Tweede Chinees-Japanse oorlog
Tijdens demonstraties in de Chinese hoofdstad Peking is afgelopen weekend de Japanse ambassade bestormd. De Chinese demonstranten protesteren tegen de Japanse aankoop van een aantal gasrijke eilanden in de Chinese Oost-Zee. Volgens een 93-jarige Chinese veteraan doet de gang van zaken sterk denken aan de aanloop naar de Tweede Chinees-Japanse oorlog (1937-1945), toen de twee landen ook streden om de dominantie in Azië.
In 1930 brak er in China een burgeroorlog uit toen verscheidene krijgsheren en de Chinese Communistische Partij (CCP) tegelijkertijd in opstand kwamen tegen het bewind van de Kwomintang (KMT), dat onder leiding stond van de generaal Chiang Kai-Shek. Het imperialistische Japan zag dit als een kans om het eigen grondgebied uit te breiden en besloot misbruik te maken van de interne Chinese onrust door een oorlog met het land uit te lokken.
Mukden Incident
Op 31 september 1931 liet de Japanse luitenant Kawamoto Suenori een kleine hoeveelheid explosieven tot ontploffing brengen in de nabijheid van een Japanse spoorweg in Mukden. Hoewel de explosie vrijwel geen schade aanrichtte en er enkele minuten later nog gewoon treinen over het spoor reden, beschuldigden de Japanners China van sabotage en reageerden zij met een grootschalige invasie van Mantsjoerije, het grondstofrijke noordelijke deel van China. Binnen zes maanden stond het hele gebied vervolgens onder Japanse controle.
Huidziekte
De Kwomintang bood aanvankelijk maar weinig verzet tegen de Japanse invasie, aangezien Chiang Kai-Shek zijn communistische vijanden in de burgeroorlog als belangrijker en gevaarlijker beschouwde. “De Japanners zijn slechts een huidziekte, de Communisten zijn een hartaandoening”, zo zou hij zijn positie later samenvatten. De Japanners maakten handig gebruik van deze Chinese verdeeldheid en lokten gedurende de jaren ’30 nog enkele incidenten uit, waarbij zij steeds aanzienlijke terreinwinst boekten, om vervolgens het conflict weer snel te beëindigen.
Marco Polo brug
Op 7 juli 1937 ging het Japanse leger in de ogen van de KMT echter te ver toen zij een aanval uitvoerden op de Marco Polo brug, een belangrijke toegangsweg naar de Chinese stad Bejing (Peking). Chiang Kai-Shek kondigde aan dat het ‘breekpunt’ van de Japanse agressie was bereikt en gaf opdracht om het gehele Chinese leger te mobiliseren. De Japanse legerleiding deed ondertussen nog een laatste poging om escalatie van het conflict te voorkomen, maar dit mocht niet meer baten. Op 13 augustus zette het Chinese leger de tegenaanval in bij de stad Shanghai, met veel Japanse slachtoffers tot gevolg. Enkele maanden later namen de Japanners echter wraak door op 13 december 1937 een bloedbad aan te richten in de Chinese hoofdstad Nanking.
Three Alls Policy
In de beginfase van de Tweede Chinees-Japanse oorlog boekten de Japanners grote terreinwinst, maar na verloop van tijd liep hun opmars steeds verder vast. Achter de frontlinies pasten met name CCP strijders namelijk op grote schaal guerrillatactieken toe, waardoor het Japanse leger grote moeite had om de veroverde gebieden onder controle te houden. Uit frustratie hanteerden de Japanners vanaf 1940 daarom bij nieuwe veroveringen het zogeheten ‘Three Alls’ beleid (‘vermoord alles, verbrand alles, plunder alles’), met miljoenen Chinese burgerslachtoffers tot gevolg.
Tweede Wereldoorlog
Japanse veroveringen (paars) in China, 1940
Door de grootschalige oorlogsmisdaden keerde de publieke opinie in het Westen zich al snel tegen de Japanse agressors. Onder meer de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Sovjet-Unie voorzagen China al vroeg in het conflict van financiële steun. In juli 1941 besloten een aantal Westerse landen zelfs tot een olie-embargo tegen Japan, nadat het land enkele dagen eerder ook Frans Indochina was binnengevallen.
Militaire steun vanuit het westen voor China kwam er echter pas na de Japanse aanval op Pearl Harbour op 7 december 1941. China sloot zich vervolgens aan bij de Geallieerden en verklaarde ook de oorlog aan Duitsland en Italië, waardoor de Tweede Chinees-Japanse oorlog opging in de Tweede Wereldoorlog. Pas vier jaar later werd dit conflict definitief beëindigd met de Japanse overgave op 15 augustus 1945: ‘Victory over Japan Day’.
Anti-Japanse protesten
Ondanks het feit dat de Tweede Japans-Chinese oorlog inmiddels al meer dan 65 jaar geleden is, vormt het conflict nog steeds een groot obstakel in de relatie tussen de twee landen. Zo ontstond er afgelopen weekend grote ophef in de Chinese hoofdstad Peking nadat bekend was geworden dat Japan een aantal onbewoonde eilanden in de Chinese Oostzee had overgenomen van private eigenaren. Veel Chinezen beschouwen de aankoop namelijk als een wederopleving van het Japanse expansionisme dat in de jaren ’30 resulteerde in de Tweede Japans-Chinese oorlog. De 93-jarige Chinese oorlogsveteraan You Guangcai sprak in de media zelfs van ‘een nieuwe Japanse invasie’.