Noord Hollands Archief - Noodkreet uit het gevang
Eind juli 1886 brak een volksopstand uit in de Amsterdamse Jordaan nadat de politie een potje ‘palingtrekken’ beëindigde. De drieëntwintigjarige schilder Jan Baars was één van de opruiers die na het zogenoemde Palingoproer voor het gerechtshof moest verschijnen. Volgens politiegetuigen spoorde Jan, zwaaiend met een rode vlag, de menigte aan om de politie met stenen te bekogelen. Met dit smokkelbriefje probeerde Jan via zijn vrouw getuigen te werven: ‘zij moeten zeggen dat ik dronken ben geweest maar dat ik met geen roode vlag gelopen heb’. Zijn noodkreet mocht niet baten: het briefje werd onderschept en Jan verdween achter tralies.