
De e-bike rijdt al meer dan honderd jaar rond
De e-bike is veel ouder dan mensen denken, namelijk al meer dan een eeuw oud. Het eerste patent op een e-bike werd al in 1895 in Amerika aangevraagd. Toch duurde het nog tot de 21e eeuw voordat de e-bike populair werd? Wat gebeurde er in de tussentijd?
De ontwikkeling van de fiets leverde in korte tijd veel verschillende ontwerpen op en hetzelfde gold voor de elektrische fiets. Nadat Ogden Bolton jr. op 31 december 1895 zijn patent aanvroeg voor een elektrische fiets. Volgens zijn systeem dreef een elektromotortje de as van het achterwiel aan. Al enkele jaren later verschenen er meer types elektrische fietsen. De grootste verschillen zaten vooral in het type aandrijving. In 1897 werd patent aangevraagd voor een fiets met een motor op de trapas, een systeem dat we vandaag de dag nog vaak zien. Maar daarna verschenen er ook meer bijzondere systemen. In 1899 vroeg John Schnepf een patent aangevraagd voor een fiets waar de motor het achterwiel aandreef via de achterband. Op de plek waar wij een bagagedrager verwachten zat een motortje dat een klein wiel aandreef. Dat wieltje zat tegen de achterband aan en liet zodoende het achterwiel draaien.
De motoren in die ie allereerste elektrische fietsen boden nog geen echte trapondersteuning zoals we die nu kennen. Meetrappen was niet noodzakelijk om de motor aan te zetten. De fietsen leken in die zin meer op een elektrische scooter. Het systeem van John Schnepf liet het wel toe ‘gas’ te geven, door te variëren in de frictie tussen het kleine wieltje en het grote achterwiel.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Nooit helemaal weggeweest
Het mag gek klinken, maar eigenlijk zijn elektrische fietsen sindsdien nooit helemaal weggeweest, maar soms moest je wel goed zoeken. Er werd volop geexperimenteerd met motoren, aandrijvingen en accu’s, met wisselend succes. Accu’s waren nog groot, terwijl het vermogen en de levensduur nog beperkt waren. Ook de motor was vaak nog behoorlijk groot. Toch werkte bijvoorbeeld Philips in samenwerking met fietsfabrikanten nog aan elektrische fietsen tijdens de jaren 30. Al waren er in diezelfde periode ook mensen die weinig toekomst in de elektrische fiets zagen. De verslaggever die voor nieuwsblad Gooi en Eemlander die in 1933 verlag deed van de RAI, tekende op dat hij geen elektrische fietsen op de tentoonstelling kon vinden en ‘naar wij van deskundige zijde vernamen, kan zij vrijwel als een mislukking beschouwd worden’.
De deskundigen hadden het achteraf bezien mis. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond er nieuwe interesse in elektrische fietsen – als alternatief voor motorfietsen met een verbrandingsmotor, waar nauwelijks brandstof voor te vinden was.
Nieuwe experimentele e-bikes
Na de oorlog ging het door met de experimenten, al leverden die nog geen grote verkoopsuccessen op. Het bleef moeilijk om de accu’s klein en krachtig genoeg te krijgen, terwijl ook de motoren zelf niet bepaald licht waren, maar aan het einde van de twintigste eeuw, werd dat anders. In 1992 verscheen de Zike op de markt. Een fiets die op het oog een beetje doet denken aan een moderne vouwfiets. Met een gewicht van 11 kilo was de Zike licht en het motortje was mooi in het frame verwerkt. Er kon gevarieerd worden in hoeveel vermogen de motor leverde en bovendien was de fiets relatief betaalbaar. In Engeland, waar de fiets voor het eerst in de winkel verscheen, kostte die £499, vergelijkbaar met een dure toerfiets uit die tijd. Desondanks werden er maar 2000 Zikes verkocht. De slechte verkoop wordt vaak geweten aan de matige recensies die de ietwat experimentele fiets ontving. De fiets was dan wel klein en licht, maar daarmee was de Zike nog geen echte elektrische fiets voor in de stad. De kleine wielen waren vervelend op hobbels en verkeersdrempels en het geheel bleek volgens testfietsers nogal wiebelig te zijn. Geen pretje in het drukke stadverkeer van Londen.
Maar het bleek wel mogelijk te zijn om de elektromotoren en de accu’s klein en licht genoeg te maken om in een fietsframe te verwerken. Het duurde niet lang meer voordat er veel meer soorten e-bikes op de markt kwamen. Het aantal fabrikanten en modellen steeg snel. Eerst vooral in het segment dat zich richtte op fietsers met een zwakkere gezondheid, maar later ook op juist hele sportieve merken. Inmiddels zijn er zelfs wieler- en mountainbikewedstrijden mét e-bikes! Daarmee is de e-bike niet meer weg te denken uit de straten. Maar zoals gezegd: eigenlijk is de e-bike sinds 1895 nooit helemaal weggeweest.