'Sigarenmeisjes' organiseerden eerste loonstaking door vrouwen
Met de feministische beweging hadden ze niet veel van doen, dat was meer iets voor de stad. Toch kwamen ze in opstand: de meiden van de sigarenfabriek Champ Clark in het Oost-Groningse Nieuwe Pekela. In 1969 waren ze de eerste vrouwen die een 'wilde staking', dus zonder steun van de vakbonden, voor gelijke beloning organiseerden.
De rol van vrouwen in de industrie
In Groningen speelden vrouwen van oudsher een belangrijke rol in de industrie: de turfsteeksters namen het werk van hun mannen over als die elders geld verdienden, de binnenschipsters stonden aan het roer en de kapiteinsters deden de administratie op de grote vaart. Ook in de sigarenindustrie, in die tijd een belangrijke industriële tak in Nederland, werkten veel vrouwen. Die belangrijke positie van de vrouwen in de Groningse industrie betekende echter niet dat ze hetzelfde loon en dezelfde rechten kregen. Dat ondervonden ook de dertig vrouwen van Champ Clark, die verantwoordelijk waren voor een groot deel van de sigarenproductie. De mannelijke medewerkers van de fabriek hadden een loonsverhoging van tien euro per week gekregen, wat voor de vrouwen geheim werd gehouden. Toen de achttienjarige Grietje Krul hier toch achter kwam, stapte ze met collega's naar de directie om ook meer loon te vragen. Hun verzoek werd afgewezen, met het argument dat mannen zwaarder werk zouden doen.
Hulp van stakingsleider Fré Meis
De meiden lieten het er niet bij zitten: "Het was gewoon oneerlijk", zegt Griet Krul in een documentaire over de staking van Hendrina Praamsma en Carla Boos uit 2013. Ze besloten de hulp van Fré Meis, een belangrijke voorman van de Communistische Partij Nederland (CPN), in te roepen die vooral bekend is van de grote staking in de strokarton-industrie. Meis zegde hen de steun van de actiecomtés van de CPN toe, adviseerde ze over de beste strategie voor de staking en leerde ze onderhandelen. Op 15 december 1969 was het zover: om negen uur gingen de dames van Champ Clark voor de tweede keer naar de directie om hun eisen duidelijk te maken. Toen die niet werden ingewilligd vertrokken ze naar Café Sasker, waar veel stakingsbijeenkomsten werden gehouden. De staking zou vier weken duren.
Meer Geschiedenis? Lees Geschiedenis Magazine!
IsGeschiedenis is partner van Geschiedenis Magazine
|
Fabriek dreigde met ontslag
Elke morgen gingen de staaksters met steunlijsten langs de deuren, om geld voor hun protest op te halen. Zo kregen de sigarenmeisjes ook tijdens de staking hun wekelijks loon. Ze kregen veel steun: de donaties stroomden binnen en er kwamen veel journalisten naar Nieuwe Pekela om woordvoerster Lena Schoonhoven te interviewen. Het meest trots zijn Krul en Schoonhoven – in de documentaire van middelbare leeftijd – nog steeds op de steunbrief van de Nederlandse Vrouwenbeweging. "Wij verklaren ons solidair met uw actie voor loonsverhoging", stond erin. Bovendien schonk de beweging de meisjes tweehonderd gulden. Ondertussen zette de directie van Champ Clark de staaksters onder druk. Ze spraken niet met de directie, maar via de krant kwamen ze te weten dat de fabriek nieuwe medewerksters zocht, die veel meer betaald zouden krijgen. De meisjes zelf kregen een ontslagbrief: voor de kerst zouden ze moeten vertrekken, en als ze op de eerstvolgende maandag niet aan het werk zouden gaan, werden ze meteen ontslagen. "Dat pikten we gewoon niet", zegt Krul in de documentaire.
Grote overwinning
De overwinning kwam na overleg met de vakbond. Op aanraden van Meis riepen de staaksters de bond te hulp, die vervolgens instemde om met de directie te gaan praten. Het resultaat was overweldigend: niet alleen de vrouwen van Champ Clark kregen loonsverhoging, ook de mannen van de fabriek kregen voortaan meer betaald. Dat kwam doordat de directie zich niet aan de CAO voor sigarenmakers had gehouden en alle medewerkers te weinig had betaald. Het inkomen van de vrouwen steeg van 35 naar 58 euro per week, dat van de mannen van 45 naar 58. Hun succes vierden de meiden met bier en rookworst bij Sasker, waar de staking ook was begonnen. Twee jaar later, in 1971, was Champ Clark failliet. De directie wilde graag geloven dat dat aan de hogere lonen lag. Maar het had waarschijnlijk meer met de tijdgeest te maken: na de Tweede Wereldoorlog was de sigarenproductie in handen van een aantal grote producenten, die vooral in het midden en zuiden van Nederland gevestigd waren. Bovendien was er door de derde mechanisatiegolf al vanaf 1950 praktisch geen handwerk meer nodig in het productieproces. Eigenlijk liep Champ Clark in 1969 dus al achter op die ontwikkeling. Hoewel er nog een aantal succesvolle sigarenfabrieken in Nederland zijn gevestigd, is een groot deel van de productie van sigaren tegenwoordig in België te vinden. Eén ding is hetzelfde gebleven: het aandeel van vrouwen in de fabrieken is nog steeds hoog. Deze dames zouden nog eens een voorbeeld kunnen nemen aan de meiden van Champ Clark.
Afbeelding
- Wikimedia Commons: Cadenillas, Compania Cadena
Afbeelding: