De 'ontploffende' broeken van Nieuw-Zeelandse boeren
In de jaren 30 verschenen er merkwaardige berichten in de Nieuw Zeelandse kranten. De ene na de andere boer raakte gewond, maar niet door ongelukken met vee of met landbouwwerktuigen. Volgens de kranten ‘ontploften’ hun broeken zomaar, uit het niets. Wat was er aan de hand?
Jacobskruid
In de jaren 1930 vond er een grote verandering plaats in de landbouw in Nieuw-Zeeland. Steeds meer boeren wisselden hun kuddes schapen in voor melkkoeien. Dat had echter een onbedoeld effect: overal dook Jacobskruid op. Deze tweejarige plant bloeit met vrolijke gele bloempjes en groeit vaak in weides. Jacobskruid is eetbaar voor schapen, maar giftig voor koeien, die de plant daarom laten staan. Toen de boeren hun schapen inruilden voor koeien, werd het kruid nauwelijks meer opgegeten. Hierdoor kon de – van oorsprong Europese plant- meer kansen om zich in Nieuw-Zeeland te verspreiden.
Al snel werd Jacobskruid dan ook een plaag op het platteland van Nieuw-Zeeland. Koeien die de planten toch opaten werden ziek en wanneer ze dat niet deden, woekerde het Jacobskruid dusdanig dat delen van weides onbruikbaar werden voor het melkvee. Dit gebeurde allemaal midden in de Grote Depressie en veel boeren konden dergelijke tegenslag er niet bij hebben. Omdat de problemen zich door het hele land voordeden, verwachtten men een oplossing van de overheid.
Natriumchloraat
Het Ministerie van Landbouw had inderdaad een oplossing: natriumchloraat. Dit chemische middel lijkt in droge vorm op een wit poeder dat bestaat uit suikerachtige kristallen. Wanneer het wordt opgelost in water is het ook een zeer effectieve onkruidbestrijder. Na het advies van de overheid gingen de Nieuw-Zeelandse boeren snel aan het werk met natriumchloraat om het Jacobskruid te verdelgen. Een voordeel van dit middel ten opzichte van klassiek onkruid wieden, was dat er geen extra mankracht nodig was om van het onkruid af te komen. Maar de veiligheidsinstructies die de het Ministerie van Landbouw bij hun advies hadden gegeven, verspreidden zich veel minder goed dan het middel zelf.
Natriumchloraat is een zeer licht ontvlambare stof, vooral wanneer het in contact komt met organische materialen. De boeren die ermee werkten hadden weinig kennis over de onkruidbestrijder en wisten zodoende nauwelijks hoe gevaarlijk het kon zijn. Tijdens het werk met natriumchloraat in vloeibare vorm raakte hun kleding, en dan vooral de broeken, vaak doorweekt. Als die kleding opdroogde, bond de brandbare stof zich aan de vezels van de kleding. Omdat de broeken vaak gemaakt waren van organisch materiaal dat óók kon branden, veranderde de kleding zo in een kleine brandbom.
Broeken vatten vlam
Wat volgde was een reeks incidenten waarbij kledingstukken door hitte, zonlicht of beweging vlam vatten. De Nieuw-Zeelandse krant de ‘Evening Post’ schreef op 21 april 1933 over een incident waarbij een verbijsterde boer zag hoe zijn broek, die aan de waslijn hing te drogen, uit het niets begon te branden. De boer wist zijn brandende broek snel het raam uit te gooien en beschreef aan de krant hoe het kledingstuk buiten opbrandde in een reeks kleine explosies. En daar bleef het niet bij. Volgens een ander bericht vloog de broek van een ander slachtoffer in brand terwijl hij aan het paardrijden was.
Hoe absurd deze situaties ook mogen lijken, voor de betrokkenen konden ze een fatale afloop hebben. Minstens twee mensen overleden door hun licht ontvlambare kleding. Anderen liepen zware brandwonden op. Hierbij hielp het niet dat het vuur dat veroorzaakt wordt door natriumchloraat lastig te doven is.
Terwijl de 'plaag' van brandende broeken zich als een lopend vuurtje verspreidde, kwam het Ministerie van Landbouw niet verder dan het geven van vage adviezen om de schade te beperken. Zo gaf het ministerie bijvoorbeeld de tip om bij het werk met de brandbare onkruidverdelger wijde kleding te dragen die makkelijk uitgetrokken kon worden als de vlammen toesloegen.
Nadat steeds bekender werd hoe gevaarlijk natriumchloraat eigenlijk was, werd het spul steeds minder gebruikt. Als een direct resultaat hiervan waren er ook steeds minder broeken die spontaan in vlammen opgingen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De mythe
Sindsdien heeft het verhaal van de ‘exploderende broeken’ van de boeren van Nieuw-Zeeland erg tot de verbeelding gesproken. Het academische artikel ‘The Significance of Mr. Richard Buckley's Exploding Trousers’ van James Watson uit 2004 over dit onderwerp kreeg veel aandacht. Het won later de Ig nobelprijs voor onderzoek dat je eerst laat lachen en dan laat nadenken. De televisieshow ‘MythBusters’ onderzocht de ontploffende broeken in de aflevering ‘Exploding Pants’ uit 2006 en concludeerden dat de broeken inderdaad brandbaar waren.
De kwestie met het woekerende Jacobskruid in Nieuw-Zeeland is overigens nog niet opgelost. De Nieuw Zeelandse overheid beschouwt de plant nog altijd als een plaag. Desondanks is de plant op veel plekken inmiddels dusdanig geïntegreerd in het ecosysteem dat veel lokale overheden zich niet meer richten op verdelging van het Jacobskruid maar hooguit nog de verspreiding proberen te voorkomen.
Bronnen
- IFLS Science, The Fatal Exploding Pants Plague Of 1930s New Zealand
- Atlas Obscura, The Bizarre Case of New Zealand’s Exploding Pants
- Massey University, Ragwort
- Natuurmonumenten, Schapen binden strijd aan met Jacobskruiskruid in Hengstven
- James Watson, 'The Significance of Mr. Richard Buckley's Exploding Trousers: Reflections on an Aspect of Technological Change in New Zealand Dairy Farming between the World Wars'