Bosbranden Californië en Oregon veroorzaakt door verkeerd beleid
In de zomer van 2020 zijn er in de VS in de staten Californië en Oregon weer bosbranden ontstaan die alle records breken. Nooit eerder zijn er zo veel bosbranden waargenomen als dit jaar. Honderden mensen moesten evacueren en tientallen zijn vermist. Het lijkt er op dat ieder jaar de bosbranden heftiger worden. Dit komt door klimaatverandering die voor steeds meer hitte en droogte zorgt, maar dat is niet de enige boosdoener. Tientallen jaren van verkeerd beleid van de US Forest Service hebben ook aanzienlijk aan het probleem bijgedragen.
Het gebied rond Californië kampt tijdens de zomer vaak met periodes van grote droogte. Planten en bomen sterven af, bedekken de bodem en verdrogen. Zo ontstaan er in natuurgebieden grote potentiële brandhaarden. Na lange droogte is er alleen nog een ontvlamming nodig. Iets eenvoudigs als een uit de hand gelopen kampvuur of een natuurverschijnsel als blikseminslag, kan al genoeg zijn om een bosbrand te veroorzaken.
Only YOU can prevent wildfires
Het bestrijden van bosbranden valt onder de verantwoordelijkheid van de US Forest Service (USFC). Deze werd in 1905 opgericht omdat men zich zorgen maakte over het welzijn van de Amerikaanse bossen. Misschien heb je wel eens de USFC’s mascotte gezien, Smokey the Bear met zijn bekende slogan ‘Only YOU can prevent wildfires’. Dit is overigens de langslopende reclamecampagne in de Amerikaanse geschiedenis. In 1944 werd Smokey geïntroduceerd. Er was vanwege de Tweede Wereldoorlog een groot tekort aan brandweerlieden en de Amerikaanse overheid zag dit als potentieel gevaar. Ze hoopte door middel van het waarschuwen en informeren van de lokale bevolking, dat deze zelf bosbranden ging voorkomen. Een interessante historische voetnoot hierbij is dat de legerleiding van Japan, een bosbrand als potentieel wapen tegen de VS zag. In 1942 werd California bestookt met brandbare granaten door een nabijgelegen Japanse onderzeeër. Later probeerden de Japanners het nog eens door 9000 luchtballonnen met brandbommen eraan vastgemaakt op te laten in Japan, in de hoop dat ze Amerika zouden bereiken. Beide strategieën hadden in militair opzicht weinig effect, maar inwoners van de staat waren zeer geschokt dat de oorlog zich een weg had gevonden naar hun ‘achtertuin’.
Verkeerd beleid
De USFC heeft jarenlang het zogenaamde 10:00 uur beleid uitgevoerd. Bosbranden moesten voor 10:00 uur s’ ochtends de volgende dag geblust zijn. Bij kleine brandhaardjes rukte de brandweer gelijk uit om te voorkomen dat het vuur zich kon verspreiden. Dat is logisch als je het volgende in acht neemt: 98.8% van alle bosbranden in de VS wordt geblust voor zij groter kunnen worden dan 120 hectare. Branden groter dan 120 hectare zijn echter verantwoordelijk voor 97.5% procent van alle kosten die gemaakt worden om te blussen. Het beleid lijkt logisch maar heeft ervoor gezorgd dat er zich op de bodem een steeds dikkere laag droge plantenresten heeft gevormd. Bovendien zijn de bossen steeds dichter geworden en hebben planten die minder goed bestendig zijn tegen bosbranden, de kans gekregen zich te verspreiden. Deze factoren in combinatie met het steeds opwarmende klimaat veroorzaken de huidige recordaantallen in bosbranden.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
‘Wetenschappelijk’ bosbeheer van de 20ste eeuw
In 1935 werd het 10:00 uur beleid ingevoerd. Er bestond aan het begin van de 20ste eeuw een levendige discussie over correct bosbeheer. De meeste Amerikaanse boswachters vonden dat je brandhaardjes zo snel mogelijk moest blussen. Zij waren grotendeels opgeleid door boswachterscholen in het oosten van de VS, die sterk beïnvloed werd door de Duitse bosbeheertechnieken, welke weer een sterke nadruk legden op een wetenschappelijke benadering van natuurpreservatie. Veel landeigenaren in de brangevoelige gebieden wisten echter dat het gebruik van gecontroleerde bosbranden juist af en toe als preventiemiddel gebruikt moest worden, om later grotere branden te voorkomen. Ook de indianenvolkeren in deze gebieden hadden eeuwenoude tradities waarbij zij gebruik maakten van gecontroleerde bosbranden tijdens rituele ceremonies. Met de komst van westerse kolonisten werden zij echter van hun land verdreven en na 1900 waren al hun rituele ceremonies zo goed als verboden. De boswachters die voorstanders waren van het gelijk blussen, noemde de methode van gecontroleerde brandhaarden soms kleinerend ‘indianen’ bosbeheer. Een van hen zei bijvoorbeeld: “It is said that we should follow the savage’s example of ‘burning up the woods’ to a small extent in order that they may not be burnt up to a greater extent bye and bye. This is not forestry; not conservation; it is simple destruction.” Met het verbranden van bossen zoals de ‘wilden’ dat deden, verwoestte je alleen maar de kleine boompjes die nog moesten volgroeien, terwijl de staat er juist voor moest zorgen dat er ten alle tijden genoeg bomen groeiden om het land te kunnen voorzien van hout.
Yellowstone Park Fires van 1988
In 1970 kwam de USFC terug van het 10:00 uur beleid. Men besloot om natuurlijke bosbranden hun gang te laten gaan waar dat als geschikt geacht werd. Dit beleid zorgde in 1988 voor problemen, toen in het Yellowstone National Park meerdere kleine bosbrandjes uitbraken die zich samenvoegden tot één grote bosbrand. Uiteindelijk zou 36% van Yellowstone, Amerika’s oudste national park, aangetast worden door het vuur. Sindsdien is de strategie weer aangepast. Er wordt nu onder andere rekening gehouden met de zich steeds uitbreidende buitenwijken van Amerikaanse steden. Deze buitenwijken zorgen voor een verhoogd risico op bosbranden.
Huidige stand van zaken
Ondanks voortschrijdend inzicht over de oorzaak van bosbranden, is het probleem nog verre van opgelost. Tientallen jaren van verkeerd beleid hebben de bossen van de VS flink doen veranderen. Ze zijn veel dichter geworden. Het vuur zijn gang laten gaan zoals men dat tussen 1970 en 1988 deed, of zelfs het gecontroleerd gebruik van vuur, kan met een te dicht bos alsnog gevaarlijk zijn. Het uitdunnen van grote delen natuurgebied is ontzettend duur en daar is lang niet genoeg budget voor. Ook wordt de USFC door publieke opinie gedwongen om te zorgen voor zo min mogelijk brandschade. Dit werkt natuurlijk weer het snel blussen van kleine brandjes in de hand. Zo worden de symptomen bestreden, maar het probleem dat er aan ten grondslag ligt wordt versterkt. Een echte oplossing is dus nog niet gevonden. Wel blijft men nadenken over mogelijke oplossingen. Zo zijn twee indianenstammen in Noord-Californië een samenwerking aangegaan met de USFC. De inheemse bevolking is daar, onder toeziend oog van ambtenaren, weer begonnen met het uitvoeren van de oude rituelen die hun ouders verboden waren.
Bronnen: SmokeyBear, Frontiers in Ecology and Environment, Forest History Society, NPR.