Nixon Shock

De Nixon-shock: America first in de jaren 70

Op 15 augustus 1971 nam president Nixon een aantal stevige maatregelen met grote internationale gevolgen. Dat was in zijn ogen nodig om de Amerikaanse economie een duw in de juiste richting te geven. Volgens de president kon alleen een economische boom zijn herverkiezing zeker stellen. En dat mocht ten koste gaan van andere landen en het internationale financiële systeem.

Op vrijdag 13 augustus 1971 kwamen elf mannen in het grootste geheim bijeen in Camp David, het buitenverblijf van de Amerikaanse president. Aanwezig waren, naast Nixon zelf, onder andere de minister van Financiën, John Connally. De goudvoorraad van Amerika werd bedreigd en de dollar stond onder immense druk. Nixon en zijn adviseurs zochten onder hoogspanning naar een oplossing.

Dollar belangrijkste munt

Na de Tweede Wereldoorlog was de VS de belangrijkste economische grootmacht. Die positie was gebaseerd op een nieuw systeem van vaste wisselkoersen, opgezet in het Amerikaanse Bretton Woods in 1944. Het moest voorkomen dat landen, net als in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog, met elkaar gingen concurreren door de waarde van hun munt te verlagen. Dat maakte de producten van nationale bedrijven namelijk goedkoper ten opzichte van buitenlandse concurrenten. Door Bretton Woods kreeg de dollar een vaste waarde in goud. Wie met zijn dollars naar de Amerikaanse centrale bank ging kon ze daar inwisselen tegen goud. Voor andere valuta was een wisselkoers ten opzichte van de dollar vastgesteld.

Uitputting Amerikaanse goudreserves

Het systeem van Bretton Woods bracht in eerste instantie grote voordelen met zich mee voor de VS. Door de vaste waarde van de Amerikaanse dollar ten opzichte van goud, konden de Amerikanen geld bijdrukken zonder gevolgen voor de waarde van hun munt. Op deze manier financierde de VS onder andere de oorlog in Vietnam en de Great Society, waarmee president Johnson armoede en racisme aanpakte. Hierdoor kwamen er wel steeds meer dollars in omloop. Die belandden in toenemende mate bij handelspartners zoals die in Europa en Japan. Al deze dollars waren volgens Bretton Woods inwisselbaar voor goud. Hoe meer er in omloop kwamen, hoe slechter de VS aan deze verplichting kon voldoen. Begin jaren zeventig waren er meer dollars in buitenlandse handen dan dat er goudstaven opgestapeld lagen in Fort Knox. Bretton Woods werd daarom steeds meer een knellend keurslijf voor de VS. 

Einde economische hegemonie

Dat kwam ook omdat de VS eind jaren zestig niet langer de onbetwiste economische supermacht waren. Vooral Duitsland en Japan waren geduchte economische concurrenten geworden. De Amerikaanse groeicijfers uit de jaren vijftig en begin jaren zestig waren niet langer vanzelfsprekend. Onder Nixon was er zelfs sprake van afnemende groei, stijgende werkloosheid en oplopende inflatie. Gezien die economische situatie was de Amerikaanse munt eigenlijk te duur door de in Bretton Woods vastgestelde wisselkoers, met name ten opzichte van Japan en Duitsland. Dat schaadde de export, het vertrouwen in de dollar en het zorgde voor tekorten op de betalingsbalans. Die situatie van hoge druk op de goudvoorraad en economische schade als gevolg van vastgeklonken wisselkoersen, was voor Nixon niet langer acceptabel. Ook om politieke redenen. 

Nixon Shock

Psychologische recessie

Nixon wilde herkozen worden en wenste daarom in het verkiezingsjaar 1972 een periode van grote economische voorspoed. De in zijn ogen softe aanpak waarmee de VS tot nu toe de veranderende financiële en economische omstandigheden aanpakte, wierp weliswaar bescheiden vruchten af, maar Nixon wilde meer. Volgens hem was de economische situatie van de VS een ‘psychologische recessie’. Alleen vertrouwen en een economische boom konden het schip keren. Nixon zag zichzelf als degene die Amerika’s koppositie kon beschermen. Dat was echter geen breed gedragen beeld.

Slechte publieke opinie

In december van 1970 keurde een slechts 52 procent van de Amerikanen het beleid van Nixon goed, een dieptepunt. Het nieuwstijdschrift Newsweek voorspelde dat de economie Nixons Vietnam zou worden als er niet voldoende economische vooruitgang kwam in 1971. Die waarschuwing was ook al duidelijk overgekomen bij de tussentijdse Congresverkiezingen van 1970. Met name in het Huis van Afgevaardigden hadden de Republikeinen stevig verloren. Volgens Nixon was het verlies vooral te wijten aan de economische omstandigheden. Daarom moest er iets veranderen. 

Nixon Shock

“Screw them first”

"Foreigners are out to screw us, our job is to screw them first”, aldus de op 1 februari 1971 aangetreden minister van Financiën John Connally. Hij werd de favoriet van Nixon met een stevige houding ten opzichte van het buitenland. Connally wilde vooral voorkomen dat de VS gezichtsverlies leden door een stormloop op het Amerikaanse goud en de vernedering om nee te moeten verkopen. Tegen andere landen zei hij daarom ook: "De dollar is onze munt, maar jullie probleem". En dat werd het ook.

Slechte cijfers

In mei toonden cijfers aan dat de dollar 10 tot 15 procent overgewaardeerd was. In juli bleek dat de VS op koers lagen voor een handelstekort, voor het eerst sinds de negentiende eeuw. En op 6 augustus stelde het Congres dat de overwaardering van de dollar zou leiden tot een crisis in het internationale financiële systeem. Dat zorgde voor nog meer druk op de dollar. Onder andere Duitsland en Nederland lieten de koppeling met het goud los. En op vrijdagochtend 13 augustus gaven de Britten aan dat ze een gedeelte van hun dollartegoeden gedekt wilden hebben door goud. Dat werd door sommige Amerikanen opgevat als de start van de gevreesde stormloop op goud. Het versterkte de noodzaak voor Nixon om zijn experts bijeen te roepen.   

De Nixon-shock

Op zondag 15 augustus 1971 werd voor de wereld duidelijk wat er in Camp David was besproken. Nixon kondigde live op tv een aantal verstrekkende economische maatregelen aan. Lonen en prijzen werden voor negentig dagen bevroren. Er kwam belastingvoordeel voor bedrijven en een algemene heffing van 10 procent op de import. Als klap op de vuurpijl sloot Nixon het goudloket waardoor dollars niet meer konden worden omgewisseld in goud. Doel was de inflatie te beteugelen en de goudvoorraad veilig te stellen. De importheffing was een stok om de andere landen te dwingen hun munt duurder te maken, zodat Amerikaanse producten goedkoper werden.

Ieder voor zich

De maatregelen zorgden voor een enorme daling van de Europese en Japanse aandelenkoersen. De internationale markt voor betaalmiddelen ging dicht. En na opening hield niemand zich meer aan de verplichting om de afgesproken wisselkoersen staande te houden. Japan probeerde zonder succes de koers van de yen te behouden. De EEG deed een verwoede maar vergeefse poging voor een gezamenlijke antwoord tegen de nationalistische Amerikaanse aanval. Het resultaat van Nixons maatregelen was dat ieder land afzonderlijk zich een weg moest banen door de brokstukken van wat eens het stabiele systeem van Bretton Woods was.  

Einde Bretton Woods

Een aantal maanden na Camp David maakten de VS afspraken over nieuwe wisselkoersverhoudingen. Uiteindelijk werden deze echter helemaal losgelaten. Dat betekende het definitieve einde van Bretton Woods. Maar de Amerikaanse goudvoorraad was veilig gesteld,  de dollar kreeg de juiste waarde en de positie van het Amerikaanse bedrijfsleven was verbeterd. 

Een tweede termijn voor Nixon

De maatregelen van Camp David konden daarom rekenen op instemming van het Amerikaanse publiek.  Ze zorgden echter niet voor de enorme boom die Nixon nodig dacht te hebben. Die werd wél in 1972 bereikt door de economie, die toch al weer langzaam verbeterde, nog verder op te pompen door extra uitgaven en het aanzetten van de geldpers.  De economie was daardoor uiteindelijk vooral een onderwerp was waar zijn politieke tegenstanders hem niet op konden aanvallen.  Zijn internationale successen, zoals zijn bezoek aan China, waren de echte aandachttrekkers.  Nixon werd herkozen. Maar in de jacht naar herverkiezing had hij het internationale financiële systeem van na de Tweede Wereldoorlog definitief opgeblazen.

Bronnen:

  • Matusow, A.J., Nixon’s Economy. Booms, Busts, Dollars, and Votes, Kansas 1998
  • Conway, E., The Summit. Bretton Woods 1944, New York 2014
  • Leeson, R., Ideology and the International Economy. The Decline and fall of Bretton Woods, New York 2003
  • Irwin, D.A., The Nixon shock after forty years: the import surcharge revisited. Word Trade Review, 12, pp 29-56 (2013)
  • McCracken P. Wl, Economic Policy in the Nixon years. Presidential Studies Quartely, Vol. 26, Iss. 1, (1996)

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!