Hoe de hippiebus een fenomeen werd
Het is een iconisch beeld: hippies die met een rijk beschilderd busje over de lange Amerikaanse wegen rijden. De ‘hippiebusjes’, zoals de busjes bekend werden, kwamen in alle soorten en maten, maar de meest bekende zijn vaak de eerste modellen van het bekende Volkswagen Transporter busje. Hoe werd dat busje zo bekend?
Nederlands ontwerp
In 1950 bracht Volkswagen een busje op de markt. Het ontwerp zou zijn geïnspireerd op een schets van de Nederlandse autohandelaar Ben Pon, die al sinds de jaren 30 auto’s van Volkswagen naar Nederland importeerde. De inspiratie voor zijn ontwerp zou Pon in 1947 gekregen hebben, toen hij tijdens een bezoek aan de fabrieken van Volkswagen een zogeheten Plattenwagen zag rondrijden. Een min of meer geïmproviseerde Volkswagen waarbij het grootste deel van de carrosserie was weggehaald en was vervangen voor een grote plaat, waarop kleine vrachtjes vervoerd konden worden. Het wagentje werd binnen de fabrieken gebruikt om onderdelen te verplaatsen.
Met dit wagentje in het achterhoofd, schetste Pon een busje. Volkswagen had in die tijd slechts één model, de auto die we nu als ‘kever’ kennen en Pon had zijn ontwerp op het chassis van die auto gebaseerd. Desondanks duurde het nog een aantal jaar voordat de eerste prototypes gemaakt zouden worden. Alle productiecapaciteit in de fabrieken ging naar de kever.
Simpel doch degelijk
Uiteindelijk werd er in 1947 en 1948 in slechts enkele maanden tijd een prototype opgezet. Al snel kwam aan het licht dat het chassis van de Kever toch niet sterk genoeg was voor het busje. Ook de aerodynamica van het vrij vierkante ontwerp viel flink tegen. Er werd toch een nieuw chassis ontworpen, en aan de vorm van de wagen werden ook wat aanpassingen gedaan: in de voorruit werd een knikje aangebracht, waardoor die iets meer de vorm van een V kreeg. Daardoor kreeg de eerste versie van de bus de kenmerkende spijl in het midden van de voorruit. Een andere bijzonderheid voor die tijd was dat de bestuurder helemaal aan de voorkant van de wagen zat, boven de voorste wielen. Samen met de Citroën HY-busjes was de bus van Volkswagen, die nog altijd simpelweg Type 2 heette, daarmee een trendsetter in Europa. Dat het ontwerp een handig en praktisch ontwerp was, bleek al snel. Toen in 1949 de eerste exemplaren van de lopende band rolden, waren er nog slechts twee varianten, de Kombi, die meer zitplaatsen bood, en de Commercial die juist was ingericht om vracht te vervoeren. Maar het duurde niet lang voordat er meer varianten kwamen. Van luxe-uitvoeringen, tot ambulances die gretig aftrek vonden.
Met de Type 2 had Volkswagen een bus afgeleverd die veel goede eigenschappen had. De wagen was onderhoudsvriendelijk, bood de bestuurder en bijrijder een comfortabele rit, mede dankzij het feit dat de motor achterin was geplaatst. Daardoor was er veel ruimte voor de inzittenden en die ruimte was ook nog eens makkelijk aan te passen. De wagen werd ook naar Amerika geëxporteerd, waar de verkoopcijfers van de Kever een beetje achterbleven. Op de Amerikaanse markt viel de Type 2 ook op door zijn zuinigheid, al werd daarvoor een prijs betaald in snelheid. De motor achterin was een viercilinder die in de eerste versies 25 pk leverde. In latere versies werd dat verhoogd naar 40 pk, maar dat viel nog altijd in het niet bij de zware zes-cilinder motoren die in veel Amerikaanse wagens lagen. Voor Amerikaanse begrippen was de bus ronduit langzaam. Maar juist mede daardoor werd de Type 2 in de VS populair onder een doelgroep waarmee de bus vandaag de dag nog altijd geassocieerd wordt: de hippies.
De VW bus, dé hippiebus
De hippiebus was een fenomeen dat zich in de jaren 60 en 70 over de VS verspreidde. In die periode reisden groepjes hippies in rijkversierde busjes het hele land door. Het begin van de rage wordt toegeschreven aan schrijver Ken Kesey. Nadat hij met One Flew Over the Cuckoo’s Nest en Sometimes a Great Nation twee succesvolle boeken had geschreven, trok hij met een oude bus het hele land door. De bus was een afgeschreven schoolbus, maar Kesey en zijn gezelschap knapten de bus op en maakten er een rijdende studio en -podium van. Compleet met speakers op het dak. Daarmee zette hij een trend onder alternatieve jongeren die wonend in een dergelijk busje wilden breken met het gezapige dagelijkse leven.
Het langzame Duitse busje werd razend populair onder die groep, vooral de luxe ‘Samba’ variant en versies van de wagen die in samenwerking met Westfalia werden omgebouwd tot campers. Niet alleen omdat de Duitse wagen goedkoper was, maar ook omdat het uiterlijk opviel. De bus week sterk af van de Amerikaanse ontwerpen van die periode. Dankzij de stompe neus en de grote ronde koplampen werd de bus als ‘vriendelijker’ gezien dan veel Amerikaanse wagens daarmee paste het busje perfect bij de hippie-cultuur. Wie technisch handig was, kon de bus naar eigen smaak aanpassen en vooral redelijk makkelijk onderhouden. En wie handig was met verf en een kwast, toverde van de grote ronde voorlampen van de bus in een handomdraai een bloem, gezicht, of een psychedelisch kunstwerk. En zo tufte menig hippie van festival naar festival en vormde op de Amerikaanse wegen zo het ultieme tegenwicht voor de snelle en luxewagens die soms wel twee keer zo snel voorbij reden.
Populair gebleven
Dat beeld van de bus met zijn afgeronde hoeken, grote ronde koplampen en vrolijke beschilderingen is altijd om het busje blijven hangen. Zo sterk zelfs, dat latere modellen door de meeste mensen nauwelijks herkend worden als opvolgers van de illustere ‘hippiebus’. Toch is de Volkswagen Transporter T6 een opvolger van de beroemde Type 2. Zowel de Transporters die als bestelwagen van de band kwamen, maar ook de campervarianten waarvoor Volkswagen met Westfalia bleef samenwerken. Een Volkswagen Transporter occasion vindt nog altijd gretig aftrek, al zul je voor een originele Type 2 wel diep in de buidel moeten tasten. Want sinds de tijd van de hippies zijn de originele busjes altijd populair gebleven.