Mussolini

De terugkeer van de Duce

Mussolini-revival in Italie

Linda van Putten

‘A noi, a noi!’, scandeert een groep opgewonden, zwartgeklede jongeren terwijl ze hun zojuist gekocht fles Vino Nero openen. Ze hebben een adelaarsvlag om hun hals geknoopt en houden een picknick vlak voor het geboortehuis van Benito Mussolini. We bevinden ons in Predappio, een klein plaatsje in de Apennijnen, 80 kilometer onder Bologna. Het groepje komt net van het kerkhof waar die ochtend een eremis is gehouden om te herdenken dat door de Mars naar Rome Mussolini’s heerschappij over Italië begon. Drie keer per jaar, op zijn geboortedag, sterfdag en de verjaardag van de Mars naar Rome, bezoeken duizenden pelgrims het graf en de geboorteplaats van de fascistische leider. De Mars naar Rome is een schoolvoorbeeld van geschiedvervalsing. Mussolini dreigde in de nacht van 27 op 28 oktober 1922 met een gewelddadige bezetting van Rome als hij met zijn fascistische partij geen plaats in de regering kreeg. Al snel wist de meester van de propaganda deze psychologische oorlogsvoering tot mythische proporties op te blazen en kwamen er verschillende versies in omloop.

Zo zou de Duce ter paard een gewapend leger van 300 000 woedende fascisten hebben aangevoerd om de regeringsgebouwen te bezetten. In werkelijkheid bestond het leger uit een veel kleinere groep licht bewapende strijdkrachten. In gezelschap van een deel van hen reisde Mussolini eerste klas met de slaaptrein van Milaan naar Rome. Er was dus eigenlijk geen sprake van een echte mars, maar deze versie blijft onverminderd populair onder de bewonderaars in Italië. De dictator wordt in zijn geboorteplaats Predappio als een heilige vereerd. Zijn tombe in het familiegrafhuis wordt sinds twee jaar bewaakt door in zwarte mantels geklede wachters van de Guardia d’Onore, een particuliere erewacht die kan beschikken over een paar honderd vrijwilligers. Veel bezoekers van het grafhuis brengen een Romeinse groet en schrijven hun naam of een gepassioneerde boodschap in het condoleance-register. 

Führer-bier

Ook Romano, het enige nog levende kind van Mussolini en zijn vrouw Rachele, woont de herdenkingsmissen trouw bij. De bejaarde jazzpianist, leider van de Mussolini All Stars Band, verdient goed aan zijn illustere vader. Romano is eigenaar van Predappio’s ‘souvenir’zaak Casa dei Ricordi die met zijn collectie een heel regiment in het nieuw kan steken: zwarte uniformen, erewachtersmantels, militaire attributen van de Zwarte Brigaden en de Italiaanse ss, gelardeerd met de bekende strijdkreten ‘Me ne frego’ en ‘O con noi o contro noi’. De zaak heeft ook veel fascistische en nazistische lectuur. Aan de overkant van de straat zit Romano’s voornaamste concurrent, Predappio Tricolore. Deze winkel biedt naast relikwieën (‘echt gedragen petten van de Duce’) ook zwarte gummistokken, lange messen en een omvangrijke drankcollectie Mussolini- wijnen, Führer-bieren en andere naziartikelen. Via de populaire internetsite www.mussolini.net kopen aanhangers over de hele wereld de fascistische memorabilia. De handel is de laatste jaren flink toegenomen, vertelt eigenaar Marcello Pompignoli trots. De handelaren zeggen dat er jaarlijks 150 000 toeristen naar Predappio komen; 50 000 is het officiële cijfer van de gemeente.

Er bestaat in Italië een wet die openlijke verheerlijking van Mussolini en het fascistisch regime verbiedt, maar de lokale bestuurders – die zetelen in een verbouwde villa waar de familie Mussolini ook nog enige tijd gewoond heeft – hebben de plaats ongestoord laten uitgroeien tot een bedevaartsoord. De centrumlinkse burgemeester Ivo Marcelli zegt in interviews de verering pijnlijk te vinden, maar ziet er ook geen echt kwaad in. Het is ‘zwarthemdennostalgie’ waar, en dat zegt hij niet openlijk, de lokale economie op draait. Opvallend genoeg heeft Predappio een ‘rode’ politieke traditie. De vraag is echter hoe ze met het erfgoed van de Duce zijn omgegaan – behalve door de straatnaam via Benito Mussolini te veranderen in de via Giacomo Matteotti, naar de in 1924 vermoorde socialistische oppositieleider. Onder het bewind van Marcelli is eind jaren ‘90 Mussolini’s geboortehuis geopend. Niet ter verheerlijking, volgens de gemeente, maar ter lering: Mussolini zou zo beter in historisch perspectief te plaatsen zijn.

Er is een expositieruimte in het huis gevestigd en er worden tentoonstellingen georganiseerd om een beter beeld te geven van de fascistische tijd. Het huis is echter net als de vvv van september tot april gesloten. Het voormalige familiehuis van de Mussolini’s, eveneens omgedoopt in Casa dei Ricordi, ligt een paar kilome- ter buiten Predappio en is wél het hele jaar door open. Het zou ook een museum van de fascistische tijd moeten zijn, maar het is eerder een tempel waar bewonderaars door de met militaire attributen opgeluisterde privé-vertrekken van Mussolini kunnen wandelen. In de herfst en winter hebben de souvenirwinkels en Casa dei Ricordi het monopolie op de informatievoorziening, want er is verder geen serieuze boekhandel te bekennen in het kleine plaatsje. De website van de gemeente geeft vrijwel geen kritische noot en besteedt vooral veel aandacht aan de interessante architectuur. Predappio is dan ook een goed openluchtmuseum voor fascistische bouwwerken. Tijdens zijn leven heeft Mussolini van zijn geboorteplaats een fascistische stad willen maken en tussen 1920 en 1940 liet hij een nieuw centrum bouwen onder de oude dorpskern, Predappio Alta. De gebouwen representeren zowel de rationalistische variant als de monumentalistische stroming binnen de fascistische architectuur, die de doctrine via de bouwwerken wilde uitdragen. De fasces zijn zelfs aangebracht op de gevel van de plaatselijk basiliek en kerk.

Vakantie

De toegenomen handel en verering in Mussolini’s geboorteplaats staan niet op zichzelf. In heel Italië is de laatste jaren een toenemende belangstelling en waardering voor de dictator en zijn regime te constateren. Er worden tentoonstellingen gehouden met fascistische kunst en militaire attributen, Mussolini’s schuilkelder in Rome is opengesteld voor het publiek en rechtse politici en journalisten zeggen steeds vaker dat er ook gewezen moet worden op de goede kanten van Mussolini, in ieder geval meer dan alleen het inmiddels spreekwoordelijke ‘hij liet de treinen op tijd rijden’. Premier Berlusconi probeerde het begin september 2003 nog met zijn inmiddels historische uitglijder: ‘Mussolini heeft niemand vermoord. Hij stuurde mensen op vakantie.’

De uitspraak veroorzaakte een lawine van reacties en een paar dagen later bracht de premier zijn excuses over aan de joodse gemeenschap. Ter verdediging voerde Berlusconi aan dat hij alleen maar had willen stellen dat Mussolini niet vergeleken kon worden met dictators als Saddam Hussein. De bloeiende Mussolini-cultus lijkt niet verwonderlijk in het licht van de huidige rechtse regeringscoalitie die door de linkse oppositie als fascistisch wordt bestempeld. De premier is de rijkste man van Italië en heeft zijn tentakels in bijna alle geledingen van de maatschappij. Hij beheerst een groot deel van de media, heeft zichzelf onschendbaar gemaakt en is de alleenheerser over zijn creatie Forza Italia. Voorts bestaat de regeringscoalitie uit de de antiimmigratiepartij Lega Nord en bovenal uit Alleanza Nazionale (an), de hervormde opvolgers van de in 1946 opgerichte fascistische partij msi. Badges van an liggen in de fascistische souvenirwinkels en de kleindochter van Mussolini, Alessandra, zit voor an in het parlement. Opvallend genoeg probeert vice-premier Gianfranco Fini, leider van de Alleanza, zich de laatste jaren juist te distantiëren van het fascistisch verleden. Hij zegt van an een fatsoenlijk conservatieve partij te hebben gemaakt.

In 1994, Fini was toen secretaris van de partij, wijzigde msi voor de verkiezingen haar naam in Alleanza Nazionale. Begin november 2003 deed hij openlijk afstand, of beter gezegd, hij weigerde zelfs een directe link met het fascistisch verleden in de Italiaanse krant La Repubblica: ‘Wij zijn niet de erfgenaam van de fascistische partij. We hebben de rekening met het fascisme gesloten, de revisie is voltooid.’ Velen twijfelen aan de oprechtheid van deze nieuwe verlichte koers. Een complete ontkenning van de oude banden lijkt voor de opvolger van msi niet erg reëel. Bovendien deed Fini zijn uitspraken in een symbolisch geladen dubbelinterview met het hoofd van de joodse gemeenschap in Italië. De dag erna herinnerde Alessandra Mussolini, kleindochter van de Duce, haar partijleider eraan dat begin jaren ‘90, toen Fini secretaris was, tijdens partijbijeenkomsten de Romeinse saluut nog gebruikelijk was. Veel critici menen dat de resolute breuk vooral een strategie is om het laatste restje twijfels van een grote groep zwevende kiezers weg te nemen. Toen an in 1994 deelnam aan de eerste regering- Berlusconi pleitte Fini nog voor de afschaffing van antifascistische beginselen in de grondwet. In datzelfde jaar durfde hij Mussolini ook nog ‘Italië’s grootste staatsman van de 20e eeuw’ te noemen, maar vorig jaar zei hij in een confrontatie met de Europese pers zich vergist te hebben.

Censuur

Fini’s opvallende kleurverschieting is symptomisch voor hoe de Italianen altijd worstelen met de vraag hoe ze met hun fascistisch verleden om moeten gaan. De omstreden episode was lang in de taboesfeer. De nieuwe Republiek werd gesticht door antifascisten die de politiek domineerden na de Tweede Wereldoorlog. De Ventennio, de ruim twintigjarige heerschappij van Mussolini, werd door deze antifascistische bril bestudeerd waardoor er lange tijd geen open blik mogelijk was. Ondanks het feit dat er in 1946 weer een nieuwe fascistische partij werd opgericht en het fascisme niet helemaal verdween, werden Mussolini en zijn dictatuur liever gezien als een zwarte episode die voorgoed voorbij was. Op school eindigen nog steeds veel geschiedenisdocenten hun les- sen bij de Eerste Wereldoorlog. De vorige centrumlinkse regering wilde hier verandering in brengen. Er moest meer aandacht komen voor het fascistisch regime en de contemporaine geschiedenis. De huidige regering Berlusconi wil echter een deel van deze onderwijshervorming stopzetten en heeft zelfs gedreigd met een controle op de schoolboeken omdat ze dikwijls te ‘links’ en ‘marxistisch’ zouden zijn.

De mogelijke censuur werd vorig jaar onder een storm van protest ontvangen en het op internet gezette appel van Umberto Eco ‘Handen af van de schoolboeken’ kreeg bijval van duizenden bezorgde burgers uit binnen- en buitenland. Anderen zijn er echter blij mee. Relikwiehandelaar Marcello Pombignoli van Predappio Tricolore prijst de regering Berlusconi. ‘Na zestig jaar is er eindelijk meer openheid en mag de waarheid weer verteld worden: de geschiedenis wordt herzien, de Duce gerehabiliteerd.’ In de historiografie is deze worsteling met het verleden ook duidelijk zichtbaar. Italiëkenner Jaap van Osta wijst in Geschiedenis van het moderne Italië. Tussen liberalisme en fascisme op de lange dominantie van de liberale, radicaal-democratische en marxistische visie op het ontstaan van het fascisme. Of het nu de schuld was van de crisis van het geloof in de vrijheid, het ondemocratische karakter van de Italianen of de reactionaire bourgeoisie, alle drie de interpretaties zagen het fascisme als een kwaadaardig fenomeen dat voortdurend politieke alertheid vereist. Dit principiële standpunt heeft het historisch debat lange tijd belemmerd. Een diepgaander onderzoek zou het negatieve oordeel kunnen ondergraven dat men om politieke en opvoedkundige redenen wilde handhaven.

In de jaren ‘60 kwamen studies uit die het fascisme meer onbevooroordeeld en minder simplistisch wilden beschouwen. Deze nieuwe generatie historici, postfascistisch in plaats van antifascistisch, werd sceptisch bejegend; een heftig politiekhistorisch debat was het gevolg. Spil hierin was de Italiaanse historicus Renzo De Felice. Hij publiceerde een groot aantal studies en een kolossale Mussolinibiografie in zes delen. De Felice wilde afrekenen met de ideologische benadering en zei dat een historicus zich moest beperken tot een reconstructie van de historische werkelijkheid. Criticasters meenden dat hij op deze manier het regime rehabiliteerde. Inmiddels zijn er in Italië meer dan honderd biografieën en monografieën over Mussolini verschenen. Door het fascisme als een historisch fenomeen uit het verleden te bestuderen is er een gedifferentieerder en genuanceerder beeld tot stand gekomen, al kan dit niet van alle publicaties gezegd worden. In lijn met de toenemende, positieve, belangstelling zijn er het afgelopen jaar boeken verschenen die weer neigen naar rehabilitatie.

De Italiaanse journalist Rodolfo Putignani presenteerde op 28 oktober afgelopen jaar in het oude familiehuis van Mussolini zijn boek Marcia su Roma, waarin hij stelt dat het negatieve en gewelddadige beeld van Mussolini moet worden bijgesteld. Een paar maanden daarvoor kwam de Engelse historicus en journalist Nicholas Farrell met zijn omstreden biografie Mussolini: a new life. Farrell, die met zijn Italiaanse vriendin de laatste vijf jaar in Predappio heeft gewoond, zegt een revisionistische biografie te hebben geschreven en steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. Om zijn argumenten kracht bij te zetten citeert hij kritiekloos uit de toenmalige propagandistische geschriften. Zijn uitgangspunt is letterlijk dat Musso- lini geen kwaadaardige man was en niet half zo slecht als het negatieve beeld dat er van hem bestaat. Mussolini hoefde geen terreur te gebruiken omdat de Italianen hem lange tijd volledig steunden. De auteur benadrukt dat Mussolini veel joden heeft geholpen en er in ieder geval heel wat meer heeft gered dan Oscar Schindler. Farrel benadert zijn onderzoeksonderwerp niet vanuit het perspectief van voltooid verleden tijd. In zijn inleiding trekt hij de lijn door naar het heden en somt hij de gebreken op van het (huidige) democratische systeem. Critici zeggen dat hij teveel de lokale Duce-spirit en -retoriek heeft opgesnoven. Een interview met Farrell, inclusief een foto waar hij poseert tussen bustes van Mussolini, ligt tussen de Duce-parafarnalia in de etalage van Romano’s winkel. De auteur is een openlijke fan van Berlusconi. Pikant detail: Farrell was ook de journalist die Berlusconi’s beruchte uitspraak over Mussolini ontlokte. Ecco, ook hier zijn geschiedenis en politiek geheel volgens Italiaanse traditie volkomen met elkaar verstrengeld.

De Italianen worstelen met hun fascistisch verleden. Hoewel er in 1946 weer een nieuwe fascistische partij van start ging, werden Mussolini en zijn regime lange tijd liever gezien als een zwarte bladzijde die voorgoed was omgeslagen. Daar is de laatste jaren verandering in gekomen. Mussolini’s geboorteplaats Predappio is uitgegroeid tot een bedevaartsoord. De Duce is uit de taboesfeer en in de souvenirwinkels.

Afbeelding:

Benito Mussolini. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 183-2007-1022-506 / CC-BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons

Dit artikel is afkomstig uit Spiegel Historiael, nummer 1, jaargang 2004.

Meer weten