Waarom stelde JFK maar weinig voor, als je z'n charisma wegdenkt?
John F. Kennedy werd in 1960 gekozen tot 35e president van de VS na een nipte verkiezingsoverwinning op de Republikein en zittend vicepresident Richard Nixon. Hij heeft zijn termijn echter nooit kunnen afmaken, hij werd op 22 november 1963 vermoord. Mensen die zich de moord kunnen herinneren voelen vaak sympathie voor de voor zijn tijd gestorven president. De schok van die dag vertaalt zich wellicht ook in een ietwat overmatig positief oordeel over president Kennedy. Is dit sympathieke beeld over Kennedy’s presidentschap echter terecht?
Kennedy's presidentschap was sterk pragmatisch georiënteerd. Zijn beleid wordt aangemerkt als progressief noch conservatief. Kennedy's presidentschap werd ook gekenmerkt door zijn focus op vrede en menslievendheid. Kennedy was daarnaast een begaafd spreker met een charmante persoonlijkheid. Hierdoor kreeg hij bij zijn bezoeken aan het buitenland altijd veel belangstelling. Legendarische uitspraken als "Ich bin ein Berliner" maakten hem tot een cultfiguur in de koude oorlog.
Kennedy kende echter ook publieke tegenslagen, zoals de Invasie van de Varkensbaai. Dit was een missie, geleid door de CIA, die het regime van Fidel Castro omver moest werpen met hulp van Cubaanse rebellen. De Cubaanse rebellen konden echter niet op tegen het Cubaanse leger, daarom wilde de CIA de rebellen te hulp schieten door Amerikaanse strijdkrachten in te zetten. Kennedy weigerde echter het Amerikaanse leger in te zetten, hierdoor mislukte de invasie. Honderden mannen sneuvelden of werden gevangengenomen. Kennedy hield hierna een speech op televisie waarin hij de verantwoordelijkheid van de mislukte Varkensbaai Invasie op zich nam.
President Kennedy was jong, goed geknipt, charismatisch, maar uiteindelijk vrij onbeduidend. Zo stelt prof. dr. Doeko Bosscher, hoogleraar Eigentijdse Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. In onderstaand college legt hij uit hoe het kan dat er zo’n verschil zat tussen Kennedy’s populariteit en zijn effectiviteit als politiek leider?