Een nationaal schoolpakt
Op 6 november 1958 werd in het kabinet van de minister van openbaar onderwijs Van Hemelrijck (thans minister voor Kongo), door vertegenwoordigers van de drie grote politieke partijen, het schoolpakt ondertekend. Onze Belgische redactie schreef hierover het volgende:
Toen op 25 juni 1958 de heer Eyskens een homogene CVP-regering vormde, gaf hij onmiddellijk zijn bedoeling kenbaar een definitieve oplossing voor het schoolvraagstuk na te streven.
De liberale partij en de socialisten waren het principieel eens om dit probleem, dat reeds sedert jaren het politieke leven in België beheerst, een definitieve oplossing te geven. Bij afwisselende perioden was de schoolkwestie de inzet van de parlementsverkiezingen. Telkens wanneer een linkse regering het vrij onderwijs (in Nederland "bijzonder onderwijs" geheten) in zijn erkenning en subsidiëring raakte, kwam er een felle rechtse reactie met als gevolg het aan het bewind komen van de rechtse partij. Ook bij de laatste parlementsverkiezingen was zulks het geval. Aangezien de definitieve regeling van de schoolkwestie een der hoofdpunten was van het CVP-programma en dit aan deze partij een werkelijke vooruitgang bezorgde, wenste eerste-minister Eyskens een poging te doen om dit probleem uit het slop te halen.
Hij verkreeg de instemming van de drie grote partijen voor de instelling van een nationale onderwijscommissie, die vier maanden tijd kreeg om een voor iedereen aanvaardbare oplossing te zoeken.
Een beperkt comité van technici uit de drie partijen redigeerde een ontwerp dat in september door de nationale onderwijscommissie als uitgangspunt voor de besprekingen werd genomen. Deze besprekingen hebben dan uiteindelijk toch tot een akkoord geleid dat men het "Nationaal Schoolpakt" noemt en waarvan we op pag. 14451 de volledige tekst publiceren.
De gevoeligste punten waarop de discussies het scherpst waren, bleken te zijn: de definitie van "neutraal", "officieel", en "vrij" onderwijs, de benoemingen van leerkrachten met vrij diploma in het officieel onderwijs, de bouw van scholen voor het officieel onderwijs, de bezoldiging van de leerkrachten en de subsidiëring van de werkingskosten in het vrij onderwijs.
Zoals Minister Van Hemelrijck in zijn radiotoespraak op 6 november verklaarde is deze gebeurtenis een mijlpaal in de geschiedenis van. Het pakt werd aangegaan voor een duur van 12 jaar, wat betekent dat gedurende die tijd de wapens van de schoolstrijd opgeborgen worden.
Het rijksonderwijs, het onderwijs ingericht door provincie- en gemeentebesturen, en het vrij onderwijs worden op gelijke voet behandeld. De kosteloosheid van het onderwijs wordt tot de leeftijd van 18 jaar gebracht. De vrije keuze van school is voor de ouders gewaarborgd.
De ondertekenaars van het pakt hebben de verbintenis aangegaan dit op 16 november 1958 voor hun respectieve partij-instanties te brengen en te verdedigen.
Het schoolpakt werd ondertekend door de leden van de Nationale schoolcommissie, nl.: Voor de Christelijke Volkspartij de heren Th. Lefevre, voorzitter; P. Harmel en R. Houben, ministers, en M. Van Hemelrijck, minister van openbaar onderwijs. Voor de Belgische Socialistische Partij: de heren M. Buset, voorzitter, L. Collard, A. Spinoy en L. Bracops. Voor de Liberale Partij: de heren M. Destenay, voorzitter, R. Motz, Ch. Janssens, 0. Van Audenhove en Ch. Moureaux.