Limburgse brievenaffaire zette de politieke spanningen op scherp
Historisch schandaal – Politieke schandalen zijn in Nederland historisch gezien relatief schaars. Toch kent de Nederlandse parlementaire geschiedenis een paar voorbeelden van schandalen die een politicus de kop kostte. Een geheime brief aan een partijgenoot kostte de minister van Financiën Gerardus Henri Betz in de negentiende eeuw de kop. Het werd bekend als de Limburgse brievenaffaire.
Staatsman Rudolf Thorbecke (1798-1872) was al sinds 1844 lid van de Tweede Kamer. Het hoogtepunt uit zijn carrière was de herziening van de Nederlandse Grondwet in 1848. De liberaal leidde in de jaren zestig en zeventig drie kabinetten. De Limburgse brievenaffaire, die tijdens het tweede kabinet Thorbecke (1862-1866) uitmondde in een politiek schandaal, overschaduwde zijn latere regeringsjaren. De tweede regering van Thorbecke bestond alleen maar uit liberale politici. Deze regering hield er dan ook een typisch liberaal beleid op na, waarin de versterking van de economie het belangrijke speerpunt was. Het kabinet zat de rit van vier jaar uit.
Politieke omkoping
Thorbeckes partijgenoten waren de hoofdrolspelers van een schandaal die de regeerperiode van het tweede Kabinet van Thorbecke overschaduwde. Gerardus Henri Betz (1816-1868) was minister van financiën in dit kabinet.Hij moest het belastingstelsel in Limburg gelijk trekken met de rest van Nederland. Voor deze provincie gold een ander belastingregime, omdat de provincie vóór 1839 nog bij België hoorde. Ondertussen schreef Betz een brief aan kandidaat-Kamerlid Paul Therèse van der Maesen de Sombreff uit Maastricht. In de brief schreef Betz dat hij tijd wilde rekken met het ontwerpen van zijn wetsvoorstel tot na de verkiezingen.In de brief leek zelfs door te schemeren dat hij het wetsvoorstel helemaal wilde afschieten als Van der Maesen de Sombreff door de Limburgers zou worden gekozen. Betz maakte zich in feite schuldig aan omkoping.
Publicatie van de brief
Ondertussen wachtte de oppositie met belangstelling het antwoord van Betz af. Hij hield de oppositie voor dat hij nog niet klaar zou zijn met het wetsontwerp. Het Venloosch Weekblad publiceerde in het najaar van 1865 de brief en had hiermee een grote scoop. Diverse kranten namen de brief over. Het schandaal haalde zelfs het buitenland. Betz en Van der Maesen de Sombreff kozen eieren voor hun geld en traden af.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Gevolgen van de affaire
De jaren daarna was de kou nog niet uit de lucht. Politicus J.P.J.A van Zuylen van Nijevelt, lid van de oppositie, wilde opheldering door middel van een parlementaire commissie. De liberale regering van Thorbecke ketste dit af. De verhouding tussen de liberalen en de Katholieke Limburgers kwam hiermee op gespannen voet te staan. De affaire was uiteraard ook een grote teleurstelling voor Thorbecke. In zijn grondwetswijziging van 1848 werd immers opgenomen dat het direct kiezen van volksvertegenwoordigers de meest geschikte politici zou opleveren. De minister van binnenlandse zaken verweet Thorbecke dat hij bij de affaire betrokken was. De 'grote' Thorbecke ontkende.
Afbeelding:
Johan Heinrich Neuman [Public domain], via Wikimedia Commons
Wikimedia Commons: Johan Rudolf Thorbecke
BRONNEN:
Parlement.com: Kabinet Thorbecke II
https://www.parlement.com/id/vg09ll34k2y1/p_th_van_der_maesen_de_sombreff
Parlementairdocumentatiecentrum: Jhr. Mr. P.Th van der Maesen de Sombreff
https://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wsr/kabinet_thorbecke_ii_1862_1866
Kroeze, R. Een kwestie van politieke moraliteit. (2013). 1e druk. Verloren B.V. Uitgeverij
https://www.civismundi.nl/?p=artikel&aid=2202