Levensverhaal van Britse krijgsgevangene Horace ‘Jim’ Greasley verfilmd
Filmproducent Silverline Productions heeft aangekondigd het levensverhaal van de Britse krijgsgevangene Horace ‘Jim’ Greasley te gaan verfilmen. Greasley werd op 25 mei 1940 gevangen genomen door de Duitsers en bracht vervolgens vijf jaar door in verschillende strafkampen. In die periode wist hij echter maar liefst 200 keer uit zijn gevangenschap te ontsnappen om zijn grote liefde te ontmoeten, een Duits meisje genaamd Rosa Rauchbach.
De Brit Joseph Horace Greasley werd geboren op 25 december 1918 in Ibstock, Leicestershire. Toen hij 21 jaar oud was brak de Tweede Wereldoorlog uit en besloot hij zich in te schrijven bij de Britse landmacht. Op de eerste dag van zijn trainingskamp kreeg Greasley de bijnaam ‘Jim’, aangezien zijn korporaal om onbekende redenen een ontzettende hekel had aan de voornaam ‘Horace’.
Krijgsgevangene
Na de voltooiing van zijn zeven weken durende training werd ‘Jim’ Greasley in het voorjaar van 1940 naar Frankrijk gestuurd. Daar kwam hij op een akker enkele kilometers ten zuiden van de Franse stad Cherbourg voor het eerst in contact met de strijdkrachten van de Duitse Wehrmacht. Met slechts dertig kogels tot zijn beschikking was hij echter niet in staat om veel weerstand te bieden en op 25 mei 1940 werd Greasley gevangen genomen door de Duitsers. Die dwongen hem vervolgens om zonder voedsel of vers drinkwater naar Luxemburg te marcheren, een loodzware reis die Greasley maar ternauwernood overleefde. Hier werd hij vervolgens op de trein gezet naar Polen.
Strafkampen
Tien weken na zijn vertrek uit Frankrijk arriveerde Greasley in het Duitse strafkamp Stalag XXI-D, gelegen in het Poolse Poznań. Hier werd hij opgesloten in een oude paardenstal, die nauwelijks bescherming bood tegen de kou. De krijgsgevangenen bezaten bovendien niet over extra kleding of dekbedden, waardoor velen van hen in de winter van ’40 – ’41 met temperaturen van wel 40 graden onder Celsius doodvroren. Greasley wist de erbarmelijke omstandigheden echter te overleven en werd een jaar later overgeplaatst naar een minder streng bewaakte steengroeve in Silezië.
Romance met Rosa
Hier kwam hij voor het eerst in contact met Rosa Rauchbach, de dochter van de eigenaar van de steengroeve en tevens de tolk voor de krijgsgevangenen. De twee werden al snel verliefd en begonnen elkaar tijdens de middagpauzes, terwijl alle bewakers aan het lunchen waren, op te zoeken. Greasley gaf haar de bijnaam ‘Rose’, de Engelse variant van Rosa. De kortstondige romance kwam echter plotsklaps ten einde, toen Greasley in 1943 door de SS werd overgeplaatst naar kamp Freiwaldau in het zuiden van Silezië.
Ontsnappingen uit Freiwaldau
Lange tijd dacht Greasley dat hij zijn geliefde voorgoed kwijt zou zijn, maar op een dag ontving hij van een medegevangene een brief van Rose. Ze was alle strafkampen in Silezië afgegaan en uiteindelijk terecht gekomen bij kamp Freiwaldau. Aangezien Rose hem echter niet in het kamp op kon komen zoeken, bedacht Greasley een plan om te ontsnappen. Hij wrikte de spijlen van zijn gevangenisraam los, ontweek de bewakers en kroop onder het prikkeldraad naar het nabijgelegen bos, waar hij had afgesproken Rose te ontmoeten.
Na de romantische nachtelijke ontmoeting besloot Greasley echter niet op de vlucht te slaan, maar keerde hij gewoon terug naar zijn cel. Het dichtstbijzijnde neutrale land Zweden lag namelijk veel te ver weg, en bovendien wilde hij Rose en zijn medegevangenen niet in gevaar brengen. Uiteindelijk slaagde Greasley erin om nog minstens 200 keer het kamp te ontsnappen en Rose te ontmoeten. Op de terugweg smokkelde hij vaak voedsel en soms zelfs radio-onderdelen het kamp binnen, waardoor zijn nachtelijke escapades ook door zijn medegevangenen op prijs werden gesteld.
Bevrijding
Na de bevrijding van het kamp in mei 1945 keerde Greasley terug naar Groot-Brittannië. Hij bleef echter nog wel briefcontact met Rose houden, die inmiddels net zwanger was geraakt. Zo hielp hij haar onder meer aan een baan als tolk bij het Amerikaanse leger, door haar rol bij het helpen van de krijsgevangenen te bevestigen. Vanaf december 1945 ontving Greasley echter ineens geen brieven meer van Rose. Een jaar later ontdekte hij dat ze op het kraambed was gestorven. Greasley heeft nooit geweten of het kind van Rose van hem was.
In 2008 publiceerde Horace Greasley in samenwerking met ghostwriter Ken Scott zijn memoires onder de titel Do the Birds still sing in Hell? Inmiddels heeft filmproducent Silverline Productions aangekondigd het boek te gaan verfilmen. Volgens de geruchten zal de rol van Horace ‘Jim’ Greasley hierbij vertolkt worden door Alex Pettyfer of Robert Pattinson.