Bang voor katten, dol op paarden

Paarden, dromedarissen, bijen en adelaars, dat zijn zo’n beetje de belangrijkste dieren in Napoleons leven. Andere dieren zijn vernoemd naar hem, een kattenras en een varken in een van de bekendste romans uit de vorige eeuw, Animal Farm. Of Napoleon van honden hield weten we niet zeker, hij had ook geen hond nodig om Napoleon te zijn; ‘To his dog, every man is Napoleon…,’ schreef Aldous Huxley.

Door Roy de Beunje

[caption id="attachment_44450" align="alignnone" width="388" caption="Adelaar die onderdeel was van een ereboog t.g.v. de intocht van keizer Napoleon op 9 oktober 1811 te Amsterdam (Amsterdam Museum)"] Napoleon in Nederland)[/caption]

Adelaar die onderdeel was van een ereboog t.g.v. de intocht van keizer Napoleon op 9 oktober 1811 te Amsterdam (Amsterdam Museum)

De romantische dichter én bewonderaar van Napoleon, Lord Byron (1788-1824), noemde de hengelsport ‘de wreedste, koudste en meest stompzinnige van de zogenaamde sporten.’ Zijn romantisch dichtende tijdgenoot Samuel Coleridge (1772-1834) schreef: ‘Wij ontvangen slechts wat wij geven.’ Wat als een definitie gelezen kan worden van het romantisch levensgevoel zoals dat aan het einde van de 18e eeuw kwam opzetten. Het wordt gekenmerkt door invoeling (empathie) en een ondefinieerbaar verlangen naar eenwording met ‘de natuur’. In 1811 verscheen John Newton’s (1770-1827) Terugkeer naar de natuur. Het boek had als ondertitel: ‘a defence of the vegetable regimen’. Aan het begin van de 19e eeuw nam het aantal vegetariërs flink toe. Ook begonnen mensen huisdieren als ‘gelijkwaardig’ te zien; men leerde ze lief te hebben. De gedachte vatte post dat wreedheid jegens dieren kan leiden tot wreedheid jegens mensen. In eerste instantie werden echter alleen de ‘dieronvriendelijke praktijken’ van de ‘lagere klassen’ aangepakt. Dee niet-diervriendelijke activiteiten van de ‘hogere klassen’ werden weinig tot niet beperkt.

 Napoleon in Nederland)

Het varken Napoleon

In hetzelfde jaar dat keizer Napoleon Holland bezocht, 1811, benoemde hij Corsica, een eiland in de Middellandse zee, tot een van de departementen van Frankrijk, met zijn geboorteplaats Ajaccio als hoofdstad.

Over de jeugd van Napoleon is veel geschreven maar eigenlijk weinig bekend. Zijn jeugd op Corsica zou men onbezorgd en gelukkig kunnen noemen. ‘Koppig als een ezel’ leest men vaak over de jonge Napoleon. Paardrijden maakte geen deel uit van zijn opvoeding. Op het bergachtige Corsica verplaatste hij zich meestal per ezel, muildier of pony.

Napoleons familie was niet rijk maar behoorde zeker niet tot de allerarmsten. De familie hield dieren op eigen land en regelmatig stuurden ze varkens naar de slager. Zelfs nu nog leven er op Corsica nog zo’n 45.000 van deze semi-wilde varkens die hun kostje (kastanjes, eikels en kruiden) overal opscharrelen alvorens ze worden gevangen voor de slacht.

Mensen zien dieren graag afgebeeld met menselijke eigenschappen. In stripboeken, (teken)films, kinderboeken en romans worden menselijke karaktereigenschappen aangedikt, verbeeld of beschreven bij dieren. In een van de beroemdste boeken van de 20e eeuw, George Orwells (1903-1950) Animal Farm (1945) nemen de dieren de macht over op de boerderij, geleid door de varkens Snowball en Napoleon. De twee varkens stellen de zeven geboden van het Animalisme op met als grondregel: ‘Four legs good, two legs bad’, en ‘All animals are equal’. Maar al dat van de ‘Principes van Animalisme’ overblijft is de regel dat ‘alle dieren gelijk zijn, maar sommige meer gelijk zijn dan andere.’ George Orwell schreef het boek na zijn ervaringen in de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Hij had met eigen ogen gezien ‘hoe gemakkelijk totalitaire propaganda de mening kan controleren van verlichte mensen in een democratisch geleide samenleving.’ Het boek was vooral bedoeld als kritiek op Stalin (1878-1953), de onbetwiste dictator van de Sovjet Unie, die de socialistische idealen had verraden. In het boek zegt het paard Boxer: ‘I will work harder and Napoleon is always right.’ Door corruptie en machtsmisbruik loopt het hele experiment catastrofaal verkeerd af. Het oppervarken Napoleon beschuldigt andere dieren van sabotage en spionage en laat ze vermoorden door Napoleons honden. De dieren verliezen het vertrouwen in het Animalisme en Napoleon; behalve het paard Boxer, dat zichzelf bijna dood werkt, totdat er ook voor hem niks meer te doen is en hij door Napoleon naar het slachthuis wordt gestuurd.

Op een dag zien de andere dieren, vol verbijstering, de varkens op twee voeten en in mensenkleren lopen. Ze verkiezen het gezelschap van mensen, praten, lachen en drinken met ze. Animal Farm sluit af met de regels: ‘The animals outside looked from pig to man, and from man to pig, and from pig to man again; but already it was impossible to say which was which.’

In de eerste Franse editie van Animal Farm is de naam van het varken veranderd in César (Julius Caesar, 100 v. Chr.-44 v. Chr.). In latere edities is het weer aangepast aan het origineel, maar nog steeds is het in Frankrijk boeren verboden om hun varken Napoleon te noemen. Zegt men… het is ongetwijfeld een van de vele mythes rondom Napoleon.

[caption id="attachment_44452" align="alignleft" width="253" caption="Napoleon op dromedaris in Egypte, schilderij van Jean Leon Gérôme (1824-1904). (Bron: Napoleon in Nederland)"] Napoleon in Nederland)[/caption] [caption id="attachment_44453" align="alignright" width="303" caption="Een dromedariszadel, special ontworpen voor Napoleons Regiment des Dromedaires. (Bron: Napoleon in Nederland)"] Napoleon in Nederland)[/caption]

Op een dromedaris

Napoleons jeugd op het paradijselijk Corsica duurde niet lang, want al vanaf tienjarige leeftijd bezocht hij militaire scholen in Brienne en Parijs. Zijn militaire capaciteiten werden snel erkend. In 1795 wist de jonge militair Napoleon een coup van royalisten op geniale wijze te verijdelen en werd hij benoemd tot opperbevelhebber van het binnenlandse leger. Nauwelijks een jaar later benoemde het Directoire Napoleon tot militair opperbevelhebber en kreeg hij de opdracht Italië binnen te vallen om orde op zaken te stellen. Het Directoire besefte toen nog niet dat ze met Napoleon een soort Paard van Troje hadden binnen gehaald. Napoleon keerde in het najaar van 1797 als grote overwinnaar terug uit Italië en werd door het Franse volk als de nieuwe, populaire held gezien. Het Directoire was dan ook blij met Napoleons plan (augustus 1797) om Engeland via Egypte proberen te verslaan. De expeditie werd in militair opzicht een mislukking, maar in wetenschappelijk opzicht een groot en baanbrekend succes.

Napoleon ging naar de Oriënt met veel meer intenties dan oorlog voeren en veroveren en schreef later: ‘Ik zag de manier om al mijn dromen te verwezenlijken… Ik zou een godsdienst stichten, ik zag mezelf optrekken naar Azië, gezeten op een olifant, een tulband op mijn hoofd en in mijn hand een nieuwe Koran, die ik naar eigen behoeften zou hebben herschreven. Ik zou in mijn ondernemingen de ervaringen van beide werelden hebben samengevoegd, het hele terrein van de geschiedenis tot mijn eigen voordeel hebben benut.’

Napoleon wist inderdaad twee werelden dichter bij elkaar te brengen – er ontstond een ware Egyptomanie in Europa –, echter niet gezeten op een olifant, maar op een dromedaris. In januari 1799 richtte Napoleon het Regiment des Dromedaires op. Hij zag de beperkingen van paarden in het zachte zand en richtte eskadrons van soldaten op dromedarissen op. Zelf heeft hij de dromedaris ook nog uitgetest, zoals te zien is op het romantische schilderij van Jean-Léon Gérôme (1824-1904): ‘Napoleon en zijn generale staf in Egypte’ (1867). Het is een tot de verbeelding sprekende weergave, maar geromantiseerd want Napoleon ging in werkelijkheid, na de test, verder te paard.

Een dromedaris is ongeveer drie meter lang en kan wel 230 centimeter hoog worden, met de bult als hoogste punt. De dromedaris heeft één bult, waarvoor door de Fransen speciale zadels werden gemaakt. Er staat een opgezette dromedaris in het Musée Africain in Ile d’Aix, die wordt gepresenteerd als door generaal Bonaparte meegenomen van zijn Egyptische Campagne. Maar het is waarschijnlijk een verzonnen verhaal door baron Napoleon Gourgaud (1891-1944). Deze kleinzoon van generaal Caspard Gourgaud (1783-1852) hoopte zo meer bezoekers te trekken naar zijn dit in 1933 opgerichte Musée Africain. De Napoleonfan Gourgaud richtte in dit museum ook een diorama in met vogels van St. Helena (verbanningsoord en sterfplek Napoleon).

Na Napoleons aftocht en militair mislukte Egyptische campagne werd het Regiment des Dromedaires opgeheven. (Tijdens de belegering van Jaffa, in maart 1799, was er op een gegeven moment zo weinig te eten dat de Fransen hun eigen paarden en dromedarissen moesten opeten.) Terugkijkend op zijn leven zou de van zijn troon gevallen keizer schrijven: ‘De tijd die ik in Egypte heb doorgebracht, was de mooiste van mijn leven, omdat het de meest idealistische was.’

[caption id="attachment_44455" align="aligncenter" width="267" caption="Fortuné, het hondje van Joséphine, waarmee Napoleon ook de huwelijksnacht moest delen. (Bron: Napoleon in Nederland)"] Napoleon in Nederland)[/caption] [caption id="attachment_44456" align="alignleft" width="206" caption="Een ‘Napoleonkat’ (niet de dwergkat die vernoemd is naar de keizer). (Bron: Napoleon in Nederland)"] Napoleon in Nederland)[/caption]

Doodsbang voor katten

Met Julius Caesar had Napoleon een ailurofobie (kattenfobie) gemeen, een angst voor katten. Katten spelen dan ook nauwelijks een rol van betekenis in zijn leven. Toch is er een kattenras naar hem vernoemd. Een dwergkat, een kruising tussen een pers en een munchkin met lang zijdeachtig haar en grote ogen. Eigenlijk hield Napoleon helemaal niet van huisdieren. Hij had er ook geen tijd voor, want als je de keizer iets niet kon noemen, was het een huisman. Toch lag er menigmaal een hond bij hem in bed, Fortuné , de trouwe metgezel van Joséphine, zijn eerste vrouw.

Hun eerste huwelijksnacht was ongewoon, want tot zijn grote frustratie moest Napoleon het bed delen met de humeurige bijtgrage Fortuné. De bruidegom eiste dat de hond verwijderd werd, maar de bruid hield voet bij stuk en stelde resoluut dat Napoleon maar ergens anders moest slapen als hij het er niet mee eens was. Uiteindelijk bleven zowel hond als Napoleon in bed. Als dank beet Fortuné zijn nieuwe baasje in de enkel. In één van zijn vele liefdesbrieven aan Joséphine schreef Napoleon, grootmoedig, op 17 juli 1796: ‘Miljoenen kussen, zelfs aan Fortuné, ondanks zijn kwaadaardigheid.’

Het hondje zou later jammerlijk aan zijn einde komen, de bloedhond van de kok beet de allesbehalve gelukkige Fortuné dood. Na Fortuné kreeg Joséphine een Engelse foxterriër waar Napoleon over zei: ‘Ik heb er geen vertrouwen in, het is een Engelse.’ Er volgden meerdere honden en andere dieren, want Joséphine was wél een groot liefhebster van huisdieren.

Toen Marie Louise (1791-1847), Napoleons tweede vrouw en moeder van zijn zoon van Oostenrijk naar Frankrijk kwam moest ze haar hondje achterlaten (zie NiN # 4). Napoleon, inmiddels verliefd geworden op de jonge Marie Louise, liet het beestje voor haar ophalen en vulde haar nieuwe kamer in Frankrijk met verschillende kolibries, een papegaai genaamd Jacko en haar hondje Fritzkin, precies zoals ze het in Oostenrijk gewend was. “Maar dat is mijn kamer,” riep ze verheugd uit. “Wat kan hij allemaal, die charmante Fritzkin?,” vroeg de keizer. Als antwoord pakte ze het hondje op en hield het bij de wang van Napoleon, die een enthousiast likje kreeg. In tegenstelling tot Fortuné gaf Fritzkin hem veel liefde.

In een Australische kinderfilm uit 1995speelt het hondje Napoleon de hoofdrol. Het is een pratende jonge hond en de film begint met een kort verhaaltje waarin Napoleon de kijker iets meer over zichzelf vertelt. Zo vertelt het hondje dat hij op zoek is naar de wilde honden, die hij al vaak heeft horen janken. “Ik ben een krijger zonder vrees. Ik kom er aan jongens. Ze roepen me om te helpen jagen. Ik zal zwerven in de wildernis. Ik ben Napoleon en ben een veroveraar!” Alles wat nieuw is, wil Napoleon onderzoeken. Het is een vriendelijker verbeelding van Napoleon als dier dan het varken Napoleon in Orwells Animal Farm. De tijd past met terugwerkende kracht het beeld van de geschiedenis aan.

In het Musée de l’Armée (legermuseum) in Parijs staan twee opgezette dieren van Napoleon, een hond en een paard. Van de hond is de naam onbekend. Het beestje vergezelde hem op Elba, waarheen Napoleon in 1814 verbannen werd en vanwaar hij na tien maanden wist te ontsnappen. Of Napoleon een ‘hondenmens’ weten we niet zeker, maar van hun trouw en loyaliteit was hij overtuigd. Kijkend naar een huilende hond bij het lichaam van een gesneuvelde soldaat zei hij: “Deze soldaat, realiseerde ik me, heeft vrienden thuis en in zijn regiment: maar daar ligt hij door iedereen verlaten behalve door zijn hond. Ik besefte dat ik tot dan toe zonder emotie op de slagvelden stond, die de toekomst van de hele volkeren bepaalden. Zonder tranen heb ik orders gegeven die het leven kostten van duizenden. Maar daar stond ik, tot tranen toe bewogen. En door wat? Door het verdriet van een hond.”

Aldous Huxley (1894-1963) schrijver en tijdgenoot van George Orwell schreef: ‘To his dog, every man is Napoleon…’

[caption id="attachment_44460" align="alignnone" width="416" caption="Het skelet van Marengo in het National Army Museum in Londen. Of heette hij Ali? Het was in ieder geval Napoleons lievelingspaard. (Bron: Napoleon in Nederland)"]Het skelet van Marengo in het National Army Museum in Londen. Of heette hij Ali? Het was in ieder geval Napoleons lievelingspaard. (Bron: Napoleon in Nederland)[/caption]

Napoleon in het zadel

Het andere opgezette dier in het legermuseum in Parijs, het witte paard Vizir, kreeg Napoleon in 1805 als geschenk van de sultan van het Ottomaanse Rijk. Vizir ging in 1815 mee in ballingschap op St. Helena. Na de dood van Napoleon werd het paard naar Engeland verscheept en vandaar naar Frankrijk, waar het in 1826 stierf en werd geprepareerd.

Paarden speelden van alle dieren de belangrijkste rol in het leven van Napoleon. In de 19e eeuw was het paard overal aanwezig en zeker op het slagveld. Napoleon zou ongeveer 150 paarden hebben gehad.

Dominic Lieven, schrijver van het magistrale boek over Napoleons veldtocht tegen Rusland in 1812 (Rusland tegen Napoleon) dicht het paard een belangrijke rol toe in de veldslagen. Aan het begin van de 19e eeuw was er immers nog geen sprake van tanks, vrachtwagens, vliegtuigen en gemotoriseerde artillerie. ‘In veel opzichten was niet de mens de grote held van de Russische oorlogsinspanning, maar het paard,’ stelt Lieven. Napoleon verloor in 1812 niet alleen bijna al zijn manschappen, maar ook vrijwel alle paarden waarmee hij Rusland was binnengevallen. Bijna 200.000! Hij zou ze node missen tijdens zijn (laatste) veldtochten van 1813 en 1814. Lieven: ‘Zonder paard was er geen enkele verrassingsaanval mogelijk, geen achtervolging, verkenning, transport of mobiele vuurkracht. Wat dat betreft had het Russische leger met het Kozakkenpaard een geweldige troef in handen: het kon met weinig voedsel dagen achtereen grote afstanden afleggen in moeilijk terrein en in barre weersomstandigheden.’

De desastreuze veldtocht naar Rusland maakte Napoleons lievelingspaard Marengo niet mee, omdat het sinds 1812 als dekhengst in een stoeterij in Normandië verbleef. Marengo is vernoemd naar een belangrijke veldslag. Bij dit noord-Italiaanse dorpje wist Napoleon op 14 juni 1800, op het allerlaatste nippertje, de Oostenrijkers te verslaan. Er is nog een dier/gerecht vernoemd naar deze slag: Kip Marengo. Napoleon zou tijdens de veldslag om een snelle maaltijd hebben gevraagd. De kok improviseerde een gerecht in elkaar met dat wat voorhanden was: kip, eieren, tomaten, uien, knoflook, kruiden, olijfolie en rivierkreeft.

Op het schilderij van Jacques-Louis David (1748-1825) steekt Napoleon in 1800 de Grote Sint-Bernhardpas over. Het afgebeelde paard is waarschijnlijk Marengo. In werkelijkheid reed Napoleon, tussen 14 en 23 mei 1800 met 30.000 soldaten, over de Grote Sint-Bernard op de rug van een ezel. De soldaten sleepten 150 kanonnen met zich mee, verpakt in uitgeholde boomstammen.

Mythevorming alom. Zo is zelfs de naam Marengo niet zeker en heette het paard waarschijnlijk Ali. Na Napoleons terugkeer van Elba herkreeg Ali zijn plaats in de stallen van de Tuilerieën in Parijs. De kleine grijze Arabier zou kort daarop, in juni 1815, de slag bij Waterloo hebben meegemaakt. Het paard werd nog tentoongesteld in 1823 in de ‘Waterloo Rooms’ in Londen. Na Marengo’s dood in 1831 op de hoge leeftijd van 38 werd zijn skelet, minus twee hoeven, tentoongesteld in het National Army Museum in Londen, waar het vandaag de dag nog steeds staat. Eén van de ontbrekende hoeven werd cadeau gedaan als snuifdoos aan de officiers van de Grenadier Guards en stond 150 jaar lang in de officiersclub in St. James’ Palace. De andere hoef is verloren gegaan.

[caption id="attachment_44462" align="alignnone" width="395" caption="De oorkonde waarmee Napoleon Rotterdam een nieuw wapen schonk in juni 1811, mét drie bijen. Toen in november 1813 Willem I tot koning werd uitgeroepen, werd het stadswapen weer van zijn Franse symbolen ontdaan. De oorkonde is te zien in Museum Rotterdam (Gemeentearchief Rotterdam) (Bron: Napoleon in Nederland)."] Napoleon in Nederland)[/caption]

Adelaars en bijen in Rotterdam

Als keizer spiegelde Napoleon zich graag aan keizerlijke voorgangers zoals Augustus (63 v.Chr.-14n.Chr.), eerste keizer van het Romeinse imperium en Karel de Grote (742-814), eerste keizer van het Roomse Rijk. Hieraan ontleende Napoleon de lauwerkrans van de overwinnaar, waarmee hij zich tooide, en de keizerlijke adelaar. De adelaar als symbool van Napoleons keizerlijke macht kwam je letterlijk overal tegen. Ook, maar dat was per toeval, een dubbele adelaar op het in 1624 aangebrachte Wapen van het Hoogheemraadschap Schieland. Ze bevinden zich boven de voordeur van het Schielandshuis in Rotterdam, met het gekroonde stadswapen in zijn klauwen en zijn vleugels er beschermend over heen uitgespreid. Iemand zou Napoleon tijdens zijn verblijf in Rotterdam hebben verteld dat deze tweekoppige adelaar in rang hoger was dan de leeuwen in het stadswapen van Rotterdam. Het schijnt dat Napoleon tevreden was over deze uitleg.

Napoleon was niet alleen een groot strateeg, maar had ook zeer goed begrepen hoe belangrijk propaganda en symbolen waren. Hij liet, toen hij zichzelf tot keizer kroonde, de Tuilerieen in Parijs opnieuw inrichten met stoffen, onder andere groenfluwelen gordijnen, waarop de bij was afgebeeld, als symbool voor de Bonapartes. Hij merkte daarbij op dat deze bij, afgebeeld op zijn kop, bijna gelijk was aan de Franse lelie, het wapen van het Franse koningshuis.

Een historische grafvondst ligt waarschijnlijk ten grondslag aan Napoleons keuze voor de bij als symbool. In de Bibliothèque Nationale in Parijs bevonden zich objecten die afkomstig waren uit het graf van de Merovingische koning Childerik I (± 436-± 481). Toen in 1653 bij Tournai Childeriks graf werd ontdekt, bevonden zich daarin onder meer honderden schitterende gouden bijtjes. Het was de combinatie van deze gouden bijen en de flarden purperkleurige zijde, waardoor men concludeerde dat het hier resten betrof van de mantel van Childerik, en dat de bijen (totaal ongeveer driehonderd) oorspronkelijk hierop bevestigd waren geweest. Lodewijk XIV (1638-1715) die met veel piëteit de objecten uit het graf van Childerik ontving (waaronder twintig bijtjes, de rest was onder de bevolking verdwenen) heeft er geen gebruik van gemaakt. Voor Napoleon was de Merovingische bij als heraldisch symbool voor zijn Empire dus ook in figuurlijke zin een gouden vondst.

Burgemeester Willem Suermondt van Rotterdam kreeg een koperen inktstempel met het wapen, door keizer Napoleon aan de stad geschonken als ‘stad van de eerste klasse’ op 20 juni 1811. Het wapen op de stempel heeft Bonapartes drie bijen. Maar het belangrijkste was dat hij de stad een nieuw wapen schonk. Uitgangspunt was het bestaande wapen waaraan Napoleon zijn drie bijen toevoegde. De daaraan verbonden oorkonde, voorzien van het zegel en de handtekening van Napoleon, bevindt zich in het Gemeentearchief Rotterdam.

Sambo

Napoleon voelde zich op zijn verbanningsoord St. Helena gekooid, zes jaar lang, van 1815 tot aan zijn dood in 1821. Hij wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de Engelse gouverneur van het eiland, Sir Hudson Lowe (1769-1844). Beide mannen haten elkaar. Napoleon vond het vreselijk dat hij nergens normaal kon gaan en staan, omdat er af en toe toeristen op het eiland kwamen om hem te bekijken alsof hij een exclusief dier was. De grootste bedreiging voor zijn gezondheid was echter verveling. De Engelsen hadden hem danig in zijn bewegingsvrijheid beknot: zijn post werd gecensureerd, zijn familie zou hij nooit meer terugzien.

Toen een paar Chinese zeelieden het eiland aandeden maakte Generaal Bertrand (1773-1844) van de gelegenheid gebruik een hond van hen te kopen. Zijn oren waren op Chinese wijze afgesneden. De aan Napoleon hondstrouwe generaal noemde de hond (wit met bruine en zwarte vlekken) Sambo en trainde het dier voor de rattenjacht. Behalve regen en wind waren ratten de voornaamste plaag op Sint-Helena. Maar hoe de generaal ook zijn best deed, Sambo ving nooit een rat. Dit tot groot plezier van Napoleon, die anderen graag zag falen waar hij zelf glansrijk triomfeerde. Uiteindelijk zou Bertrand met Sambo, echtgenote en zes kinderen tot diens laatste ademtocht op St. Helena aan Napoleons zijde blijven. Na Napoleons overlijden verliet Bertrand met familie het eiland en keerde hij terug naar zijn geboortehuis in Châteauroux. Sambo was er ook nog steeds. Bertrand liet de hond na zijn dood opzetten, Sambo is nog steeds te bewonderen in het Musée Bertrand in Châteauroux. Generaal Bertrand, inmiddels gepensioneerd, kwam nog één keer terug in actieve dienst naar St. Helena om zijn geliefde keizer Napoleon te escorteren in 1840 naar zijn laatste rustplaats in Parijs.

Napoleons dieren leven voort in opgezette vorm, de mens Napoleon blijft voor altijd een levend icoon.


Artikel afkomstig van

Dit artikel verscheen in Napoleon in Nederland 1811-2011, nummer 6.

Napoleon

Titel: Napoleon in Nederland 1811-2011
Jaargang: 2011
Nummer: 6. Den Haag en Rotterdam
Uitgever: ThemaTijdschriften

 

©  Stichting ThemaTijdschriften

Meer weten

Tijdschriften: