Martin Luther King Jr.: Leider van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging
“Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een natie waar ze niet beoordeeld zullen worden op de kleur van hun huid, maar naar de inhoud van hun karakter.” Met deze beroemde ‘I have a dream’ toespraak groeide Martin Luther King Jr. op 28 augustus 1963 uit tot een van de belangrijkste leiders van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
Verwijzing naar Maarten Luther
Michael King Jr. werd geboren op 15 januari 1929 in de Amerikaanse stad Atlanta in Georgia. Hij was het tweede kind van dominee Michael King Sr. en diens vrouw Alberta Williams King. In 1934, toen Michael Jr. vijf jaar oud was, reisde zijn vader naar Duitsland, waar hij besloot zijn eigen naam en die van zijn eigen zoon te laten veranderen. Sindsdien stonden ze respectievelijk bekend als Martin Luther King Sr. en Jr., een verwijzing naar de 16e eeuwse Duitse kerkhervormer Maarten Luther.
Zelfmoordpoging
Martin Luther King Jr. kende een roerige jeugd in zijn geboortestad Atlanta. Zo werd hij regelmatig geconfronteerd met het feit dat zwarten in het zuiden van de Verenigde Staten nog steeds gediscrimineerd werden. Daarnaast raakte hij in 1941 volledig overstuur van het overlijden van zijn grootmoeder Jennie Celeste Parks Williams. De twaalfjarige King deed uit verdriet zelfs een zelfmoordpoging door van de tweede verdieping van zijn ouderlijk huis te springen, maar hij overleefde de val zonder grote verwondingen. Op latere leeftijd groeide hij vervolgens uit tot een uitstekende leerling en kreeg hij toestemming om het negende- en twaalfde schooljaar over te slaan.
Dominee King
Na de afronding van zijn studie sociologie aan het Morehouse College in Atlanta besloot King zich toe te leggen op een loopbaan als geestelijke. In 1948 schreef hij zich in aan het Crozer Theological Seminary te Chester, Pennsylvania. Al snel ondervond King dat men in het noorden van de Verenigde Staten veel toleranter stond ten opzichte van de zwarte bevolking. Deze denkbeelden nam hij mee toen hij in 1951, na zijn afstuderen aan het seminarie, terugkeerde naar het zuiden. Daar trad hij op 18 juni 1953 in het huwelijk met Coretta Scott, met wie hij uiteindelijk vier kinderen zou krijgen: Yolanda King, Martin Luther King III, Dexter Scott King en Bernice King.
Bus boycot
In 1954 werd Martin Luther King Jr. door zijn vader bevestigd als dominee van de Dexter Avenue kerk in Montgomery, Alabama. Nog geen jaar later werd deze stad het toneel van een nationale rel toen de zwarte vrouw Rosa Parks op 1 december 1955 weigerde haar plaats voor in de bus af te staan aan een blanke passagier. Deze passagier besloot vervolgens de politie erbij te halen, waarop Parks gearresteerd werd. Zwarten waren volgens de wet verplicht om achter in de bus te zitten, Parks kreeg daarom een boete van tien dollar. Martin Luther King en verscheidene andere zwarte dominees schaarden zich achter Parks en begonnen uit protest een boycot van de busdienst. Op 20 december 1956, 385 dagen na het begin van de boycot, besloot de staat Alabama een einde te maken aan de rassensegregatie in de bussen.
Burgerrechtenbeweging
Door zijn betrokkenheid bij de boycot in Alabama groeide King in één klap uit tot een van de meest prominente leiders van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. In 1957 zette hij vervolgens de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) op, een belangengroepering die de rechten van zwarte Amerikanen in de gehele Verenigde Staten moest verbeteren. King richtte zich, in navolging van zijn grote idool Mahatma Gandhi, voornamelijk op het geweldloze protest. Zo organiseerde hij demonstraties, vredesmarsen en zogeheten sit-ins.
‘I have a dream’ speech
Het grootste succes als activist beleefde King op 28 augustus 1963, toen hij samen met de leiders van de andere grote burgerrechtenbewegingen, de zogeheten ‘Big Six’, de ‘The Great March on Washington’ organiseerde. Voor een menigte van 250.000 tot 300.000 man hield Martin Luther King Jr. op die dag voor het Lincoln Memorial zijn beroemde ‘I have a dream’ speech, waarin hij opriep tot volledige gelijkheid tussen de zwarte- en de blanke bevolking. De toespraak staat bekend als het hoogtepunt van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. In 1964 werd King beloond voor zijn acties met de Nobelprijs van de Vrede.
Malcolm X
In de tweede helft van de jaren ’60 werd Martin Luther King echter steeds meer voorbij gestreefd door militantere activisten als Malcolm X, die pleitten voor een meer gewelddadig verzet. King bleef ondertussen vasthouden aan zijn geweldloze campagnes, al richtte hij zich wel steeds vaker op andere onderwerpen. Zo keerde hij zich in 1967 publiekelijk tegen de oorlog in Vietnam, die hij beschouwde als een poging tot Amerikaans imperialisme.
Moord op Martin Luther King Jr.
Op 4 april 1968 kwam er een vroegtijdig einde aan het leven van Martin Luther King jr. toen hij werd neergeschoten op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis. Na zijn dood kreeg hij postuum de Presidential Medal of Freedom en de Congressional Gold Medal toegewezen. Bovendien is de derde dag van januari sinds 1986 officieel uitgeroepen tot Martin Luther King Jr. Day.
afbeelding
Library of Congress [Public domain], via Wikimedia Commons