Geschiedenis van Venetië
Als gevolg van hevige regenval en harde windstoten is een groot gedeelte van de Italiaanse stad Venetië onder water gelopen. De kanaalstad was vroeger een machtige stadsstaat, die rijk werd door de handel en een monopolie had op het handelsverkeer met het oosten. De stad, die gebouwd is op 118 eilandjes, werd in 421 gesticht met de inwijding van de San Giacomo di Rialto.
De Lagune van Venetië werd in de oudheid bewoond door de Veneti, een Gallische stam die oorspronkelijk uit Bretagne kwam. In de 4e en 5e eeuw, de periode dat het Romeinse Rijk op haar einde liep, vestigden steeds meer Romeinen zich op de eilandjes van Venetië. Zij waren op de vlucht voor invallen van Barbaarse stammen als de Visigoten, de Hunnen en de Longobarden, die Italië regelmatig binnenvielen. Op 25 maart 421 werd de stad officieel gesticht met de inwijding van de San Giacomo kerk, op het eilandje Rialto, en was de ‘Meest Serene Republiek van Venetië’ een feit.
Byzantijnse Rijk
Na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 ging Venetië onderdeel uitmaken van het Byzantijnse Rijk. De stad breidde zich langzaam uit over de eilandjes in de lagune, waarbij de bouwwerken werden gebouwd op houten palen die onder water lagen. De kanalen die tussen deze gebouwen ontstonden werden opengelaten voor transport. Venetië werd een onderdeel van het Exarchaat van Ravenna, de Byzantijnse gebieden in Italië die werden bestuurd vanuit Ravenna. In de 8e eeuw kwam hier een einde aan: Orso Ipato werd verkozen als eerste officiële doge (Venetiaans voor het Latijnse dux, dat leider betekent) en Venetië ging verder als een soort stadstaat binnen het Byzantijnse Rijk.
Venetiaanse onafhankelijkheid
Tussen de 9e en de 12e eeuw nam de macht en rijkdom van Venetië toe. Door haar strategische ligging aan de Adriatische Zee kon de Republiek Venetië uitgroeien tot een machtige handelsstaat. De bouw van het Arsenaal, een complex van door de staat beheerde scheepswerven en wapen- en munitiedepots, in 1104 consolideerde de positie van Venetië. De stad verkreeg in deze tijd steeds meer autonomie van Byzantium, tot het na de plundering van Constantinopel in 1204 tijdens de Vierde Kruistocht de facto onafhankelijk werd.
Hoogtepunt van Venetiaanse macht
Na de onafhankelijkheid bereikte de stad het hoogtepunt van haar macht. Venetië bemachtigde na de plundering van Constantinopel verschillende gebieden in Griekenland, waaronder Kreta, en voegde hier later ook Cyprus aan toe. Venetiaanse galeien domineerden de handel met de Levant en de Republiek werd bestuurd door een tienkoppige raad, voorgezeten door de doge. Vanaf de late 13e eeuw was Venetië de meest welvarende stad van Europa, een positie die het twee eeuwen vasthield.
Neergang van de Republiek
Hoewel de Venetianen in de 15e eeuw nog de loop van een aantal rivieren verlegden om hun stad te beschermen tegen aanvallen vanaf het land nam de macht van de stad vanaf de 16e eeuw af. De Republiek verloor steeds meer gebieden aan het opkomende Ottomaanse Rijk en ook haar monopolie op de handel met het oosten begon scheurtjes te vertonen. De Venetiaanse galeien waren niet geschikt voor reizen over de oceanen, waardoor Venetië op achterstand raakte na de opening van overzeese handelsroutes door de Portugezen. Verschillende uitbraken van de pest maakten daarnaast veel slachtoffers in de stad. De stad werd in 1797 veroverd door Napoleon, waarna het na de Napoleontische Oorlogen in Oostenrijkse handen kwam. In 1866 werd Venetië een onderdeel van het nieuwe koninkrijk Italië.
Gedurende haar bestaan is Venetië regelmatig getroffen door overstromingen. De harde regens van de afgelopen dagen hebben ervoor gezorgd dat inmiddels 70 procent van de stad onder een laag water van anderhalve meter staat. Deze overstromingen zijn de ergste van de afgelopen 150 jaar.