Hoe Brittannië een Romeinse provincie werd

In het tweede deel van de Adelaar-reeks, De overwinning van de Adelaar, barst de strijd tussen de Romeinen en de Brittanniërs los. De historische roman van Simon Scarrow vertelt het verhaal van Quintus Licinius Cato en zijn bevelhebber Marco die beiden deel uitmaken van het Tweede Legioen van het Romeinse leger. In 43 na Christus trekt dit leger Brittannië binnen om het gebied in te lijven bij het Romeinse Rijk.

Claudius’ wens

De Romeinse keizer Claudius gaf zijn leger in 43 na Christus de opdracht Brittannië binnen te vallen en het gebied aan Romeins gezag te onderwerpen. Brittannië was rijk aan lood en tin en er zou tevens goud en zilver te vinden zijn. Claudius zag zijn kans schoon enorme rijkdom te verkrijgen zodra het gebied in zijn macht kwam. De invasie van Brittannië moest ook als afleiding dienen van de gespannen verhouding tussen de keizer en de senaat. Een overwinning in Brittannië zou bovendien goed zijn voor Claudius’ imago en populariteit.

Confrontaties Brittannische leger

De invasie werd geleid door Aulus Plautius, die zijn leger aan land bracht in Richborough. Het nieuws dat de Romeinen Brittannië waren binnen gevallen, verspreidde zich snel. De koning van Brittannië Togodumnus en zijn broer Caractus, beiden lid van de invloedrijke Catuvellauni stam, duldden de Romeinen niet op hun grondgebied. Caractus begon met het vormen van een leger met mannen uit verschillende Brittannische stammen. Vervolgens trok het leger onder leiding van Caratus naar de rivier de Medway waar ze het Romeinse leger opwachtten.

Bestel het boek

/*-->*/

De overwinning van de adelaar

€ 17.95

De Romeinen trokken de rivier over en de twee legers gingen elkaar te lijf. Na twee dagen vechten trok het Romeinse leger aan het langste eind. Het Brittannische leger vestigde zich na het verlies op de plek waar de rivier Theems uitmondde in de zee. Caractus was ervan overtuigd dat een slag op dit punt in hun voordeel beslist zou worden door hun kennis van het gebied en door de getijden van de rivier. De Romeinen trokken echter over een brug en toen het daarna tot een groot gevecht kwam, bleek opnieuw dat de Brittanniërs geen kans stonden tegen het professionele Romeinse leger.

Romeinse provincie

Keizer Claudius beval Plautius niet verder landinwaarts te trekken, omdat hij het leger zelf naar de eindoverwinning wilde leiden door de Brittannische hoofdstad Camulodunum in te nemen. Het ging nog weken duren voordat Claudius aanwezig kon zijn, al stuurde Plautius het Tweede Legioen alsnog in zuidwestelijke richting om toch trouw te blijven aan de bevelen van de keizer. Dit legioen veroverde een groot deel van Brittannië en onderwierp verschillende opstandige volkeren. Keizer Claudius was inmiddels gearriveerd en trok met de rest van het leger naar Camulodunum. De stad werd zonder weerstand ingenomen: de Brittanniërs waren verslagen. Brittannië werd vervolgens een Romeinse provincie, wat het tot circa 410 na Christus zou blijven.