Koninklijke gesp uit Rijnsburg
In 1913 is in Rijnsburg een perceel voor tuinbouw omgespit, waarbij een aantal rijk versierde voorwerpen werd gevonden. Het bleek te gaan om een Merovingisch grafveld, in gebruik geweest van circa 550 tot 700 na Chr. Omdat de meeste urnen, sieraden, kralensnoeren en andere voorwerpen uitgegraven en verkocht zijn, is de precieze grootte en indeling van het grafveld onduidelijk. In één graf zijn een beslagplaatje met rood-wit-blauw email, een vierkant muntgewichtje en een imposante vergulde gesp gevonden, die aangeeft dat in Rijnsburg ‘royalty’ heeft gewoond. De gesp is de sluiting van een leren riem, bestaande uit een beugel, een doorn, het doornschild daarop en een grote rechthoekige gespplaat. Hij wordt gedateerd in de eerste helft van de 7de eeuw en is vrijwel zeker door een man gedragen.
Royalty in de Rijnmond
In 1913 is in Rijnsburg een perceel voor tuinbouw omgespit, waarbij een aantal rijk versierde voorwerpen werd gevonden. Het bleek te gaan om een Merovingisch grafveld, in gebruik geweest van circa 550 tot 700 na Chr. Omdat de meeste urnen, sieraden, kralensnoeren en andere voorwerpen uitgegraven en verkocht zijn, is de precieze grootte en indeling van het grafveld onduidelijk. In één graf zijn een beslagplaatje met rood-wit-blauw email, een vierkant muntgewichtje en een imposante vergulde gesp gevonden, die aangeeft dat in Rijnsburg ‘royalty’ heeft gewoond. De gesp is de sluiting van een leren riem, bestaande uit een beugel, een doorn, het doornschild daarop en een grote rechthoekige gespplaat. Hij wordt gedateerd in de eerste helft van de 7de eeuw en is vrijwel zeker door een man gedragen.
Slangenpatronen
De dikke ijzeren beugel en doorn zijn met golfpatronen versierd. Het doornschild heeft de vorm van een afgeplatte driehoek met ineengevlochten bandjes van filigraan: gouddraadjes die uit bolletjes bestaan. Dat is omgeven door een brede rand van zogenaamd cloisonné-werk, bestaande uit rode halfedelsteen (almandijn) en blauw glas in gouden celletjes. Onder het doorzichtige almandijn is goudfolie met een wafelpatroon aangebracht om de stenen meer te laten schitteren. De gespplaat bestaat uit een dun gouden plaatje met ingewikkelde vlechtpatronen van filigraandraden. Het patroon bestaat uit twee slangen of draken die symmetrisch in elkaar gevlochten zijn. Dubbele banden van filigraan met cirkeltjes ertussen vormen de lichamen van de slangen, terwijl bovenin aan de zijkant twee koppen lijken te zitten en elders ook staarten. De patronen zijn met een pen te volgen. Aan de korte kant van de gespplaat zijn nog zes vergulde nagels te zien, waarmee de gespplaat aan de leren riem bevestigd was.
De wereld in één graf
In ditzelfde graf is een beslagplaatje gevonden met email-inlegwerk in zilver van 4 x 2 cm. Het patroon in rood, wit en blauw blijkt een zeer consistente maatvoering te hebben. Materiaaltechnisch onderzoek van het inlegwerk heeft uitgewezen dat het rood almandijn is, waaronder gewafeld goudfolie zit, terwijl het blauw email is en het wit een kalkhoudende pasta. Het vierkante loden muntgewichtje dat eveneens uit ditzelfde graf komt, weegt nu nog 22,7 gram. Het had oorspronkelijk een gewicht van 1 Romeinse ons (uncia). Dat is te zien aan de versiering, die bestaat uit een kruis geflankeerd door Griekse aanduidingen van het cijfer 1 en de eerste letter van het woord uncia. Van dit type Byzantijnse muntgewichtjes zijn er in Nederland tot nu toe zo’n tien gevonden. Het muntgewichtje is afkomstig uit Constantinopel (Istanbul, Turkije) en het beslagplaatje mogelijk uit Frankrijk.
Engelse gesp
De gesp van Rijnsburg is beslist gemaakt in het Engelse graafschap Kent. Daar is een aantal goede parallellen bekend, al zijn ook in Kent dit soort gespen geen alledaagse vondst. Bovendien wijkt de gesp van Rijnsburg in één aspect af van zijn Engelse ‘broers’: die hebben allemaal een driehoekige, toelopende gespplaat, waar die van Rijnsburg een rechthoekige heeft. Of deze bijzonderheid een verzoek van de drager was of zelfs als ‘continentale mode’ kan worden gezien, is onzeker. Maar vergelijking van alle gespen geeft wel aan dat het patroon van twee in elkaar gevlochten slangen ontworpen was voor een smal toelopende gespplaat, met de staarten in het smalle deel en de koppen in het brede. In deze gespen bestaat het vlechtpatroon ook helemaal uit de twee slangen, die van kop tot staart te volgen zijn, terwijl er bij de gesp van Rijnsburg wat extra ‘staarten’ ingevlochten zijn om de hele rechthoek te kunnen vullen.
Meer lezen over de gesp uit Rijnsburg en andere topstukken van het RMO?