Schuldgevangenissen, de schrik van Britten in de 18e en 19e eeuw
In de 18e en 19e eeuw waren schuldgevangenissen de schrik van arme mensen in Engeland en Wales. Zodra je eenmaal binnen was, was het heel lastig om weer op vrije voeten te komen.
Terwijl in Engeland de Industriële Revolutie in volle gang was, kwamen grote massa’s arme mensen die op het platteland geen werk meer hadden naar de steden. Daar was echter ook niet voor iedereen werk en bij gebrek aan sociale zekerheid moesten veel mensen geld lenen om te overleven. De strenge fatsoensregels van die tijd zagen het niet terugbetalen van schuld als iets dat zwaar gestraft moest worden. Alleen zo zou de verderving van de goede moraal kunnen worden tegengegaan.
Gevangenisstraf
Tegenwoordig zou de schuldeiser waarschijnlijk een incassobureau inschakelen om het geleende geld terug te krijgen, maar in de 18e en 19e eeuw moest de schuldenaar samen met andere debiteuren naar een ‘debtor’s prison’ oftewel een schuldgevangenis. Je mocht pas de gevangenis verlaten als je de volledige schuld had afbetaald. Dat was lastig, want in de gevangenis kon je geen geld verdienen. Veel mensen raakten zelfs dieper in de schulden, omdat de gevangenen zelf voor hun verblijf moesten betalen. Omdat er geen maximumtijd was waarvoor een schuldenaar opgesloten kon worden, kon iemand voor decennia in de gevangenis zitten als het niet lukte om de schulden af te betalen of een regeling te treffen met de schuldeisers. Vaak moesten de gevangenen dan bedelen vanuit hun cel om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.
Met de hele familie naar de gevangenis
In de 18e en 19e eeuw zaten elk jaar duizenden mensen vast in schuldgevangenissen. Alleen al London had er meerdere. Zelfs als je vastgezet werd voor een kleine schuld, kon het bedrag snel oplopen door de kosten van het verblijf en voor rechtsbijstand. Vaak werd alleen het hoofd van het gezin, oftewel de man, vastgezet voor de schulden van het gezin. Wanneer het gezin echter niet voor haar levensonderhoud kon betalen, was het gebruikelijk om bij de man in de gevangenis te gaan wonen. Deze familieleden konden de gevangenis wel verlaten wanneer ze dat wilden. Er werden zelfs baby’s geboren in de schuldgevangenissen.
Standenjustitie
Hoewel de omstandigheden konden verschillen per gevangenis, was het leven in een schuldgevangenis meestal slecht. De gevangenissen zaten vol met ongedierte en waren overbevolkt. Hoewel mensen van alle rangen en standen gevangengezet konden worden door hun schuldeisers, was de ervaring niet voor iedereen hetzelfde. Als je nog wat geld had of gesteund werd door vrienden kon je betere omstandigheden kopen zoals meer eten en een eigen kamer, of zelfs overplaatsing naar een ‘betere’ gevangenis. De armste schuldenaren gingen naar de gevangenis Marshallsea in London, waar ook de vader van de bekende Britse schrijver Charles Dickens (1812- 1870) in 1824 enkele maanden vastzat. Later heeft Dickens de misstanden van de schuldgevangenissen beschreven in veel van de verhalen van, zoals bijvoorbeeld zijn boek ‘Little Dorrit’. De schrijver was een groot voorstander van hervorming van het systeem. Uiteindelijk zou in Engeland met de ‘Debtors Act’ van 1869 de schuldgevangenissen grotendeels afschaffen.