Tentoonstellingsrecensie: 'Van Bosch tot Bruegel'

Over de tentoonstelling 'Van Bosch tot Bruegel. De ontdekking van het dagelijks leven' in museum Boijmans van Beuningen. Bij het denken aan de middeleeuwen gaan de gedachten van de gemiddelde mens al snel uit naar ridders, jonkvrouwen, hun kastelen en hun bezigheden, kortom het wel en wee van de elite.

Wouter van Dijk

Het overgrote deel van de bevolking, de stadsbewoners en de plattelanders, zijn veel minder in het collectieve geheugen van ons denken over de middeleeuwer en zijn tijd genesteld. Bij de zestiende eeuw is het vooral de Nederlandse Opstand die belletjes doet rinkelen, daarna houdt het al snel op. In museum Boijmans van Beuningen is momenteel echter een tentoonstelling te zien die zich juist richt op het leven van de ‘gewone’ man in de zestiende eeuw en diens angsten, genoegens en dagelijks leven. De tentoongestelde werken vormen een dwarsdoorsnede van de sociale geschiedenis uit deze periode op het snijvlak tussen middeleeuwen en Renaissance in de Nederlanden.

In de tentoonstelling komen aan de hand van de werken van verschillende laat-middeleeuwse en vroegmoderne kunstenaars onder wie Pieter Bruegel de Oudere, Jeroen Bosch, Lucas van Leyden en Albrecht Dürer allerlei aspecten uit het dagelijks leven van de mensen destijds voor het voetlicht. Zo is er natuurlijk de voor de middeleeuwer onvermijdbare dreiging van hel en verdoemenis die het gewone volk op het rechte pad moest houden, zoals in de allegorische voorstelling De hooiwagen van Jeroen Bosch, het topstuk van de tentoonstelling, te zien is. Ook de komst van genrevoorstellingen in de grafiek komt aan bod, waarbij Albrecht Dürer het voortouw nam. Natuurlijk wordt de toeschouwer in veel gevallen een spiegel voorgehouden; de voorstellingen hadden tot doel de aanschouwer een les te leren. Schilderijen en prenten waarin zaken als overspeligheid, lust, gierigheid of juist spilzucht of ander ongewenst gedrag op de hak worden genomen zijn dan ook ruim aanwezig.

Jheronimus Bosch, Marskramer, ca. 1500

Bijzondere aandacht is er voor stereotypen. De boer als type komt uitgebreid aan bod, veelal negatief als dom en losbandig. Een ander voorbeeld is de Duitse huursoldaat, de landsknecht, die in deze periode veel in onze regio te vinden was. Duitsland gold ook wel als het reservoir voor de legers van Europa, en met de Nederlandse Opstand en Dertigjarige Oorlog die voortwoedden was er voor huurlingen werk genoeg. De landsknechten werden gevreesd als gewelddadige bruten en hoerenlopers, maar ook met ontzag bekeken als de avonturiers die ze waren, gekleed in uitbundig gekleurde tenues en zwierige hoofddeksels.

Naast de vele schilderkunst die op de tentoonstelling is te zien, vormen de archeologische vondsten van alledaags eet- en drinkgerei en gebruiksvoorwerpen een leuke aanvulling op de expositie. Veel van de tentoongestelde attributen kan men terugvinden op de tentoongestelde doeken, zoals kruiken en geldbuidels. Bijzonder is daarbij het poppengoed dat te zien is, ook in de zestiende eeuw fabriceerde men al gebruiksvoorwerpen op miniatuurformaat om als speelgoed voor de kinderen te dienen. Wie altijd al een klotendolk van een paar centimeter of een minuscuul noppenglas uit de zestiende eeuw heeft willen zien, raad ik dan ook van harte aan de tentoonstelling te bezoeken.

De tentoonstelling Van Bosch tot Bruegel. De ontdekking van het dagelijks leven is nog tot en met 24 januari 2016 te zien in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

Deze recensie is afkomstig van de website van Hereditas Nexus. Bezoek de website voor meer kritische reviews van boeken, tentoonstellingen en ander historisch vermaak.

Meer weten

Tijdschriften: