Tirannen voor het tribunaal
Dictators als Saddam Hoessein en Slobodan Milosevic staan momenteel terecht voor een (internationaal) tribunaal. Dit is bijzonder maar niet uniek: al in de 17de eeuw werd in Engeland koning Karel I als tiran berecht. Sinds de Neurenbergse processen in 1945-1946 is het wel eenvoudiger geworden verantwoordelijken te vervolgen voor misdaden tegen de eigen bevolking. Een historisch overzicht van tirannen voor het tribunaal.
Clive Foss
[caption id="attachment_48210" align="alignnone" width="376"] Saddam Hoessein (Bron: Geschiedenis Magazine)[/caption]
Op het eerste gezicht lijkt het vanzelfsprekend dat Saddam Hoessein schuldig is aan misdaden tegen de menselijkheid en dat hij hiervoor terecht moet staan. Wanneer de rechtbank islamitisch was, zou het proces simpel en soepel verlopen: er zou hem van alles ten laste kunnen worden gelegd, van misbruik van vertrouwen tot het voeren van een oorlog tegen God. In aanwezigheid van getuigen zou hij tegenover één rechter staan die hem vrijwel zeker schuldig zou verklaren en ter dood veroordelen, hetgeen onmiddellijk zou worden uitgevoerd. Hoewel hij voor zijn verdediging wel het woord zou mogen voeren, zouden er geen advocaten zijn en geen mogelijkheid van hoger beroep. Maar dit staat dus niet te gebeuren. Saddam staat terecht voor een speciaal benoemd Irakees tribunaal, dat rechtvaardig wil overkomen en wil laten zien dat in Irak de normen van het internationaal recht gerespecteerd worden. Het proces zal vrijwel zeker lang en gecompliceerd zijn.
Het geval Saddam staat niet op zich. Een andere ex-dictator, Slobodan Milosevic van Joegoslavië, staat eveneens terecht. En Augusto Pinochet van Chili binnenkort misschien ook. Sinds de 17de eeuw zijn er meer dan dertig dictators voor het gerecht gekomen; dit blijft natuurlijk een minderheid. Een groot aantal dictators, zoals Stalin of Mao, is na een lange regeerperiode vreedzaam gestorven. Anderen zijn met een coup afgezet (vooral in Zuid-Amerika). Of ze mochten met pensioen dan wel het land verlaten. Sommige monsters, zoals Idi Amin of Pol Pot, zijn letterlijk ontsnapt aan vervolging.
Wanneer je een onderwerp als afgezette despoten onderzoekt, stuit je op moeilijke vragen. Waarom moeten deze mensen terechtstaan? Waar staan ze terecht: voor een nationale of internationale rechtbank? Kunnen ze een eerlijk proces krijgen? Wat is een rechtvaardige uitkomst, ofwel hoe verhoudt de roep om rechtvaardigheid zich tot de politieke behoefte aan verzoening en stabiliteit? Waren hun vergrijpen illegaal volgens het toen geldende recht? Is het tribunaal waar ze voor staan, legitiem en competent om hen te ondervragen? En in hoeverre moeten hun medeplichtigen worden vervolgd?
Karel I
Het eerste proces in de moderne geschiedenis in Engeland laat problemen zien die we nog altijd tegenkomen. Koning Karel I – overigens niet volgens ieders definitie een tiran – was verwikkeld in een burgeroorlog, verloor die en raakte als gevangene in handen van zijn vijanden die hem maar al te graag wilden straffen. Op dat moment was de regering in handen van een kleine minderheid in een parlement dat gezuiverd was van eenieder die sympathiek tegenover de koning stond. Wat aan Lords overbleef, weigerde mee te werken en dus werd het proces gehouden door het Hoge Hof van Justitie voor het Oordelen en Vonnissen van Karel Stuart, dat zich erop beriep de wil van het volk van Engeland te vertegenwoordigen. Van begin af aan stond de uitkomst vast. Het proces was een façade om de ‘tiran’ te kunnen veroordelen. De aanklacht luidde dat Karel had geprobeerd de rechten en vrijheden van het volk teniet te doen en een oorlog tegen het parlement te voeren. Bovendien was hij schuldig aan verraad, moord, brandstichting en vernieling tijdens oorlogen. Hij werd ervan beschuldigd een tiran te zijn, een openlijke en een onverbiddelijke vijand van het gemenebest Engeland.
De koning, die geen verdediging werd toegestaan, stond alleen tegenover zijn aanklagers. Tot hun ongenoegen liep hij in cirkels om hen heen. In plaats van antwoord te geven op de beschuldigingen viel hij het gezag van het hof aan. Hij stelde dat het tribunaal illegaal was, dat het niet het volk of het parlement vertegenwoordigde en dat het niet de bevoegdheid had hem te berechten. Karel draaide de schuld in de richting van zijn aanklagers door vol te blijven houden dat hij de vrijheden van het Engelse volk verdedigde door zicht te verzetten tegen een arbitraire macht. Hoewel de rechters hier geen direct antwoord op hadden, werd de koning schuldig bevonden en geëxecuteerd, alles in een periode van tien dagen in januari 1649.
[caption id="attachment_48211" align="alignnone" width="376"] Karel I (1600-1649) weigerde schuld te bekennen voor een tribunaal dat hij bovendien niet als wettig erkende. Portret naar Anthony van Dyck. (Bron: Geschiedenis Magazine)[/caption]
Het proces tegen Karel wierp problemen op rond de rechtmatigheid en eerlijkheid ervan. Het kon daardoor niet worden afgesloten, wat tot een gewelddadige nasleep leidde. Toen de monarchie in 1660 werd hersteld, werden de lichamen van Cromwell en twee van zijn trouwste bondgenoten opgegraven en alsnog onthoofd. Een nog in leven zijnde groep van de koningsmoordenaars werd berecht. Twaalf kregen er de doodstraf. De nieuwe koning, Karel II, bracht het proces tot een abrupt eind. Verzoening won het van wraakneming.
Lodewijk XVI en Nicolaas II
Toen Lodewijk XVI werd afgezet in 1792, betoogden de radicalen onder leiding van Robespierre dat het volk Lodewijk al had veroordeeld en dat hij alleen nog maar terechtgesteld hoefde te worden. De regerende Conventie bestond echter uit een groot aantal advocaten en dat besloot de voormalige koning een proces te geven. Na uitvoerig debat wees de Conventie zichzelf aan als hof en klaagde Lodewijk als volgt aan: ‘Het Franse volk beschuldigt u van een veelvoud aan misdrijven, gericht op het vestigen van uw tirannie ten koste van de vrijheid van het volk.’
[caption id="attachment_48213" align="alignnone" width="376"] De beroemdste executie uit de geschiedenis: op 21 januari 1793 wordt de Franse koning Lodewijk XVI onthoofd nadat hij veroordeeld is voor verraad en het samenspannen tegen de republiek. (Bron: Geschiedenis Magazine)[/caption]
Eerst sprak Lodewijk nog voor zijn eigen verdediging en ontkende de rechtmatigheid van het hof, maar hij was in een zwakke positie. Hij had gezworen de grondwet te eerbiedigen, maar zijn aanklagers hadden een belastende correspondentie met aartsvijand Oostenrijk ontdekt. Met of zonder advocaat, zijn verdediging kon nauwelijks effectief zijn. Hij werd unaniem schuldig bevonden. Wat nu te doen? De afgevaardigden verwierpen een voorstel om via een referendum het hele land te laten beslissen. Stemming leverde een krappe meerderheid op die voor de doodstraf was, die snel werd uitgevoerd. In dit geval leidde de vraag naar de rechtmatigheid van de veroordeling van de koning bij de relatief gewetensgetrouwe Conventie tot een moeilijk debat.
In 1917 bracht het lot van Nicolaas II van Rusland – nog zo’n koninklijke ‘tiran’ die door revolutionairen opzij werd gezet – zijn opvolgers in een lastig parket. De liberale Voorlopige Regering was bereid hem met rust te laten, maar de Sovjet van Petrograd, die vrijwel evenveel macht had, wilde een proces. Het gevolg was dat de tsaar huisarrest kreeg en vervolgens ver weg op het platteland onderdook. Toen de bolsjewieken aan de macht kwamen, maakten ze plannen voor een proces met Trotski als hoofdaanklager. Ze waren ervan overtuigd dat een openbaar proces tegen de voormalige tsaar hun beweging zou versterken. Maar toen Rusland tot een burgeroorlog verviel, begonnen ze hem als risico te zien: hij zou bevrijd kunnen worden en vervolgens leider worden van een oppositiepartij. Dus lieten ze hem zonder proces, zelfs zonder waarschuwing, doodschieten. Het recht moest buigen voor de dreiging van een crisis.
Napoleon en Wilhelm II
Hoe vergaat het tirannen die in een oorlog verslagen worden en in handen van hun vijand vallen? De vraag wat te doen met Napoleon na Waterloo, leidde tot verwarring bij zijn overwinnaars. Pruisen wilde hem terechtstellen. Rusland zou er tevreden mee zijn als hij met een schip ergens ver weg werd gebracht. De hertog van Wellington pleitte voor genade voor zijn oude wapenrivaal. De Britse regering had andere ideeën en stelde een proces voor, maar waar en hoe? Frankrijk was uitgesloten vanwege de grote aanhang van de afgezette keizer en de broosheid van het herstelde Bourbon-regime. Elk proces zou de monarchie als instituut in diskrediet kunnen brengen. Verbanning naar Sint-Helena was het compromis: een politieke oplossing die grotere gevaren voorkwam en tegelijkertijd Napoleon veilig opborg waar hij geen kwaad kon doen.
In 1918 was de algemene opinie onder de geallieerden dat de verslagen Duitse keizer Wilhelm II opgehangen moest worden. Maar de Britse pers pleitte ervoor hem eerst voor een tribunaal te brengen. Het Verdrag van Versailles voorzag er zelfs in de keizer te berechten door een tribunaal van internationale rechters met als beschuldiging Wilhelms misdaad tegen de internationale orde en het schenden van verdragen. Wilhelm, inmiddels veilig in Nederland (dat geen partij was in het verdrag), wilde zich bijna overgeven, maar wist dat een proces bevooroordeeld tegen hem zou zijn. Ten slotte besloten de geallieerden hem in Nederland te laten, aangezien een proces tot allerlei wraaknemingen zou kunnen leiden en dat was niet bevorderlijk voor het herstel van Europa. Bovendien zou het een bedreiging kunnen vormen voor het instituut van de monarchie in andere landen. Een politiek compromis voorkwam dus ook hier mogelijke opschuddingen en wraaknemingen die met een proces mogelijk gepaard waren gegaan.
Neurenberg
In 1945 ontsnapte Hitler aan gerechtelijke vervolging door zelfmoord te plegen. Hirohito werd een proces bespaard omdat hij als symbool nodig was om de eenheid in Japan te bewaren. Op het tribunaal van Neurenberg werden de bewijzen aangehoord door een internationale groep rechters, afkomstig uit verschillende geallieerde landen. Een volledig rechtsapparaat, met ooggetuigen en advocaten voor de verdediging, werd erbij betrokken. Dit was niet zomaar een in elkaar gezet hof, hoewel de aangeklaagden natuurlijk aanvoerden dat het proces ex post facto was, waarmee ze bedoelden dat de daden die zij gepleegd hadden, in hun tijd niet onrechtmatig waren. Deze verdediging werd door de bewijzen tegengesproken, want ook onder de nazi’s was moord illegaal. Veel van hen hielden vol slechts bevelen op te hebben gevolgd, een argument dat het hof verwierp. De aanklachten waren misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. De laatste aanklacht was nieuw, en zou nog grote gevolgen krijgen: vanaf die tijd zou geen tiran voor een internationaal hof ermee wegkomen dat hij gruweldaden tegen zijn eigen volk had begaan.
[caption id="attachment_48215" align="alignnone" width="376"] Tijdens het proces in Neurenberg stonden 22 nazi-leiders terecht. Twaalf van hen werden ter dood veroordeeld, waaronder Hermann Göring (midden van de foto), na Hitler de belangrijkste man van nazi- Duitsland. Göring ontkwam aan zijn terechtstelling door voortijdig zelfmoord te plegen. Van de resterende tien kregen er zeven gevangenisstraf, drie werden er vrijgesproken. (Bron: Geschiedenis Magazine)[/caption]
Twee andere principes werden in Neurenberg versterkt: dat niemand onschuldig kon worden verklaard omdat zijn daden niet strafbaar zouden zijn volgens binnenlandse wetgeving, en dat het opvolgen van bevelen niet als verdediging gold wanneer die bevelen zelf onrechtmatig waren. De meeste beklaagden werden schuldig bevonden en veroordeeld, waarvan de meerderheid ter dood.
Oost-Europa
Deze precedenten en de groeiende betekenis van het internationaal recht hebben het voor tirannen veel moeilijker gemaakt aan een proces te ontsnappen, maar hebben tegelijkertijd de rechtspraak veel complexer gemaakt. Het probleem van de vaak optredende tegenstelling tussen politiek en recht is bovendien niet opgelost.
De val van het communisme in Oost-Europa leidde tot een breed gedragen roep om gerechtigheid tegenover de vele afgezette dictators, maar de uitvoering was zelden zo simpel als in het geval van Ceausescu. De meesten werden nooit voor een rechtbank gebracht, omdat zij een systeem vertegenwoordigden waar de hele maatschappij van doordrongen was, waardoor ze er niet even zonder problemen uitgelicht konden worden. Oost-Duitsland daarentegen was samengegaan met een groter land met een eigen, bestaand rechtssysteem. Zijn dictator, Erich Honecker, was in 1989 afgezet na massale demonstraties. Na de eenwording werd hij aangeklaagd voor corruptie en doodslag. Hij vluchtte naar de Sovjet-Unie, maar toen ook hier het communisme instortte, keerde hij terug naar Duitsland om zijn lot af te wachten. Vanwege ziekte werd hij vrijgelaten en uiteindelijk stierf hij als balling in Chili.
Zijn opvolger Egon Krenz werd schuldig bevonden aan doodslag omdat hij lid was van het Politbureau in de tijd dat het regime mensen doodschoot die naar het Westen probeerden te vluchten. Veroordeeld tot gevangenisstraf in 1997, ging hij in hoger beroep op grond van het argument dat deze daden in die tijd niet onrechtmatig waren. Dit bracht vragen naar voren als welk recht van toepassing moest zijn: in West-Duisland was het schieten zeker verboden, maar die wet gold niet in de DDR. Het hof had eenvoudig kunnen doen alsof de DDR nooit had bestaan, maar veroordeelde Krenz uiteindelijk op gronden die teruggingen tot de Neurenberger processen, dat er geen verontschuldiging is voor degenen die in naam van de staat onmenselijke daden begaan.
Pinochet
Deze en andere recente zaken geven de rol weer van internationale rechtbanken in een rechtspraak die steeds complexer wordt. De ingewikkeldste zaak is die van Augusto Pinochet. In 1990 trad hij af als dictator van Chili, maar wel met een garantie van immuniteit onder de Chileense grondwet. In 1996 vaardigde Baltasar Garzón namens Spanje een aanklacht tegen hem uit, waarbij hij hem beschuldigde van marteling en executie van duizenden mensen, waaronder Spanjaarden. Pinochet was op dat moment veilig in Chili, maar in oktober 1998, toen hij in Engeland was voor een operatie, vaardigde Garzón een uitleveringsverzoek voor hem uit, en Pinochet werd gearresteerd. De Lords, Engelands laatste beroepsinstantie, wezen de claim van immuniteit voor een voormalig staatshoofd af omdat de misdaden waarvan hij beschuldigd werd, geen deel uitmaakten van zijn officiële functie.
[caption id="attachment_48214" align="alignright" width="226"] Pinochet wordt voor een Chileense rechtbank geleid. Pinochets arrestatie in Engeland heeft een belangrijk precedent geschapen. Niet iedere oud-president zal er meer gerust op zijn naar het buitenland te reizen. (Bron: Geschiedenis Magazine)[/caption]
Toch werd hij niet uitgeleverd. Wegens zijn zwakke gezondheid werd hij terug naar Chili gestuurd. Bij thuiskomst trok het Chileense Hooggerechtshof zijn immuniteit in en plaatste hem onder huisarrest. Het Hof van Cassatie verklaarde de aanklacht van moord niet ontvankelijk, maar achtte hem wel schuldig voor het toedekken van zijn daden. In 2004 werd hij echter aangeklaagd voor moord en ontvoering en in januari 2005 bepaalde het Chileense Hooggerechtshof dat hij gezond genoeg was om voor een rechtbank te verschijnen. Pinochets zaak heeft precedenten geschapen die gebruikt kunnen worden tegen tirannen, en die hun mogelijke verdediging ernstig hebben verzwakt.
Kambanda en Milosevic
De oprichting door de Verenigde Naties in de jaren 1990 van speciale internationale tribunalen waar verdachten van oorlogsmisdaden en genocide gehoord kunnen worden, heeft een nieuwe dimensie aan het internationaal recht toegevoegd. Tot nu toe is het resultaat wat tegenstrijdig. Het proces tegen de voormalige Rwandese premier Jean Kambanda werd relatief eenvoudig beslecht. In 1998 stond hij in Arusha (Tanzania) terecht voor het Internationaal Tribunaal voor Rwanda: hij is het eerste staatshoofd dat ooit voor genocide is veroordeeld. Hij maakte het zijn aanklagers makkelijk door zijn misdaden te bekennen, maar nadat hij levenslang kreeg, veranderde hij van gedachten en probeerde zijn bekentenis in te trekken en in beroep te gaan. Dit werd afgewezen in 2000. Kambanda verdween naar de gevangenis, maar duizenden anderen, evenzeer schuldig aan moord, wachten nog steeds op hun proces in Rwanda.
De zaak van Slobodan Milosevic bleek lang gerekt te kunnen worden. Het ipeciale Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië was in 1994 opgericht. In 1999 klaagde het Milosevc aan voor misdaden tegen de menselijkheid en het schenden van internationaal recht, gebaseerd op zijn rol in de vervolging van Albanezen in Kosovo in 1999. De aangeklaagde bevond zich echter nog altijd in Joegoslavië en dat land was niet van plan hem uit te leveren. De president wilde hem in eigen land berechten, liever dan een woede-explosie te riskeren van nationalisten die zich afzetten tegen buitenlandse rechtspraak. Het tribunaal bleef eraan vasthouden dat Joegoslavië volgens internationaal recht verplicht was hem uit te leveren. Het had echter niet de macht een soevereine regering te dwingen om een van zijn burgers over te leveren. Pas toen de Verenigde Staten dreigden 100 miljoen dollar aan financiële steun in te trekken en na nog wat juridisch getouwtrek werd Milosevic in 2001 naar Den Haag overgebracht. Zijn proces duurt nog voort, terwijl hij stelselmatig blijft weigeren de jurisdictie van het hof te erkennen.
Er is in de moderne tijd een consensus ontstaan dat tirannen niet ongestraft mogen blijven. Ze moeten echter een eerlijk proces krijgen dat niet uit wraak wordt gevoerd, maar om zuivering, om tegemoet te komen aan de beschuldigingen van de overlevenden, en als waarschuwing voor nieuwe tirannen.
Toch kan eerlijkheid op zichzelf ook tot problemen leiden. Als het tribunaal van Saddam zou besluiten zich strikt aan de juridische regels te houden, zou het proces jaren kunnen voortduren. Het uitstellen van rechtspraak brengt gevaren met zich mee: het bewind van een tiran kan na verloop van tijd zo slecht nog niet lijken, vooral als het nieuwe regime er niet in slaagt veiligheid en welvaart te verzekeren. De bevolking raakt vermoeid terwijl het wacht op voltooiing van het proces. De ex-tiran kan dan een centrale figuur worden voor een zich verenigende oppositie. Aan de andere kant kan een snelle en arbitraire rechtspraak het rechtsbestuur ondermijnen dat een land als Irak zo graag tot stand wil brengen.
Clive Foss is hoogleraar geschiedenis in Georgetown, Verenigde Staten. Hij doceert over dictatuur in het algemeen, de val van het Romeinse rijk en de opkomst van de islam. Dit artikel is een (licht ingekorte) vertaling uit het Britste tijdschrift History Today, november 2005.