De Hush-a-phone: een van de eerste telefoon accessoires ooit
Nu de smartphones niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijks leven, zijn er ook steeds meer telefoon accessoires op de markt. Denk bijvoorbeeld aan hoesjes, headsets, telefoonhouders en selfiesticks. Doordat al deze snufjes vooral voor smartphones worden gebruikt, zou je misschien denken dat dit soort accessoires een recente uitvinding zijn. Dit is echter niet het geval. Bijna een eeuw geleden verschenen de eerste telefoon-accessoires namelijk al, met de Hush-a-phone als opmerkelijkste voorbeeld.
Bij telefoon accessoires denken de meeste mensen waarschijnlijk eerder aan een Samsung Galaxy S21 Plus hoesje dan aan de Hush-a-phone. Toch was dit apparaatje honderd jaar geleden een van de belangrijkste ‘gadgets’ voor op de telefoon in de Verenigde Staten. Dit had vooral te maken met de stormachtige opkomst van te telefoon in Amerika. Nadat Alexander Graham Bell in 1877 de Bell Telephone Company had opgericht, verspreidde deze uitvinding zich al snel over het hele land. In 1904 waren er al ruim 3 miljoen telefoons in de Verenigde Staten. Hierdoor vond deze uitvinding ook zijn weg naar het bedrijfsleven. Tegen het begin van de twintigste eeuw, vonden steeds meer Amerikaanse zakenbesprekingen over de telefoon plaats.
Privacy
Dit leidde echter tot nieuwe zorgen op het gebied van privacy. Voorheen was het in Amerikaanse kantoren namelijk gebruikelijk om dit soort gesprekken in aparte kamertjes te houden, zodat collega’s niet mee konden luisteren. Aangezien telefoons begin twintigste eeuw echter nog vastzaten aan het bureau, was dit bij telefoongesprekken niet mogelijk. Hierdoor kon iedereen in het kantoor horen wat hun collega’s zeiden. Tegenwoordig vinden de meeste mensen dit geen probleem, maar honderd jaar geleden was dit nog iets geheel nieuws. Veel Amerikaanse kantoormedewerkers voelden zich hier dan ook ongemakkelijk bij en hadden het gevoel dat hun privacy werd aangetast.
De Hush-a-phone
Om bellers meer privacy te geven, verscheen daarom in 1921 de Hush-a-phone op de markt, ontwikkeld door Harry C. Tuttle. Dit was een klein bekervormig apparaat, dat op de microfoon van de sprekende partij kon worden gemonteerd. Door hier vervolgens in te praten, werd het geluid in de directe omgeving gesmoord, terwijl voor de luisterende partij aan de telefoon de geluidskwaliteit juist toenam. Zo konden kantoormedewerkers in alle rust telefoneren, zonder dat ze bang hoefden te zijn dat hun collega’s hen afluisterden. De telefoon accessoire werd vanaf de jaren ’20 verkocht door het gelijknamige bedrijf en was een bescheiden succes. Met name in New York en Washington D.C. sloeg de Hush-a-phone aan, waarbij de accessoire zelfs in het Amerikaanse Congres werd gebruikt. Tussen 1922 en 1949 verkocht het bedrijf meer dan 125.000 exemplaren van de Hush-a-phone.
Rechtszaak
Het succes van de Hush-a-phone trok echter ook de aandacht van de Amerikaanse telefoongigant AT&T Corporation. AT&T had in de eerste helft van de twintigste eeuw nagenoeg een monopolie op het telefoonsysteem in de Verenigde Staten. Hierbij had de onderneming zelfs de controle over de apparatuur onder die op het netwerk was aangesloten. Toen een advocaat van AT&T in 1948 een Hush-a-phone in een etalage zag liggen, leidde dit dan ook tot een juridisch conflict. De telefoongigant beweerde namelijk dat deze gadget het netwerk zou kunnen beschadigen. Tegenwoordig gaan de meeste historici er echter vanuit dat dit slechts een excuus was, de werkelijke reden zou zijn dat AT&T zijn volledige monopolie op het Amerikaans telefoonverkeer wilde handhaven.
AT&T eiste dat Hush-a-phone hun accessoire uit de handel zou nemen. Toen dit niet gebeurde, lieten monteurs van het bedrijf hun klanten weten dat als ze niet stopten met de accessoire te gebruiken, hun telefoonverbinding zou worden afgesneden. Ook spande de gigant een rechtszaak aan tegen Hush-a-phone.
Juridische mijlpaal
Dit geschil leidde zo tot een langslepend juridisch conflict, dat uiteindelijk 8 jaar zou duren. Aanvankelijk stelde de Federal Communications Commission (FCC) AT&T in het gelijk, maar in 1956 oordeelde een federale rechtbank in het voordeel van Hush-a-phone. De rechters stelden hierbij dat de gadget geen fysieke belemmering voor de telefoonmaatschappijen vormden en dus gewoon gebruikt konden worden. Deze uitspraak geldt tegenwoordig als een mijlpaal in de Amerikaanse rechtsgeschiedenis, omdat hiermee de eerste deuk in het monopolie van de AT&T was geslagen. Dit was een beslissende stap richting een opener en vrijer Amerikaans telefoonnetwerk, en uiteindelijk ook een vrij internet.
Het einde van de Hush-a-phone
Hoewel Hush-a-phone de rechtszaak had gewonnen, bleek het uiteindelijk een pyrrusoverwinning. Het jarenlange juridische conflict had de geldkas van het bedrijf namelijk volledig uitgeput en zou zich nooit meer van deze klap herstellen. Bovendien veranderden de ontwerpen van telefoontoestellen vanaf de jaren 60 voortdurend, wat het bedrijf met zijn beperkte middelen niet bij kon houden. In 1962 verscheen de laatste advertentie voor de Hush-a-phone en kort daarna werd het bedrijf opgedoekt. Tegenwoordig wordt deze accessoire niet meer gemaakt en zijn ze alleen nog te vinden bij antiquairs en verzamelaars.
Afbeelding:
- Foto: CodeName47km, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons