
Het verdrag van Waitangi: een gebroken belofte
In juni 2025 besloot het Nieuw-Zeelandse parlement drie parlementsleden een tijdje te schorsen. De reden voor de schorsing was dat de parlementariërs, die alle drie een maori-achtergrond hebben, tijdens een stemming de haka deden. Dat is een traditionele dans van de Maori. De haka werd tijdens de stemming als storend en intimiderend ervaren. De stemming ging over een 184 jaar oud verdrag, het verdrag van Waitangi, dat volgens de rechtsconservatieve coalitiepartij ACT, discriminerend zou zijn tegen niet-Maori. De ACT wilde daarom een nauwere interpretatie van de wet. Andere parlementariërs maken zich daarentegen weer zorgen over dat de nauwere interpretatie een verlies van rechten voor de Maori zou betekenen en verdeeldheid zou zaaien in het land. Maar wat is het verdrag van Waitangi eigenlijk?
Aan het begin van de 19e eeuw, was Nieuw-Zeeland nog geen kolonie. Er waren nederzettingen en handelsposten van kolonisten met verschillende nationaliteiten, maar er waren nog grote delen die niet onder westerse controle stonden. In de jaren 1830 begon het aantal Britse kolonisten in de provincie New South Wales toe te nemen. Dit ging gepaard met gewelddadige conflicten tussen de Maori en de Britten die niet beslecht konden worden door de Britse wet, omdat de nederzettingen in Nieuw-Zeeland formeel geen onderdeel waren van het Britse rijk. Daarom schreven een paar kolonisten brieven aan de regering om te vragen of de Britse overheid de orde kon bewaren. De reactie bleef voor lange tijd uit.
Er waren ook 13 Maori-chiefs die wilden dat de Britse overheid ingreep. Zij maakten zich zorgen over de wetteloosheid onder de westerse kolonisten en over de dreiging van een Franse annexatie van Nieuw-Zeeland en stuurden een brief naar de Britse koning Willem IV om te vragen om bescherming. De Britse overheid stelde als reactie op deze brief de ‘Resident’ aan, die de Britse overheid moest vertegenwoordigen in de Nieuw-Zeelandse kwestie. Deze Resident, James Busby, moest namens de Britse overheid bemiddelen in de conflicten tussen de Maori en de kolonisten. Hij kreeg daarvoor echter vrijwel geen middelen zoals geld of militairen mee, om zijn autoriteit ook daadwerkelijk kracht bij te zetten. Desondanks ging hij wel tot actie over en begon iets waarmee hij eigenlijk ver buiten zijn boekje ging. Hij schreef zonder toestemming van zijn meerderen een onafhankelijkheidsverklaring. Hierin stond dat Nieuw-Zeeland onafhankelijk was en dat alle soevereine macht toebehoorde aan de Maori-chiefs en hun stammen. In 1839 hadden 52 Maori-chiefs dit verdrag ondertekend, maar dat was bij lange na geen meerderheid onder de Maori chiefs. Maar hierna kwam een groter initiatief aan de grond van een nieuwe delegatie, die op gebied van ondertekeningen vele malen succesvoller was.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Aan het hoofd van die delegatie stond luitenant-gouverneur William Hobson. Hij schreef met Busby mee aan een nieuw verdrag en ging daarmee ging het hele land door om de Maori te overtuigen om dat verdrag ondertekenen. Het verdrag hield in dat Groot-Brittannië Nieuw-Zeeland zou annexeren. Hobson bagatelliseerde tijdens de onderhandelingen de inperking van de autoriteit van de Maori chiefs die de Britse annexatie zou veroorzaken.
Dit werd later een steen des aanstoots die een bron van het conflict zou worden. Een andere bron van conflict over het verdrag was, dat er twee verschillende versies waren van het verdrag: een versie van het verdrag in het Engels en een versie van het verdrag in de taal van de Maori. Die waren inhoudelijk echter niet helemaal hetzelfde, hierdoor hadden de kolonisten en de Maori verschillende verwachtingen van wat het verdrag inhield. Een van de problemen was dat er in de taal van de Maori geen woorden waren voor veel termen die de Engelsen gebruikten. Zo hadden de Maori geen woord voor het begrip ‘soevereiniteit’, waardoor de Maori niet goed konden inschatten hoe groot de toezeggingen die zij deden eigenlijk waren.
In totaal tekenden ongeveer 500 Maori-leiders, een meerderheid, het verdrag. Van hen hadden echter maar 39 de originele Engelse versie ondertekend. De rest had één van de 8 exemplaren in de taal van de Maori ondertekend.
Redenen voor het wel of niet ondertekenen
De Maori chiefs die het verdrag ondertekenden, hadden verschillende redenen hiervoor. Ten eerste wilden ze dat de nederzettingen van kolonisten en de landverkoop gereguleerd werden. Een tweede reden was dat ze dachten dat bemoeienis van de Britse overheid met Nieuw-Zeeland hun leefomstandigheden aanzienlijk kon verbeteren. De laatste reden was dat ze door de nieuwe wetgeving, gewelddadige conflicten tussen stammen konden voorkomen. Ze maakten zich geen zorgen om soevereiniteit, omdat ze garanties kregen van William Hobson en zijn delegatie dat de leiders van de Maori de macht zouden delen met de Britse regering.
De Maori die het verdrag niet ondertekenden hadden daar ook verschillende redenen voor. Ten eerste kregen sommige Maori nooit de kans om het verdrag te ondertekenen, doordat de delegatie van Hobson in werkelijkheid niet alle stammen bezocht. Bij stammen waar de Britse delegatie wel aankwam, gebeurde het soms dat de leiders absent waren en Hobson besloot te vertrekken voordat zij terugkeerden. Een laatste reden was dat sommige stammen hun onafhankelijkheid wilden bewaren.
Verschillen tussen het verdrag in het Engels en Maori
Het verdrag dat Hobson en Busby opstelden, bestond uit slechts drie artikelen, maar door de taalbarrière ontstond er veel onduidelijkheid over de betekenis en voorwaarden van het verdrag.
Volgens de Britse versie hield het eerste artikel in dat Maori hun soevereiniteit van Nieuw-Zeeland moeten opgeven, zodat Groot-Brittannië die soevereiniteit kon overnemen. Het tweede artikel hield in dat de Britse kroon het exclusieve recht krijgt om land te kopen van de Maori. In ruil daarvoor kregen de Maori het eigenaarschap van hun land, visserijen, bossen etc. Tot slot hield het derde artikel in dat de Maori die onder de bescherming van de Britse kroon zouden vallen dezelfde rechten kregen als Britse burgers.
In de Maori-vertaling zijn bij het woordgebruik keuzes gemaakt die voor onduidelijkheid zorgden. Zo werd het woord ‘soevereiniteit’, dat zoals gezegd niet bestaat in de taal van de Maori, vertaald door het woord ‘bestuur’. Hierdoor dachten veel Maori dat het Britse bestuur alleen voor de kolonisten gold of dat ze niet meer het bestuur hadden over hun land, maar wel over hun eigen zaken.
De Britten schenden het verdrag
Ondanks dat het verdrag door een kleine meerderheid van de Maori-stammen werd ondertekend, annexeerden de Britten zodra het kon heel Nieuw-Zeeland, helemaal volgens de bepalingen van (de Britse versie van) het verdrag. Maar hoewel de Britse overheid dit deel van het verdrag erg serieus nam, nam ze het met de voordelen voor de Maori die het verdrag waarborgde minder nauw. Na 1840 gaf de Britse overheid namelijk toe aan het Nieuw-Zeelandse koloniale bedrijf, de New Zealand Company (NZC), dat een dubieuze koop had gedaan van Maori land dat gebruikt zou worden om Wellington te bouwen. Dit ging echter rechtstreeks in tegen het verdrag dat bepaalde dat alleen de Britse overheid land mocht kopen en dat het eigenaarschap Maori zou moeten beschermen.
Er ontstonden meer problemen door de verschillende interpretaties van het verdrag. De Maori-stammen werden nog altijd niet betrokken bij de politieke besluitvorming. Wat ook niet meehielp was dat het aantal kolonisten uit Europa snel bleef groeien. Vanwege die snelle groei van het aantal kolonisten, bleven er conflicten ontstaan over landeigenaarschap. Het geweld tussen kolonisten en lokale stammen hield daardoor ook niet op.
Halverwege de negentiende eeuw, liepen de problemen steeds verder uit de hand. Om sterker te staan, verenigden de Maori zich en kozen een koning. Het grootste doel daarvan was dat de koning de verkoop van land van de Maori tegenhield, zodat het land in hun handen bleef. Dat wilde echter niet zeggen dat de Maori zich volledig tegen de Britse kroon keerden. In de ogen van de Maori konden de twee monarchen prima naast elkaar regeren.
Aan het eind van de jaren 1850 ontstond er onder de Europese kolonisten ook steeds meer verdeeldheid over het verdrag. Sommigen vonden dat ze zich aan het verdrag moesten houden, omdat anders de eer van het Britse koningshuis geschonden zou worden. Anderen vonden dat het verdrag niet samen kon gaan met de uitbreiding van de koloniale nederzettingen. Rond die tijd sprak de overheid zich ook uit tegen de Maori-koning, die als een bedreiging voor de Britse soevereiniteit werd gezien.
De nieuwe Britse gouverneur van Nieuw-Zeeland ging daarop actie over. Hij stuurde Britse troepen om de regio Waikato binnen te vallen. Volgens de officiële lezing om een opstand onder de Maori de kop in te drukken, maar de eigenlijke bedoeling was om te laten zien wie er de werkelijke soevereiniteit in handen had en tegelijkertijd meer grondgebied voor de kolonisten te bezetten. Na de oorlog nam Groot-Brittannië veel land in het gebied van de Maori in, wat voor de Maori weer aantoonde dat de Britse overheid het verdrag aan haar laars lapte.
In de jaren na de oorlog werd steeds duidelijker dat de Britse overheid zich niet aan het verdrag wilde houden. Het landeigenaarschap van de Maori werd niet beschermd en het werd zelfs makkelijker gemaakt om het land van de Maori te verkopen. Verder breidden de nederzettingen zich verder uit op Maori-land en kon door wetgeving Maori gedwongen worden om hun land af te staan voor publieke werken, zoals bijvoorbeeld wegen. Ook beschadigden kolonisten natuur die volgens het verdrag met rust gelaten moest worden, omdat het in handen van de Maori was.
Verbetering van de rechten van de Maori
Eind 19e eeuw begonnen de Maori zich opnieuw te organiseren. In het begin met weinig succes, ze konden hun situatie niet verbeteren. Maar aan het begin van de 20e eeuw lukte het toch om meer invloed te krijgen, wat ook positieve gevolgen had voor de rechten die de Maori hadden. Toch bleven er grote verschillen tussen de rechten die de Maori volgens het verdrag hadden en de rechten die zij in de werkelijkheid kregen. Die verschillen bleven decennialang bestaan. Dat leidde in de jaren 70 tot grote protesten. De demonstranten wilden dat het verdrag in de wet werd opgenomen. De protesten hadden geen windeieren gelegd, waardoor het verdrag van Waitangi werd toegevoegd aan het wetboek in 1975.
Het wetsvoorstel van de rechtsconservatieve partij om het verdrag nauwer te interpreteren is verworpen. Dit voorstel en de reactie van de geschorste parlementariërs laten zien dat de relatie tussen de Maori en Nieuw-Zeelandse overheid nog steeds makkelijk kan verslechteren. Het is aan alle partijen dat de relatie weer hersteld wordt en het verdrag van Waitangi nageleefd wordt. Alleen de tijd zal leren of dit lukt.
Bronnen:
- NZ History: The Treaty in Brief
- Claudia Orange (TeAra.govt.nz): Te Tiriti o Waitangi – the Treaty of Waitangi
- NZ History: Read the Treaty
- NZ History: Treaty FAQs
- NOS: Drie Maori-parlementariërs geschorst vanwege 'intimiderende' haka
- NZ History: Treaty Timeline
Afbeelding:
Gemaakt door Marcus King via het account Archives New Zealand op Flickr (CC BY 2.0) (niet aangepast)