Mysterie vermiste atoombom nog steeds niet opgelost
Het is inmiddels meer dan 60 jaar geleden dat vlakbij de Amerikaanse stad Savannah in de staat Georgia een atoombom in de oceaan verdween. De bom moet daar ergens nog steeds op de oceaanbodem liggen, maar tot nu toe is hij vermist gebleven. De lokale bevolking maakt zich er zorgen over, maar volgens de Amerikaanse overheid is het gevaar slechts gering.
Het incident
Op 5 februari 1958 botsten twee B-47 bommenwerpers tegen elkaar, tijdens een oefenvlucht boven de kust van Savannah. Eén van de toestellen had een atoombom aan boord die honderd keer krachtiger zou zijn dan de bom die in 1945 boven Hiroshima is gebruikt. Het vliegtuig met de bom aan boord moest een noodlanding maken. Omdat het risico te groot was dat de bom tijdens deze landing zou ontploffen, besloot de luchtleiding om hem boven de oceaan al los te laten. Destijds was de Koude Oorlog namelijk op zijn hoogtepunt. Daarom vlogen bommenwerpers ook tijdens oefenmissies met echte atoombommen aan boord. Zodat de vliegtuigen die al in de lucht waren, meteen in actie komen als de gevreesde oorlog uitbrak - en niet eerst hoefden te landen. Vier maanden na het incident besloot de Amerikaanse legerleiding om dit toch maar niet meer te doen.
Het besluit om de atoombom in de oceaan te dumpen heeft waarschijnlijk het leven van de bemanning van de bommenwerper gered. Het vliegtuig werd hierdoor een stuk lichter wat de noodlanding een stuk makkelijker maakte. Zowel de piloot als co-piloot overleefden het incident.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Zoektocht naar de vermiste bom
Het leven van de piloten mag dan gered zijn, maar nu ligt er dus ergens bij de Amerikaanse kust nog wel een atoombom op de bodem van de oceaan. In 2001, na de aanslagen van 11 september, steeg de bezorgdheid over deze vermiste ‘Tybee-bom’ weer sterk. Wat als terroristen hem zouden vinden en in zouden zetten voor een nieuwe aanslag?
Daarom stelde de Amerikaanse overheid een onderzoeksteam aan om de vermiste bom alsnog op te sporen en te bergen. Tien weken lang werd er gezocht, maar tevergeefs; de bom bleef vermist. Het team concludeerde dat de kernbom waarschijnlijk begraven lag onder een dikke laag slib. Bovendien zou hij niet meer tot ontploffing kunnen komen. Een atoombom moet namelijk goed onderhouden worden om hem af te kunnen laten gaan. De ‘ontsteking’ van een atoombom wordt bovendien onder andere geregeld door chemische stoffen die slechts een aantal jaren werkzaam blijven.
Mogelijke gevaren
Een mogelijk gevaar is dat iemand de bom op weet te speuren en hem gebruikt voor een terroristische aanslag. De atoombom bevat namelijk nog wel radioactief materiaal. Terroristen kunnen hier een ‘vuile bom’ van maken. Hierbij laten ze conventionele explosieven bij de atoombom afgaan, om zo het radioactieve materiaal te verspreiden. Dit is echter een zeer onwaarschijnlijk scenario. Een reëler gevaar is dat uiteindelijk het metalen omhulsel van de atoombom wegerodeert, waardoor het schadelijke radioactieve materiaal in de oceaan terechtkomt. Dit zou een ontzettend grote milieuramp als gevolg hebben.