Tentoonstellingsrecensie: Vincent in Amsterdam

Dat het Van Gogh Museum in Amsterdam te vinden is, dat weet iedereen. Minder bekend is dat Vincent tijdens zijn leven de stad meerdere malen bezocht en er zelfs enige tijd heeft gewoond. Vincent had in Amsterdam verschillende familieleden wonen, waaronder de op één na oudste broer van zijn vader, oom Jan, ook wel Johannes genoemd.

Vera Weterings

Ook zijn vaders jongste broer, oom Cor, met vrouw en drie kinderen woonden in Amsterdam. Tot slot woonde de familie Stricker in Amsterdam: tante Mina, een zus van zijn moeder, met haar man dominee Johannes Paulus Stricker en hun drie kinderen waaronder dochter Kee. In Vincents periode in Amsterdam schreef hij vele openhartige brieven aan zijn broer Theo. Deze brieven – met prachtige beschrijvingen van de stad aan de hand van verschillende schilderijen en prenten – vormen het uitgangspunt van de tentoonstelling Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam in het Stadsarchief Amsterdam. De bezoeker krijgt een beeld van de stad hoe de 24-jarige Van Gogh deze zag en in zijn brieven beschreef.

 

’T Is een mooie stad hier, wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien.

(12 juni 1877, brief van Vincent Van Gogh aan Theo van Gogh)

 

Toen Vincent in mei 1877 naar Amsterdam kwam om zich voor te bereiden op een studie theologie aan de Universiteit van Amsterdam woonde hij op de Rijkswerf, op het stadseiland Kattenburg, bij zijn oom Johannes van Gogh sr. (1817-1885). Hier was een grote scheepswerf waar de schepen voor de Koninklijke Marine gebouwd werden. Vincent logeerde bij zijn oom Jan van Gogh die in februari 1877 was benoemd tot commandant van de Marine en directeur van de werf. Jan had voor Vincent in zijn dienstwoning een slaapkamer en een studeerkamer over. De inschrijving van Vincent op het adres van zijn oom Johannes is te vinden in het bevolkingsregister 1874-1893, dat ook op de tentoonstelling te zien is. Doordat Vincent zich nooit heeft uitgeschreven toen hij verhuisde, staat er achter zijn naam ‘geroijeerd’.

Vincent van Gogh, de Ruijterkade te Amsterdam, 8 oktober 1885

Vanuit zijn kamer op de Rijkswerf had Vincent uitzicht op het Groot Magazijn, het huidige Scheepvaartmuseum. Aan de andere kant had Vincent zicht  op de werf met de scheepskappen, werkplaatsen en smederijen. De bedrijvigheid en het werkvolk spraken Vincent aan en hij schreef vaak over zijn uitzicht in zijn brieven aan Theo: “wat zouden de artisten hier op de werf veel dat geschikt is om geschilderd te worden kunnen vinden”.
IMG_0110

Vincent van Gogh, Worn out, 1881

In Vincents werk komt terug dat hij een voorliefde had voor het afbeelden van arbeiders, met name op het land in combinatie met een landschap. Als Vincent door de straten van de binnenstad liep viel zijn oog ook op de sfeer op straat en de mensen die er aan het werk waren. In zijn brieven is te lezen wat Vincent onderweg zag: de herfstkleuren aan de bomen, tuintjes met klimop en bloemen, de wolkenluchten boven het IJ, het licht van de avondzon door de bladeren van het Muiderbosje net buiten de Muiderpoort. Ook wandelde hij over de ‘zandwerken’, oftewel de eilanden in aanleg voor de bouw van het Centraal Station. Van Gogh kwam regelmatig in de drukke en armoedige straatjes langs werkplaatsen en pakhuizen in de Jodenbuurt. Hij had iedere week, van maandag tot en met zaterdag, lessen Latijn en Grieks van Maurits Benjamin Mendes da Costa (1851-1938). Mendes woonde pal naast de Portugees-Israëlitische Synagoge. De studie viel Vincent zwaar en ondanks dat hij kleine vooruitgang boekte, ging hem het leren van de stof moeizaam af. Op zijn vrije zondag woonde hij vaak meerdere kerkdiensten bij. De verschillende kerken die hij daarbij bezocht komen aan de hand van fotomateriaal in de tentoonstelling aan bod. Daarnaast zijn er ook ok twee olieverfschetsen van Amsterdam van Van Gogh zelf te zien. Deze schilderijen die hij in 1885 maakte van de stad die hij zo vaak in woorden heeft geschetst, zijn voor het eerst sinds vele jaren samen te zien. Zij vormen de afsluiting van de tijd die Van Gogh in Amsterdam doorbracht.
IMG_0102

Gastenboek Rijksmuseum

Hoewel Vincent vooral in Amsterdam was voor zijn studie, bezocht hij ook verschillende musea – net als tijdens zijn voorgaande bezoeken aan de stad in januari en maart 1873. Hij bezocht in Amsterdam onder meer het Trippenhuis, een tentoonstelling in Arti et Amicitiae en in 1885 ging hij nogmaals naar de stad om met zijn vriend Anton Kerssemakers het net geopende Rijksmuseum te bezoeken. Van zijn bezoek aan het Rijksmuseum is een kleine handtekening in het gastenboek te zien op de tentoonstelling in het Stadsarchief.

De tentoonstelling dankt zijn naam Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam aan Van Goghs verblijf in Amsterdam, al heeft hij er langer doorgebracht. Aan de hand van archiefmateriaal zoals registers, brieven en veel beeldmateriaal krijgt de bezoeker een inkijkje in het Amsterdam van Van Goghs tijd. Het Stadsarchief Amsterdam laat de bezoeker zo kennismaken met de stad zoals Van Gogh die zag. Het Amsterdam van eind negentiende eeuw.

Vera Weterings

De tentoonstelling Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam is nog tot en met 17 april 2016 in het Stadsarchief Amsterdam te bezoeken.

Deze recensie is afkomstig van de website van Hereditas Nexus. Bezoek de website voor meer kritische reviews van boeken, tentoonstellingen en ander historisch vermaak.

Hereditas Nexus organiseert van 19 tot en met 21 februari een Van Gogh thema-weekend.

 

 

Meer weten

Tijdschriften: