetrouwde koppels zich konden onttrekken aan het ouderlijk gezag en in eigen woningen konden experimenteren met seks en waarin echtparen overduidelijk sámen afspraken maakten over geboortebeperking, stonden de kranten bol van de artikelen over de verminderde potentie van de man. Heel schizofreen.’
[caption id="attachment_48716" align="alignnone" width="376"] Al in de begintijd van de auto werden snelheden tot 75 km per uur gehaald, wat niet zonder gevaar was. Op 26 maart 1913 vond in Berlijn dit ernstige ongeluk plaats dat vijf mensen het leven kostte.[/caption]
Oog van de storm
De duizelingwekkende jaren werd internationaal lovend ontvangen, vooral vanwege Bloms eruditie en meeslepende verteltrant. De lezer waant zich vanaf de eerste bladzijde in het oog van de storm: om hem heen wervelen dagboekfragmenten, krantenartikelen, kunstmanifestaties, literaire hoogtepunten en populaire niemendalletjes uit de jaren 1900-1914. Zoals het panterbroekje van bodybuilder en cultheld Eugene Sandow en de aan een overdosis champagne gestorven krokodil van actrice Sarah Bernhardt, of de mannenpakken van de kort geknipte lesbische feministe Anita Augsburg. Of de foto’s van de negenjarige Jacques-Henri Lartigue, die begeesterd werd door autoraces.
Om zijn lawine aan bronnenmateriaal te structureren geeft Blom elk jaar een eigen hoofdstuk, dat begint met een grote bepalende gebeurtenis. Zo opent zich een waaier aan kleurrijke evenementen die het beeld van ‘duizelingwekkende jaren’ onderstreept. Te beginnen met 1900 dat beschrijft hoe bij de ingang van de wereldtentoonstelling in Parijs een gigantisch standbeeld van een modern vrouwspersoon stond. Zij symboliseerde, zegt Blom, het optimisme over de nieuwe eeuw maar maskeerde tegelijkertijd de onzekerheid van de Fransen over hun tanende internationale status.
Het jaar 1903 begint met Madame Curie, de eerste vrouwelijke Nobelprijswinnares voor natuurkunde. In 1909 landt op de golfbaan naast Dover Castle het eerste vliegtuig dat het Kanaal door de lucht heeft overgestoken. En een maand voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog smult heel Frankrijk van het proces tegen Henriette Caillaux, de vrouw van de minister van Financiën. Zij zou de hoofdredacteur van Le Figaro vermoord hebben, een zaak die de Fransen heel wat meer bezighoudt dan de oorlogsverklaring van Oostenrijk-Hongarije aan Servië.
[caption id="attachment_48717" align="alignright" width="167"] Het industriële tijdperk. Anoniem, massaal, gelijkvormig en geregeerd door de klok. Schilderij van Carlo Mense (1913).[/caption]
Gevraagd naar wat voor hem de twee belangrijkste gebeurtenissen zijn die de overgang van de veilige wereld van de 19de eeuw naar de opwindende maar door seksuele angst overschaduwde moderne tijd markeren, noemt Blom de dood van koning Victoria in 1901, wier ogen werden gesloten door haar kleinzoon Wilhelm II, keizer van Duitsland, en de publicatie van Traumdeutung van Sigmund Freud. Dit boek verscheen in 1899, maar de uitvinder van het Oedipuscomplex krijgt van Blom het jaar 1902 toebedeeld, het jaar waarin hij door de keizer tot buitengewoon hoogleraar wordt benoemd. Blom geeft toe dat hij hier en daar wat kunstgrepen heeft moeten plegen: ‘Ik had mijn boek ook in 1899 kunnen laten beginnen, of in 1901, want chronologie is natuurlijk altijd een beetje arbitrair.’
Iedereen een paspop
Bloms these dat de lange 19de eeuw niet bestaat, ontmoette naast bijval ook kritiek: in de Engelse pers vroegen recensenten zich af of zijn theorie wel houdbaar was voor de héle Europese samenleving. Gingen de door hem geschetste veranderingen niet geheel en al voorbij aan het overgrote deel van de bevolking? De meerderheid van de Europeanen leefde immers nog steeds in dezelfde patriarchale, geordende, veelal vrome wereld als daarvoor?
De Duitse publicist betwist ten stelligste dat de duizelingwekkende jaren alleen duizelingwekkend waren voor wie geld had voor racewagens of voor kaartjes voor de Sacre du Printemps, het revolutionaire ballet van Serge Diaghilev en Igor Stravinsky. In zijn onderzoek vermeed hij naar eigen zeggen bewust bronnen met een beperkte reikwijdte.
‘Ik vond bijvoorbeeld een boek van Mirabeau over snelheid en seks. Dat sloot precies aan op mijn theorie. Maar wat bleek? Er werden maar driehonderd exemplaren van verkocht. Dan vind ik het niet bruikbaar. Daarom richtte ik me op juichende krantenartikelen over autoraces, terwijl op de achterpagina van datzelfde artikel advertenties staan afgedrukt die waarschuwen tegen de verminderde vruchtbaarheid van mannen. En dan niet één advertentie: nee, talloze! En niet in één krant, maar in heel veel verschillende.’
Volgens Blom toont zijn boek aan dat de identiteit van de gehele samenleving grondig veranderde. ‘Arbeiders worden politiek actief, ze krijgen voor het eerst in hun leven vrije tijd, gaan aan sport doen en worden zelf consumenten van de door hen geproduceerde artikelen. De autoracekampioenen van toen waren misschien elitaire jongens, het waren wel dé helden van hun tijd.’ Maar heeft schaalvergroting, het kenmerk van de moderniteit, zich niet al in de 19de eeuw ingezet? De auteur vindt van niet. ‘De versnelling van het industrieel proces rond de eeuwwisseling was dusdanig dat grote groepen erdoor geraakt werden. Denk aan zoiets simpels als kleren kopen bij een warenhuis. In de 19de eeuw liet iedereen nog zijn kleren maken. Het feit dat er zoiets als massaconfectie ontstond, had een grootschalige standaardisering van de hele maatschappij tot gevolg: van iemand voor wie speciaal kleren worden gemaakt word je een paspop met maat 36 of 38 of 46. Iedereen wordt onderdeel van een massacultuur, mensen worden een statistische entiteit.’
[caption id="attachment_48719" align="alignleft" width="174"] Sigmund Freud omstreeks 1900 toen hij zojuist Traumdeuting had gepubliceerd. Het boek wil de bepalende rol van het onderbewustzijn bloot leggen en wordt wel als beginpunt gezien van de moderniteit.[/caption]
Leegte en onbehagen
De auteur ziet ook de obsessie van mannen met hun vermeende verlies aan vruchtbaarheid als een uiting van onbehagen over de ongewisse toekomst en de grote snelheid waarmee sociale veranderingen zich voltrekken. ‘De rationele wereld van de industrie creëert niet noodzakelijkerwijs een beter leven. Sneller is niet altijd beter. Het geeft mensen een gevoel van leegte: ik ben niets. Het was precies díe overgang naar de massamaatschappij die bij mensen het voor de 20ste eeuw zo kenmerkende gevoel van vervreemding opriep. Daarom wezen grote groepen mensen de moderniteit ook af.’ Philipp Blom ziet hier overeenkomsten met het heden. ‘Net als in 1900 razen wij nu af op een toekomst die we niet kunnen bepalen. En ook de wisselwerking tussen snelheid en seks is in onze tijd actueel. Internet heeft de barrières voor seks nog eens aanzienlijk verlaagd. Tegelijkertijd stellen we hoge eisen aan menselijk, intiem contact. Dat levert spanning op.’ Daarnaast signaleert Blom parallellen in het gedrag van mensen die zich buitengesloten voelen van de voor uitgang en de moderne samenleving. In zijn boek beschrijft hij hoe de Duits hoofdonderwijzer Ernst August Wagner, vader van vier kinderen en gewaardeerd lid van de samenleving, op een ochtend in 1913 zijn vrouw en kinderen afslacht met een knuppel en een mes. In het nabijgelegen Mühlhausen steekt hij vervolgens vier huizen in brand en schiet op iedereen die zich op straat vertoont. Hij doodt daarbij acht mensen.
De woede van Ernst Wagner werd gevoed door gevoelens van miskenning. Blom: ‘Dat zie je ook in deze tijd. Dat de islamitische wereld weinig heeft bijgedragen aan onze moderne samenleving wordt door extremisten als een vernedering ervaren. Ook de jongens die op scholen om zich heen schieten voelen zich afgewezen.’
Maar Blom signaleert ook verschillen tussen het begin van de 20ste en de 21ste eeuw: ‘Het zijn beide periodes van nervositeit en onzekerheid. Maar de wereld voor de Eerste Wereldoorlog was óók een tijd van utopieën en hoop. In onze tijd is de toekomst alleen nog maar een bedreiging. Er is geen enkel positief toekomstscenario denkbaar.’
Toch vindt Blom zichzelf geen cultuurpessimist. Hij gelooft in de houdbaarheid en veerkracht van het normen- en waardensysteem dat in Europa is ontwikkeld. ‘We schamen ons voor wat er in Guantánamo Bay gebeurt en veroordelen dat, maar het feit dat we ons schamen, dat we het aanklagen, komt voort uit een concept over menselijke waardigheid dat wijzelf tweehonderd jaar geleden ontwikkeld hebben. Daarom keuren we het af. Dat noem ik ook vooruitgang.’