Het ultimatum van 14 mei 1940
Een van de topstukken uit de collectie van het Gemeentearchief Rotterdam is het ultimatum dat de Rotterdamse bevelhebber P.W. Scharroo en burgemeester P.J. Oud op 14 mei 1940 ontvingen van de commandant van de Duitse troepen R.K.F Schmidt. Het ultimatum ziet er weinig indrukwekkend uit: een getypt velletje papier zonder handtekening en alleen ondertekend met de woorden ‘De kommandant van de Duitsche troepen’. De inhoud daarentegen heeft verstrekkende gevolgen gehad voor Rotterdam.
Diezelfde dag zou de stad door de Duitsers worden gebombardeerd. In minder dan twintig minuten wordt het hart van de historische binnenstad verwoest. Ongeveer 900 mensen komen om, 25.000 woningen en 11.000 andere panden worden verwoest. Op 10 mei 1940 vielen de Duitse troepen Nederland binnen. Rotterdam werd al de eerste dag bij de oorlog betrokken. Hoewel de Duitsers spoedig belangrijke punten als het militaire vliegveld Waalhaven en de Maasbruggen veroveren, slagen ze er niet in verder op te trekken.
De Duitse commandant Schmidt krijgt op maandag 13 mei te verstaan dat Rotterdam koste wat kost moet worden veroverd, ook al zou dit de vernietiging van de stad betekenen. Opperbevelhebber H.W. Göring wil door middel van een bombardement de volledige capitulatie van Nederland afdwingen. Op 14 mei 1940 ontvangt Scharroo een in gebrekkig Nederlands opgesteld ultimatum van Schmidt. Ook burgemeester Oud ontvangt dit ultimatum. Het Duitse ultimatum stelt, dat wanneer de weerstand
tegen het Duitse offensief niet onmiddellijk zou worden gestaakt, maatregelen zullen worden genomen, die volledige vernieling van de stad tot gevolg kunnen hebben. Wanneer er binnen twee uren geen antwoord zou zijn, ziet de Duitse commandant zich genoodzaakt de ‘scherpste maatregelen van vernieling’ te nemen.
Na overleg met de bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten H.G. Winkelman stuurt Scharroo een antwoord terug naar de Duitsers. Hierin stelt hij dat, voordat een dergelijk voorstel tot overgave in overweging kan worden genomen, het ultimatum voorzien moet zijn van de naam, militaire rang en handtekening van de Duitse commandant. Daarnaast laat de commandant weten op de hoogte gesteld te willen worden van de voorwaarden die aan de overgave zijn verbonden. Hoewel de commandant van de Duitse strijdkrachten in Rotterdam nog pogingen doet het bombardement uit te stellen om te kunnen onderhandelen, wordt hieraan van hogerop geen gehoor gegeven. De lichtkogels die worden afgevuurd in een poging het bombardement te voorkomen, worden slechts door een gedeelte van een van de twee eskaders opgepikt.
Het bombardement vernietigt de binnenstad van Rotterdam. De stad brandt nog dagen. Op 14 mei capituleert Nederland, met uitzondering van Zeeland waar de strijd tot 19 mei zou duren.
Dit artikel is afkomstig uit:
Tekst: Gemeentearchief Rotterdam. Verzameling Tweede Wereldoorlog (Rotterdam); inventarisnummers 712 en 713
In samenwerking met: www.brandgrens.nl
Een samenwerking tussen dS+V, het Historisch Museum Rotterdam en het Gemeentearchief Rotterdam, gericht op het bombardement en de brandgrens en meer in het algemeen op Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw.
Het bombardement wordt jaarlijks herdacht op 14 mei met tal van activiteiten. Bekijk het programma van de herdenking 2012.