De Boerenoorlog: een concert der mogendheden?
De Boerenoorlog, wat is daar zo interessant aan? Er zijn hiervoor meerdere redenen. Het was een oorlog in een ver oord die internationaal voor veel commotie zorgde. Het was het schoolvoorbeeld van een strijd tussen David en Goliath: de Boeren hadden geen schijn van kans tegen het machtige Groot-Brittannië. En het vormde één van de vele grote conflicten in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog.
Björn Breij
In dit artikel komt dat allemaal aan de orde. De Boerenoorlog was namelijk een strijd om dominantie in Zuid-Afrika tussen Groot-Brittanië, Duitsland, Portugal en op de achtergrond Nederland en Frankrijk. De Boeren vormde daarbij de kleine spelers, die steun genoten van de Duitsers en Nederlanders: de Boeren pasten in hun eigen koloniale plannen. De Boerenoorlog was ook het eerste conflict sinds de Krimoorlog dat voor internationale beroering zorgde. Er zouden nog velen volgen en de Eerste Wereldoorlog was de definitieve internationale krachtmeting binnen het concert der mogendheden, waarin Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië de grote spelers waren.
Zuid-Afrika aan het einde van de negentiende eeuw
Aan het einde van de negentiende eeuw was het zuiden van Afrika, nu het huidige Zuid-Afrika, Swaziland, Lesotho, Zimbabwe, Namibië, Botswana en Mozambique, het speelveld van verschillende Europese kolonisators en onafhankelijke republieken. Duitsland heerste over Zuidwest-Afrika, Portugal Mozambique en de Britten maakten de dienst uit in Natal, Kaapkolonie, Brits Bechuanaland en Rhodesië. Daarnaast waren er twee onafhankelijke Boerenrepublieken, Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Elke Europese kolonisator had haar eigen plannen om haar territorium uit te breiden. Duitsland had in Duits Zuidwest-Afrika een basis vanwaar zij geheel zuidelijk Afrika wilde domineren met behulp van haar ‘broedervolk’, de Boeren in de nabijgelegen Boerenrepublieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Ook Portugal had een stevige basis in het gebied, maar haar plannen waren onduidelijk. Portugal stond het toe dat buitenlandse mogendheden een economische basis konden krijgen rond Delagoa Bay. Verder waren de twee onafhankelijke Boerenrepublieken van plan een onafhankelijke koers te blijven en niet onder Britse hegemonie te geraken. Nu komen we ook aan bij Groot-Brittannië, de grootmacht waarvan het meeste initiatief kwam om zich te ontplooien in het gebied. Steeds meer gebied kwam in haar handen en de Britten streefden naar volledige controle. De Britten vreesden echter dat de Boeren geheel zuidelijk Afrika konden gaan domineren. Er begon zich nu een gespannen situatie te ontwikkelen.
De spanningen in zuidelijk Afrika pasten geheel binnen de situatie van de wereld aan het eind van de negentiende eeuw. De strijd om koloniën, het streven naar maximale economische groei en vooruitgang, het gevoel van superioriteit ten opzichte van anderen en het daaraan verbonden sterke nationalisme tekenden de tijd. Ook prestige speelde een belangrijke rol in deze strijd. Naast Groot-Brittanië en Frankrijk bemoeide ook Duitsland zich ermee en zelfs Nederland, met haar glorieuze verleden, liet van zich horen.
Prelude
Een groot conflict dat zich afspeelde in Zuid-Afrika, was de Boerenoorlog van 1899-1902. Tegengestelde belangen van de twee Boerenrepublieken, Transvaal en Oranje Vrijstaat, en de Britse gebieden vormden de aanloop voor dit conflict. De bewoners van de voorgenoemde republieken vormden een vrije gemeenschap van veelal blanke nazaten van VOC-werknemers uit de zeventiende eeuw die zich daar toen gevestigd hadden. Oorspronkelijk bewoonden deze Boeren ook Natal en de Kaapkolonie, maar zij werden hier door de Britten in het verleden verdreven of trokken vrijwillig weg.
De Boeren wilden een onafhankelijke koers varen, maar de Britten streefden daarentegen naar algehele dominantie in het zuiden van Afrika. De Boeren werden voor het eerst echt bedreigd toen de Britten in de oorlog tegen de Afrikaanse Zulus een protectoraat instelden (1877). Paul Kruger, president van Transvaal, wist echter weer onafhankelijkheid af te dwingen. Hierna volgde het eerste gewapende conflict tussen de Boeren en de Britten. In de eerste Boerenoorlog of Transvaaloorlog (1880-1881) wisten de Boeren in een aantal schermutselingen hun onafhankelijkheid veilig te stellen.
De Britse imperialistische politiek streefde het stichten van een Zuid-Afrikaanse unie na, die door haarzelf geleid zou worden. Om dit streven kracht bij te zetten, begonnen de Britten vanuit Rhodesië, een groot gebied ten noorden van Transvaal, gestaag hun invloed uit te breiden en de economie te monopoliseren. Echter, de plekken waar de meeste winst te halen was, bevonden zich in de Boerenrepublieken, waar diamanten en goud in overvloed aanwezig waren. Vooral Transvaal trok veel economische activiteit aan door de ontdekking van goud. De Britten wilden nu voorkomen dat het economisch zwaartepunt naar Transvaal verschoof zonder dat ze er macht over hadden. Ook waren de Britten bang dat Transvaal haar economische activiteiten ging verbinden met de aanwezige Portugezen en Duitsers in de nabijgelegen koloniën. Dit zou voor de Britten immers extra concurrentie betekenen.
De grootste doorn in het oog voor de Britse economische politiek in het zuiden van Afrika was de spoorweg vanuit Transvaal naar Delagoa Bay in het aangrenzende Portugese Mozambique. Hierdoor zouden goederenstromen een andere richting gaan krijgen ten nadele van de havens in de Kaap en Natal. Verder gaven de Portugezen toestemming aan buitenlandse ondernemingen om zich te vestigen in Delagoa Bay. Delagoa Bay lag op de Britse vaarroute via het Suez kanaal en de aanwezigheid van andere grootmachten op deze route vormde een bezwaar voor de Britten.
Naast deze economische obstakels vreesden de Britten nog voor andere zaken. Een angstaanjagende gedachte was dat de Duitsers met steun van de Boeren, waarmee zij sympathiseerden, de macht konden grijpen in het gebied. Ook werd gevreesd dat Transvaal alle omringende gebieden kon gaan domineren in een soortgelijke unie als de Britten nastreefden. Ook waren er alarmerende berichten dat de Boeren de beschikking hadden weten te krijgen over de meest moderne Franse en Duitse wapens. Aan Britse kant begon men daarom serieus te overwegen om direct in te grijpen en de situatie in hun voordeel te beslechten.
De bom barst
De eerste poging van de Britten om de macht over te nemen in de Boerenrepublieken was de Jameson Raid in 1896, een couppoging door de Britten in Transvaal, die jammerlijk mislukte. Na deze mislukte couppoging veranderden veel Boeren onder Brits gezag en in de Oranje-Vrijstaat van mening. In eerste instantie steunden de Boeren in de Britse gebieden de Engelse politiek en ook Oranje-Vrijstaat was niet in conflict met de Britten. Maar de Jameson Raid deed de stemming onder de Boeren omslaan. Ze verenigden zich tegen hun gemeenschappelijke vijand, het imperialistische Groot-Brittanië.
De Boeren begonnen aanvallen uit te voeren op Brits gebied en probeerden zo de vijand te overrompelen. De Boeren genoten steun van Boerencommando’s uit het Britse Natalia, de Britse Kaapkolonie en Duits Zuidwest-Afrika. Ook uit Nederland kwamen er vrijwilligers, omdat de Nederlanders opnieuw belangstelling kregen voor hun broedervolk, dat zij zagen als de Geuzen van de negentiende eeuw. Beide partijen zetten ook Afrikanen in.
In eerste instantie vochten alleen de aanwezige Britse troepen tegen de Boeren. De Britten dachten namelijk dat ze de oorlog makkelijk zouden winnen. De ervaring was dat koloniale oorlogen niet veel voorstelden. De Britten kwamen er al snel achter dat dit niet zo was. De voor de Britten tegenvallende resultaten leidden aan het thuisfront tot zo’n verhitte sfeer van nationalisme, strijdbaarheid en superioriteit, dat de Britten te maken kregen met massale geldinzamelingen en aanmeldingen van vrijwilligers. Persberichten over de oorlogssituatie droegen daar aan bij. Ook haalden de Britten soldaten uit hun andere koloniën, zodat het hele Britse Rijk betrokken raakte in de oorlog.
Politiek op de achtergrond
Naast de daadwerkelijk strijdende partijen waren er meerdere mogendheden die op de achtergrond een rol speelden in het conflict. Nederland, Frankrijk en Duitsland betuigden hun steun aan de Boeren, maar wilden niet ingrijpen. Groot-Brittanië kreeg verder te maken met een golf van anti-Britse gevoelens. In het Duitse Keizerrijk overwoog de Pan-Germaanse beweging daadwerkelijke steun aan de boeren, die zij zagen als Teutoonse broeders.
In Nederland ontstond net zoals in Groot-Brittanië een golf van nationalisme en een gevoel van superioriteit. Ondanks aversie jegens de barbaarse kenmerken van de Boeren schaarde heel Nederland zich achter hen. Wilhelmina verwelkomde Kruger en in Nederland werden handtekeningen ingezameld om Victoria te overtuigen te stoppen met de oorlog. Ook Wilhelm II van Duitsland werd om steun gevraagd. Er was dus veel steun voor de Boeren op de achtergrond, omdat Groot-Brittanië ook voor de andere koloniale mogendheden een opponent was.
Voor Nederland vormden de Boerenrepublieken het ideaal van Nieuw-Nederland in Afrika en door steun te betuigen hoopten de Nederlanders deze republieken als een middel te kunnen gebruiken om Nederland weer invloed in de wereld te geven. Om aan te tonen dat ze daartoe in staat waren, wilden de Nederlanders een nieuwe samenleving scheppen in Nederlands-Indië. Dat ging gepaard met koloniale oorlogen zoals in Atjeh en Lombok. Duitsland had haar eigen plannen in het zuiden van Afrika en wilde net als Groot-Brittanië haar koloniën met elkaar verbinden, en Frankrijk kon natuurlijk niet achterblijven.
Deze strijd om de koloniën paste bij de Europese mentaliteit om de superioriteit van de eigen natie aan de rest van de wereld te tonen en om de blanke beschaving van vooruitgang te verspreiden. De Boerenoorlog vormde zo een belangrijke schakel in de wereldwijde concurrentie om koloniën.
Afsluiting van een hoofdstuk
De Boerenoorlog was een oorlog die ver van Europa werd uitgevochten, maar in Europa zelf de gemoederen stevig bezighield. Dat Nederland en Duitsland slechts diplomatieke steun gaven is te verklaren met het feit dat ze het niet aandurfden Groot-Brittanië uit te dagen. Maar twee decennia later zou de bom tussen de koloniale machten toch barsten en Europa in duisternis hullen. De Boerenoorlog past daarom in het plaatje van wereldwijde spanningen tussen de koloniale mogendheden voor de Eerste Wereldoorlog en was dus geen oorlog die slechts in een uithoek werd uitgevochten. Het was juist een opmaat voor een nog afschuwelijkere oorlog.
Literatuurlijst
i. Bossenbroek, Martin, Holland op zijn Breedst, Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse Cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam 1996) 9-351.
ii. Cain, P.J. and A.G. Hopkins, British Imperialism, Innovation and Expansion 1688-1914 (Longman, London and New York) 369-396.
iii. Cammack, Diana, ‘The Politics of Discontent: The Grievances of the Uitlander Refugees, 1899-1902’, Journal of Southern African Studies 8, 2 (1982) 243-270.
iv. Dedering, Tilman, ‘The Ferreira Raid of 1906: Boers, Britons and Germans in Southern Africa in the Aftermath of the South African War’, Journal of Southern African Studies 26, 1 (2000) 43-60.
v. Henshaw, Peter, ‘The “Key to South Africa” in the 1890s: Delagoa Bay and the Origins of the South African War’, Journal of Southern African Studies 24, 3 (1998) 527-543.
vi. Miller, Stephen M., ‘In Support of the “Imperial Mission”? Volunteering for the South African War, 1899-1902’, The Journal of Military History 69, 3 (2005) 691-711.
vii. Nasson, Bill, ‘Waging Total War in South Africa: Some Centenary Writings on the Anglo-Boer War, 1899-1902’, The Journal of Military History 66, 3 (2002) 813-828.
viii. Porter, Andrew, ‘The South African War (1899-1902): Context and Motive Reconsidered’, The Journal of African History 31, 1 (1990) 43-57.
ix. Smith, Iain R., The Origins of the South African War, 1899-1902 (Longman, London and New York) 1-56, 70-132, 218-221.