Waterschappen: de dijken tussen land en zee
In 1850 waren er in Nederland 3500 kleine waterschappen. Vandaag de dag telt ons land 23 grote waterschappen. Hoe zijn de gebieden van waterschappen uitgebreid en hoe werd de grens tussen land en water verdedigd?
Gevoelig voor overstromingen
Nederland heet niet voor niets ’de lage landen’, want ons land is vatbaar voor overstromingen. Een groot deel van het land ligt onder de waterspiegel, waardoor ons land, zonder bescherming tegen hoog water, makkelijk zou overstromen. Al in de vroege middeleeuwen had Nederland te maken met overstromingen. Delen van het land overstroomden regelmatig.
Eerste dijk van Nederland
Ten tijde van het eerste waterschap bestond de eerste dijk al. De oudste dijk van Nederland, liggend in Friesland, is 2000 jaar oud en is gemaakt van opgestapelde graszoden. De eerste dijken van Nederland waren erg laag, maar werden door de jaren heen steeds breder en hoger gebouwd. In de middeleeuwen werd vooral samengeperst gras gebruikt voor het maken van dijken.
Nederlands eerste waterschap
In de dertiende eeuw ontstond in Nederland het eerste waterschap, opgericht door graaf Willem II van Holland. Het Hoogheemraadschap van Rijnland, zoals het waterschap heette, bestaat vandaag de dag nog steeds. Het aantal waterschappen nam toe en aanvankelijk beheerden buurschappen de waterschappen. Gezinnen met een boerderij die zelfvoorzienend waren hadden een stem in de buurvergadering en hadden een hoefslag (een deel) van de dijk, dam of sloot voor onderhoud. Drie maal per jaar werd elkaars onderhoud gecontroleerd. Wanneer het onderhoud onvoldoende werd bevonden, kreeg men tot de volgende controle de kans om het achterstallige onderhoud bij te werken.
Titel: | Landlieden en hoogheemraden - De bestuurlijke ontwikkeling van de organisatie van het waterbeheer en de participatiecultuur in Delfland in de zestiende eeuw |
Auteur: | Carla de Wilt |
ISBN: | 9789087045128 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €40,- |
Geld voor bescherming tegen wateroverlast
Om het onderhouden van dijken, dammen en sloten te kunnen bekostigen werd het hoefslagstelsel ingevoerd. Per hoofd van de bevolking werd er belasting betaald in geld of natura, zoals arbeid of arbeidsmateriaal. Op deze manier werden de lasten eerlijk verdeeld. Met het geld werden dijken aangelegd en onderhouden. In het begin van de zestiende eeuw werden palenrijen gemaakt om dijken verder te verstevigen. Het ging om dubbele rijen waar riet tussen lag, daarbovenop gras en bovenop stenen. Daarnaast werden strekdammen aangelegd.
Samenvoeging en uitbreiding
Door samenvoeging en uitbreiding werden de waterschappen groter. Hierdoor steeg het aanzien van een bestuurder van een waterschap. Een bestuursfunctie als dijkgraaf was winstgevend omdat hij salaris kreeg. Ook was er veel corruptie. Iemand die zijn eigen deel slecht onderhield, kon zijn onderhoudsplicht afkopen door een geldsom te betalen aan de dijkgraaf. Keizer Karel V pakte deze wanpraktijken in 1515 aan. Hij dwong het bestuur van waterschap Rijnland op te stappen, omdat dat bestuur weigerde verantwoording af te leggen voor de financiën.
Paalwormen beschadigen dijk
Er werden steeds nieuwe manieren bedacht om dijken verder te verstevigen. Doordat dijken vanaf 1739 aangevroten werden door paalwormen werden voor de zekerheid slaperdijken gebouwd achter de zeedijken. Een slaperdijk is een ‘reservedijk’, die extra bescherming biedt als de zeedijk breekt. Later werd voor de dijken meer steen gebruikt om deze te beschermen tegen paalwormen.
Ministerie van Waterstaat
De schaalvergroting van waterschappen ging door en waterschappen kwamen steeds meer in het bezit van rijke families. De minder rijke burger die in het begin de waterschappen onderhield had bijna geen invloed meer. In 1798, Nederland was een vazalstaat van Frankrijk, zorgden de Fransen voor meer centralisatie doordat het ministerie van Waterstaat werd opgericht. Dit ministerie nam een deel over van de waterschappen. Het middeleeuwse hoefslagstelsel verdween. De Dijkwet van 1810, tijdens de regeerperiode van Lodewijk Napoleon, zorgde ervoor dat alle waterschappen hun bouw- en onderhoudsplannen ter goedkeuring aan minister van Binnenlandse Zaken Pieter Adriaan Twent moesten voorleggen. Hier was verzet tegen waardoor de ministerspost werd geschrapt. In 1877 kwam de post toch weer terug, omdat de centralisatie niet meer tegen te houden was.
Meer bevoegdheden provincies
Waterschappen werden steeds meer gecentraliseerd en waterschappen werden groter. Rijksoverheid en provincies kregen meer bevoegdheden bij het inspecteren en aanbesteding van waterschapswerkzaamheden. Ook mochten zij bestuursleden van waterschappen aanstellen of ontslaan. Hiertegen was verzet, maar na de waternoodramp van 1953 was het duidelijk dat de strijd tegen water een centrale aanpak nodig had. Door het samengaan van waterschappen liep het aantal waterschappen steeds verder terug.
Afname aantal waterschappen
Van de 3500 waterschappen die er in 1850 waren, zijn er vandaag 23 over. De grootste afname was tussen 1955 en 1985. De 2480 waterschappen in 1955 werden in 1985 opgedeeld in 255 waterschappen. In een periode van ongeveer duizend jaar zijn waterschappen uitgegroeid van kleine waterschapjes met veel inspraak uitgegroeid naar grote eenheden met een klein bestuur. Meer geschiedenis nieuws lezen?
Geschiedenis Magazine is hét tijdschrift voor geschiedenisliefhebbers. Laat je inspireren en profiteer van de speciale aanbieding: 1 jaar slechts € 37,50 (i.p.v. € 59,95) én 5 welkomstcadeaus!
Bronnen
historischnieuwsblad.nl Geschiedenis waterschappen
resources.huygens.knaw.nl Pieter Adriaan Twent
nrc.nl Geen opheffing waterschappen
ecomare.nl Zeedijken
Afbeelding
commons.wikimedia.org Dijk