Het huwelijk van kroonprinses Beatrix
Op 10 maart is in het Amsterdamse stadhuis het burgerlijke huwelijk voltrokken tussen de 28-jarige prinses Beatrix van Oranje-Nassau en de 39-jarige heer Claus von Amsberg. In de Westerkerk vond daarna de plechtige huwelijksinzegening plaats.
Gepubliceerd in 1966
Op 7, 8 en 9 maart waren reeds te Amsterdam voor de genodigden bij het huwelijk tal van festiviteiten (een welkomstcocktail, diner, hofbal en souper-dansant) gehouden. Op 9 maart was het bruidspaar met andere koninklijke gasten aanwezig bij de manifestatie "Bruidsboeket" in de Europahal van het RAI-gebouw.De huwelijksdag werd ingeleid door het afvuren van 21 saluutschoten door de in het IJ liggende kruiser "De Ruyter".Voor het begin van de radio- en televisiereportages hield minister-president mr. J. M. L. Th. Cals voor radio en tv de volgende toespraak:
Toespraak mr. Cals:
“Iedere dag worden in ons land ongeveer 250 huwelijken gesloten. Maar iedere dag opnieuw geldt weer voor elk van deze huwelijken dat het een hoogtepunt vormt in het leven van twee mensen. Hoe vaak wij dat ook meebeleven, het blijft telkens weer een wonderlijk ontroerend gebeuren dat twee mensen zich in wederzijdse liefde en trouw geheel aan elkaar geven.
Dat is ook bij het huwelijk, waarvan u nu de reportage gaat volgen, het allerbelangrijkste. Daarin verschilt het niet van die hoogtijdag in het leven van anderen en daarom zal ieder die weet wat liefde is en die zijn medemens het goede gunt, het koninklijk bruidspaar vandaag een waarlijk gelukkige dag als het begin van een huwelijk vol geluk, toewensen. Dat geluk zullen zij uiteraard allereerst vinden in elkaars liefde - en wie, die hen in deze maanden ontmoet heeft, kan daar twijfelen.
Maar de mate van hun geluk, landgenoten, hangt toch niet van hen alleen af. Ik heb eens gelezen dat het geluk van iemand die getrouwd is, zou afhangen van de mensen waarmee hij niet getrouwd is. Ik zou die uitspraak niet gaarne voor mijn rekening nemen, maar wel weet ik, dat het Nederlandse volk een belangrijke invloed kan hebben op het geluk van het koninklijk bruidspaar vandaag, maar vooral ook in de tijd die komen gaat.
Vergis ik mij niet in de aard van de Nederlanders, dan zullen - naast de talloos velen, voor wie het vandaag vanzelfsprekend een feestdag is - ook degenen, die in alle eerlijkheid niet met ons kunnen feestvieren, dit geluk niet willen verstoren. Daarmede tonen zij een der beste karaktertrekken van ons volk, de verdraagzaamheid, waarin prins Willem van Oranje ons in een tijd vol onverdraagzaamheid is voorgegaan.
Zodoende kunnen wij allen, landgenoten, ons in alle oprechtheid scharen rond het bruidspaar van deze dag, die niet alleen voor ons vorstenhuis en voor de constitutionele monarchie, maar voor heel ons land en koninkrijk van zo grote en vreugdevolle betekenis is.
Het is mij een voorrecht daarvan al voorzitter van de raad van ministers van het Koninkrijk, op dit ogenblik tegenover het jonge paar te getuigen.
Weet dan, koninklijk bruidspaar, dat Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen vandaag uw vreugde delen. Wij wensen u beiden en uw beider familie leden - en zeer in het bijzonder de Koningin en de prins der Nederlanden oprecht geluk. Wij zullen u op de levensweg, die gij heden inslaat, volgen met de bede, dat Gods zege u steeds moge vergezellen.”
Het stadhuis
Tussen 10.15 en 10.35 uur vertrok de 800 meter lange bruidsstoet van het Kon. Paleis op de Dam. In deze stoet reden in elf auto's de naaste familieleden en de getuigen, daarna volgden in galarijtuigen o.a. prinses Margriet en haar verloofde mr. P. van Vollenhoven en prinses Irene en haar echtgenoot prins Carel Hugo van Bourbon Parma. In de Glazen Koets (in 1826 te Brussel gebouwd voor koning Willem I) zaten koningin Juliana, prins Bernhard en de moeder van de bruidegom, mevr. Gösta von Amsberg; tenslotte volgde de Gouden Koets (in 1898 bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina aangeboden door de Amsterdamse burgerij) met het bruidspaar.
Als bruidsmeisjes fungeerden prinses Christina, zuster van de bruid; prinses Christine van Zweden; Christina von Amsberg, zuster van de bruidegom; jkvr. E. Loudon; jkvr. J. E. Roëll; lady Elisabeth Anson. De bruidskinderen waren: Daphne Stewart Clark (6), Carolijn Alting von Geusau (4), Joachim Jenequel (5) en Markus von Oeynhausen-Sierstorff (4).
Om 10.45 arriveerde het bruidspaar bij het stadhuis op de O.Z. Voorburgwal, het Prinsenhof. In het stadhuis waren o.a. reeds aanwezig de voorzitter van de Eerste (mr. J. A. Jonkman) en van de Tweede Kamer (mr. F. J. M. van Thiel), minister-president mr. Cals, dr. L. J. M. Beel, vice-president van de Raad van State, de minister-president van Suriname, J. A. Pengel, en die van de Ned. Antillen, E. Jonckheer. Van de 45 gemeenteraadsleden waren er 20 afwezig 2).
Nadat bruid en bruidegom hun Ja-woord hadden gegeven, verklaarde burgemeester mr. G. van Hall, voor deze gelegenheid door de gemeenteraad tot ambtenaar van de Burgerlijke Stand benoemd, om 10.58 het huwelijk voor gesloten.
Na voorlezing van de huwelijksakte werd deze ondertekend door prins Claus, prinses Beatrix, prins Bernhard en koningin Juliana. Als getuigen tekenden: Freiherr J. von dem Bussche Haddenhausen, oom van de bruidegom; prof. jhr. dr. F. A. M. Alting von Geusau; Freiherr J. von Jenisch; graaf F. von Bismarck; prins Aschwin zur Lippe Biesterfeld, broer van prins Bernhard; prinses Alexandra van Kent the Hon. mrs. Ogilvy, nicht van koningin Elisabeth van Engeland; oud-minister-president dr. W. Drees, mevr. R. Smith-jkvr. Roëll.
Toespraak mr. Van Hall:
"Bruid,
Zolang ons land zijn onafhankelijkheid bezit, nu 400 jaar lang, waarvan 250 jaar als Republiek en 150 jaar als Koninkrijk, heeft er steeds een nauwe band bestaan tussen uw familie en Nederland. Zowel bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid als in kritieke tijden van strijd om het voortbestaan van deze onafhankekelijkheid van ons land en volk, speelde het Huis van Oranje een beslissende rol. In zulk een kritieke periode heeft het koningschap 25 jaar geleden met name voor onze generatie een heel bijzondere inhoud gekregen, iets waarvan sommige jongeren betreurenswaardig weinig begrijpen -
Het is wel een voorrecht tot zo een familie te behoren; maar het is een zware opgave:
de leden van de familie moeten met hun tijd meegaan, nooit mogen zij bij de evolutie der tijden ten achter blijven, maar zij mogen er ook niet te veel op vooruitlopen.
In dit, en in nog menig ander opzicht, wordt veel van u verwacht. Voor een mens misschien soms te veel om geheel aan te kunnen voldoen.
Zo heeft het feit, dat u, bruid, kroonprinses bent, onder andere tot gevolg gehad, dat u in tegenstelling tot eigenlijk ieder ander Nederlands meisje, niet zelf kon uitmaken hoe u uw leven later zoudt inrichten. Het was door uw geboorte en het is door de traditie van ons Koninkrijk vastgesteld hoe uw toekomst - menselijkerwijs gesproken - zou moeten zijn.
Het is zeker een grootse taak, meer nog een roeping, zich te wijden aan en zich in dienst te kunnen stellen van een grote gemeenschap. Anderzijds gaat door de positie die u inneemt, een belangrijk deel van uw persoonlijke vrijheid verloren. Waar u bovendien beperkte mogelijkheden voor direct contact met grote groepen van ons volk gegeven zijn, moet u volstaan met de hoop dat u steeds juist wordt begrepen en dat er door misverstanden geen belemmeringen in het contact zullen ontstaan.
Er kan zoveel over u gezegd en geschreven worden, het verhelderende gesprek, de verduidelijkende ontmoeting is zelden mogelijk.
In de overtuiging van uw gaven, uw energie en uw blijmoedigheid ben ik er zeker van, dat u met de grote steun van uw echtgenoot, en dat is hij nu sinds 20 minuten, de taken die het leven u stelt en nog zal stellen, met alle ernst en overgave die in u is, goed zult vervullen. Ik wens u veel wijsheid, geluk en innerlijke kracht toe.
Bruidegom,
De menselijkheid, de waardigheid en het begrip voor de gevoelens, die in ons volk leven, welke u hebt getoond sinds uw komst in ons land, hebben op degenen die u reeds hebben mogen ontmoeten, een bijzondere indruk gemaakt.
Persoonlijk had ik het voorrecht u enige malen te mogen meemaken in urenlange bijeenkomsten, die voor u in het bijzonder niet gemakkelijk waren. Ik heb grote waardering gekregen voor uw persoonlijkheid, en al die eigenschappen die reden geven om u met veel vertrouwen welkom te heten. Als men nagaat voor welke problemen u zich onmiddellijk gestelt? zag en de wijze waarop u deze tegemoet getreden bent, moet men wel constateren, u en uw bruid gadeslaande, dat uw beider liefde en geluk een hechte basis vormen voor uw verdere leven.
Ik ben er zeker van, dat, naarmate meer mensen u ontmoeten en ons volk u beter leert kennen, het vertrouwen en het respect voor u zullen groeien, en dat u niet alleen in toenemende mate de krachtige steun zult zijn voor uw vrouw, maar zelf een belangrijke plaats in ons midden zult veroveren.
Bruidspaar, u gaat nu uws weegs als man en vrouw, samen een nieuwe levensperiode tegemoet. Het is ons aller wens, dat u daarin heel veel geluk beschoren zal zijn."
De Westerkerk
Na de burgerlijke huwelijksvoltrekking vertrok de bruidsstoet voor de inzegening van het huwelijk naar de Westerkerk waar de Gouden Koets om 12.25 arriveerde. In de kerk hadden reeds ca. 2000 genodigden plaatsgenomen.
Onder hen waren o.a. koning Boudewijn, koningin Fabiola, prins Albert en prinses Paola van België; koning Constantijn, koningin Anne Marie en prinses Irene van Griekenland; groothertog Jean, groothertogin Charlotte en prins Charles van Luxemburg; prinses Marina van Kent, prins Harald van Noorwegen; prinses Benedikte van Denemarken; de Spaanse troonpretendent prins Juan Carlos en prinses Sophie van Bourbon; de Aga Khan, prins Chah Karim Aga Khan. Verder 45 buitenlandse diplomaten, leden van de regering en Staten-Generaal en vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking 3).
De liturgie en huwelijksinzegening werden geleid door de vrijzinnig hervormde ds. J. H. Kater, bij wie prinses Beatrix op 25 mrt. 1956 haar belijdenis had afgelegd. Op wens van het bruidspaar droeg de liturgie een min of meer oecumenisch en internationaal karakter, zij het afgestemd op de Ned. hervormde kerk. In tegenstelling tot de huwelijken van koningin Wilhelmina en Juliana, toen de Franse taal werd gebruikt, geschiedde de huwelijksinzegening in het Nederlands. De gereformeerde oud-hoofdvlootpredikant ds. J. H. Sillevis Smitt hield de prediking, gebaseerd op Matth. 7 :17, Joh. 14 :6 en Joh. 1 :40-43.
Als Schriftlezing had ds. Kater, in overleg met het bruidspaar, gekozen psalm 121 en, 1 Corint. 13. Door gemeente of kerkkoor werden gezongen "A toi la gloire` van G. H. Händel op tekst van E. Budry, gezang 149 ("Grote God, wij loven U"), het koraal Was mein Gott will, das gescheh allzeit" uit de Mattheus-Passion van J. S. Bach, het Engelse gezang "Love divine, all love excelling" uit The Methodist Hymnbook, gezang 263 : 1 ("U zeegne God"), "Quoniarn tu solus sanctus" van A. Vivaldi en gezang 301 :6 ("Mijn schild ende betrouwen"), terwijl Annette de la Beye de sopraanaria "Ich will dir mein Herze schenken" uit de Mattheus-Passion zong. Door orgel (S. C. Jansen) en trompet (W. Groot) werd bij het verlaten van de kerk de Trumpet Voluntary in D van J. Clarke ten gehore gebracht.
Om 14.10 was de Gouden Koets met prinses Beatrix en prins Claus weer bij het Kon. Paleis teruggekeerd. Langs de 4 km lange route (Paleis-Stadhuis-Westerkerk-Paleis) zorgden 4500 man van de Kon. Landmacht, Kon. Marine en Kon. Luchtmacht, alsmede 300 leden van de studentenweerbaarheden uit Amsterdam, Delft, Leiden en Utrecht voor de ere-afzetting. De belangstelling van het publiek was niet zo groot als door de politie was verwacht (250.000). Volgens opgave van de gem. politie bevonden zich ca. 80 á 100.000 mensen langs de route (volgens sommige persberichten zou dit getal nog aan de hoge kant zijn). Het regenachtige weer - het was om ca. 11.30 gaan motregenen - en de tv-reportage zouden tot deze geringere opkomst hebben bijgedragen.
Om 17.00 verlieten prinses Beatrix en prins Claus het Kon. Paleis om afscheid te nemen van de koninklijke gasten in het Amstelhotel. Een klein half uur later gingen zij met onbekende bestemming op huwelijksreis.Het prinselijke paar zal gaan wonen in het in 1959 door prinses Beatrix aangekochte landgoed Drakestein bij de Lage Vuursche (zie pag. 14881/ 2-1959), waar zij in het voorjaar van 1963 haar intrek heeft genomen.
Dankwoorden
Na hun vertrek werden om 20.00 over radio en tv de volgende dankwoorden uitgesproken.
De prinses zei:
"Voor ons vertrek uit Nederland is het ons een behoefte om een woord van warme dank te brengen tot u, die zo vele, hartelijke blijken van uw sympathie en intens medeleven heeft gegeven . Onze dank gaat in de eerste plaats uit naar al diegenen, die hebben bijgedragen aan het nationale geschenk en die ons daardoor een persoonlijk huwelijkscadeau hebben gegeven, dat voor ons juist daarom zo bijzonder feestelijk is, omdat wij dit dagelijks samen zullen kunnen gebruiken. Daarnaast heeft u het ons mogelijk gemaakt om het doel te verwerkelijken, dat ons, zoals u weet, zeer na aan het hart ligt. Een gezamenlijke steun aan gehandicapten hier, in Suriname en in de Nederlandse Antillen, kan thans, mede dankzij deze bijdrage aan het nationale geschenk, belangrijk worden uitgebreid. Maar wij willen ook zeggen hoe dankbaar wij zijn voor al die persoonlijke bewijzen van medeleven en hartelijkheid, die ons uit vele brieven, bloemen en geschenken zijn gebleken. Uw spontane reactie in deze laatste maanden hebben ons vaak gesteund en verheugd.
Dat niet allen met ons dit huwelijk in vreugde hebben kunnen vieren, is een feit, dat wij erkennen en begrijpen. Velen hebben in het verleden ondeelbaar leed moeten dragen en onherstelbare verliezen geleden, verliezen die ook als offers zijn gebracht in de strijd voor recht en vrijheid. Wij willen dit niet onvermeld laten, omdat wij op deze dag, die voor ons zoveel geluk brengt, dit leed, dat voor ons allen is geleden en die offers ' die voor ons allen zijn gebracht, in eerbied willen gedenken. Het is deze achtergrond, die onze gevoelens van dankbaarheid verdiept. Wij willen u zeggen, dat het geluk, dat wij beiden vandaag mogen ervaren, ons voor de rest van ons leven een steun en aansporing zal zijn om ons samen in te zetten voor de toekomst van ons land."
Prins Claus zei:
"Graag wil ik hierbij aansluiten en u zeggen hoe dankbaar ik ben voor alle bewijzen van sympathie, die wij beiden hebben mogen ontvangen. Voor mijzelf ben ik ook zeer erkentelijk voor de medewerking en de hartelijkheid die ik in de afgelopen maanden van kennismaking met Nederland heb mogen ondervinden. Hierdoor is mij het gevoel gegeven dat ik niet alleen ons land, maar reeds velen van u persoonlijk beter heb leren kennen.
Ik weet, dat sommigen van u met ons huwelijk geen vrede kunnen hebben. Ik kan u slechts verzekeren, dat ik hier volledig begrip voor heb, omdat ik weet, dat het Nederlandse volk in de laatste oorlog onzegbaar veel leed en groot onrecht is aangedaan. Niemand kan dit verleden ongedaan maken. Maar ik zou graag willen vragen ons de kans te geven om samen met u allen aan een nieuwe toekomst te bouwen.
Ik kan u zeggen dat het mijn vaste voornemen is om mijn eigen taak en plaats naast mijn vrouw zo op te vatten, dat ik haar alle steun zal geven, die van mij kan en moet worden verwacht. Wij zijn er beiden van overtuigd, dat wij de verwachtingen, die wij aan elkaar gesteld hebben, slechts zullen kunnen verwezenlijken door ons gezamenlijk voor de toekomst in te zetten. Daarbij is uw hulp en steun onontbeerlijk.
Ik zou mijn dank willen uitspreken aan al diegenen, die reeds nu hebben doen blijken, dat zij in deze toekomst vertrouwen hebben. Mijn dank daarvoor richt ik in de eerste plaats tot HM. de Koningin en Z.K.H. de Prins der Nederlanden. Ik hoop jegens mijn vrouw en jegens u allen dit vertrouwen altijd waar te maken."
Ongeregeldheden
De hoofdstedelijke politie had op 10 maart in totaal 1000 man en 60 motorrijders in actie, terwijl tien politieboten in de grachten patrouilleerden. Zij had bovendien versterking gekregen van 1700 man rijkspolitie, 1200 man marechaussee en 45 politieruiters uit Den Haag, Rotterdam en Haarlem.
In de nacht van 9 op 10 maart was het reeds onrustig in de binnenstad. Groepen jongelui maakten herrie, gooiden met rookbommetjes en trokken vlaggemasten omver.In de ochtend van 10 maart hielden ca. 300 personen, merendeels jongeren, een demonstratie bij het standbeeld van de Dokwerker op het J.D.Meyerplein, in febr. 1941 het middelpunt van de Duitse terreur tegen de joodse stadgenoten.
Een deel van deze demonstranten sloot zich aan bij een groep van ca. 1500 jongeren - "provo's", studenten e.a. - die al schreeuwend "Leve de republiek" en "Weg met Claus" naar de route trokken waar de bruidsstoet zou passeren. Er werden rookbomme (n) (tjes) en ander vuurwerk gegooid. Ook in de middag- en avonduren deden zich incidenten voor, waarbij bijna uitsluitend jongelui waren betrokken. De politie arresteerde in de loop van de dag 20 personen tussen 16 en 25 jaar. Er werd bij deze ongeregeldheden niemand gewond. Vooral in de buitenlandse pers is aan het bommengooien en het optreden van de politie veel aandacht geschonken.
Inkomen, titels en namen, wapen en vlag van prins Claus
Krachtens art. 29 van de Grondwet zal het jaarlijks inkomen van prins Claus gelijk zijn aan dat van prinses Beatrix, hetwelk bij de wet van 5 mrt. 1952 (Stsbl. 99) is vastgesteld op fl 300.000. Bij KB van 16 febr. 1966 (Stsbl. 70) zijn aan de heer Claus von Amsberg van het moment af dat het huwelijk met prinses Beatrix zou zijn voltrokken de volgende titels en namen toegekend: Z.K.H. Prins Claus George Willem Otto Frederik Geert der Nederlanden, Jonkheer van Amsberg. Met ingang van hetzelfde tijdstip is hij "lid en Prins van Ons Huis".
De kinderen uit hun huwelijk geboren zullen de volgende titels en namen dragen: ZKH (HKH) Prins (Prinses) der Nederlanden, Prins (Prinses) van Oranje-Nassau, Jonkheer (Jonkvrouwe) van Amsberg.
Bij KB van 16 febr. 1966 (Stsbl. 71) is aan prins Claus een door de heer F. j . H. Th. Smits, ambtenaar bij het departement van defensie (ontwerper van de militaire kleding), ontworpen wapen verleend. Dit gevierendeelde wapen vertoont in twee van de vier vakken o.a. een klimmende leeuw met een ontbloot Romeins zwaard en in de beide andere vakken een kasteel op een drietoppige berg. Voor een juiste heraldische omschrijving zie men genoemd Staatsblad.
Verder is aan prins Claus een in vier vakken verdeelde onderscheidingsvlag toegekend met daarop een vierarmig kruis in oranje en als verdere versiering o.a. het koninklijke wapen met kroon, leeuwen en gekanteelde burcht. Op 16 febr. was aan prins Claus het Grootkruis Orde Nederlandse Leeuw verleend.
De kosten
Minister-president mr. Cals heeft op 23 febr. een wijziging van zijn begroting-1966 van algemene zaken bij de Tweede Kamer ingediend, zulks in verband met de kosten van het huwelijk ten laste van de regering. Deze kosten worden op fl 1.5 mln geraamd, waarvan fl 600.000 voor een tegemoetkoming in de kosten van de gemeente Amsterdam (voor eigen rekening van de hoofdstad blijft een bedrag van ca. fl 100.000), fl 160.000 i.v.m. voorzieningen in de Westerkerk, fl 345.000 voor de kosten i.v.m. de activiteiten van de RVD (o.a. de inrichting van een perscentrum en een door Polygoon/Profilti te vervaardigen kleurenfilm van 45 minuten) en fl 395.000 voor onvoorziene uitgaven.
Geschenken
Op paleis Soestdijk heeft het Tweede-Kamerlid mevr. mr. J. M. Stoffels-Van Haaften op 5 maart het nationale huwelijksgeschenk (zie ook pag. 56/2) aan prinses Beatrix en haar verloofde aangeboden. Dit bestaat uit een door de NV Porselein- en Tegelfabriek Mosa te Maastricht vervaardigd en door de Mosa-ontwerper Edmond Bellefroid ontworpen porseleinen eetservies en een drinkservies en tafelzilver, vervaardigd door de NV Kon. Ned. Zilverfabriek Begeer te Voorschoten. Voorts werd aangeboden een symbolische cheque ter waarde van fl 1 mln; dit geld heeft het bruidspaar bestemd voor de revalidatie van gehandicapte kinderen in Nederland, Suriname en de Ned. Antillen.
Bij dezelfde gelegenheid bood de Surinaamse-Statenvoorzitter, de heer J. Lachmon, prinses Beatrix een sigarettenkoker van Surinaams goud aan en de heer Von Amsberg een gouden drinkbeker. Voorts overhandigde hij een cheque van fl 20.000. De voorzitter van de Staten van de Ned. Antillen, de heer J. A. 0. Bikker, overhandigde zes zilveren schalen met inscriptie en wapen (een van elk eiland) en een cheque van fl 32.677.
Eveneens op 5 maart bood de regering de koninklijke familie in het Prinsenhof te Delft een galadiner aan. Minister-president mr. Cals overhandigde hierbij het bruidspaar de geschenken van de regering: twee door de heer W. Heesen ontworpen Leerdamse glazen en een exemplaar van Jacob Cats' "Het Houwelijck" (1625).
President Soekarno heeft een thee- en koffiestel van djokja zilver aangeboden.
Gratie
Bij KB van 28 febr. 1966 (Stsbl. 73) is ter gelegenheid van het prinselijk huwelijk m.i.v. 10 mrt. een beperkte gratie verleend. Deze heeft betrekking, met bepaalde uitzonderingen, op hen die tot tijdelijke gevangenisstraf of geldboete zijn veroordeeld wegens commune delicten, w.o. militaire, economische en fiscale. De vonnissen moeten uiterlijk 10 maart onherroepelijk zijn geworden.
Geldboeten van minder dan fl 25 worden kwijtgescholden, de overige worden verminderd. Vrijheidsstraffen van 14 dagen of minder worden geheel kwijtgescholden, terwijl de andere met een kwart gedeelte (max. 3 maanden) worden verminderd.
1) In "Gens Nostra" (juli/aug. 1965), orgaan van de Ned. Genealogische Ver., is een artikel over de Stamreeks Von Amsberg opgenomen. In "De Nederlandsche Leeuw" (febr. 1966), orgaan van het Kon. Ned. Genootschap voor Geslachts- en Wapenkunde, heeft mr. W. W. van Valkenburg een artikel over de voorouders van Claus von Amsberg gepubliceerd.
2) Voor de uitnodiging bedankt hadden de fracties van de CPN en PSP, 7 van de 17 PvdA-leden en het VVD-lid drs. J. A.P. Gruyters. Verhinderd waren twee leden (1 KVP en 1 PvdA). Naar aanleiding van het weigeren door drs. Gruyters verklaarde het dagelijks bestuur van de VVD op 25 febr. dat vertegenwoordigers in publiekrechtelijke lichamen aan uitnodigingen van het koninklijke huis gevolg dienden te geven, behoudens in het geval van absolute verhindering. De liberale jongerenorganisatie JOVD kwam hiertegen op en verklaarde van mening te zijn dat het tot de persoonlijke vrijheid van iedereen behoort om niet in te gaan op een koninklijke invitatie. In het VVD-orgaan Vrijheid en Democratie van 3 mrt. schreef het dagelijks bestuur van de VVD dat de heer Gruyters "natuurlijk.... vrij (is) naar eigen inzicht te beslissen.... "
3) De leiders van de drie joodse kerkgenootschappen in Amsterdam, opperrabbijn H. Rodrigues Pereira van de Portugees-Israëlitische gemeente, opperrabbijn A. Schuster van het Nederland-Israëlitisch kerkgenootschap en rabbijn dr. J. Soetendorp van de Liberaal-joodse gemeente hadden op 6 febr. besloten de uitnodiging van koningin Juliana tot het bijwonen van de huwelijksvoltrekking en -inzegening niet te aanvaarden, teneinde de gevoelens die bij de joodse gemeenteleden nog steeds levendig zijn niet te kwetsen. Ook het Verbond van Liberaal-religieuze Joden in Nederland had zijn rabbijn ontraden de uitnodiging te accepteren (zie ook pag. 743/2-1965).
De Kamerfracties van de CPN en PSP hadden op 2 mrt. medegedeeld dat zij de uitnodiging niet zouden aanvaarden.
Het bestuur van de Algemene Studenten Vereniging Amsterdam (ASVA) had ook besloten de plechtigheden in de Westerkerk niet bij te wonen, omdat zij bewust is "van het feit dat een groot deel van de Amsterdamse studentenbevolking niet achter de goedkeuringswet" stond.
Dit artikel is afkomstig uit: