Zenobia, legendarische woestijnkoningin
Zenobia, koningin van Palmyra, de legendarische oasestad in de Syrische woestijn, heeft tijdens haar korte regeringsperiode in het laatste kwart van de derde eeuw van onze jaartelling, veel stof doen opwaaien. Zij versloeg de Perzen en stichtte binnen drie jaar een enorm rijk. Zenobia wist drie Romeinse keizers te weerstaan voordat ze in een spectaculaire veldslag het onderspit delfde. Het Nederlands Klassiek Verbond organiseert in samenwerking met de jubilerende vereniging Ex Oriente Lux op zaterdag 24 mei in Amsterdam een studiedag aan deze legendarische koningin uit de woestijn.
Auteur: Joost Vermeulen
Onder aanvoering van Zenobia werd de machtige, bloeddorstige Perzische koning Saphur verslagen. Zij nam vlak daarna de macht in Palmyra over van haar vermoorde echtgenoot en trok vandaar uit, gezeten op haar favoriete witte kameel, zegevierend door het hele Midden-Oosten. Binnen drie jaar wist zij zo een enorm rijk te stichten dat zich uitstrekte van de Eufraat tot de Nijl. Ze benoemde zichzelf tot princeps en beeldde zichzelf als keizer af op gouden munten die in Edessa en Alexandrië werden geslagen. Zij weerstond maar liefst drie Romeinse keizers om tenslotte in een spectaculaire veldslag alsnog het onderspit te moeten delven. Deze feiten hebben, behalve op haar tijdgenoten, ook op generaties latere historici, schrijvers en schilders hun uitwerking niet gemist. En het is dan ook geen wonder dat er al vanaf de late oudheid de wildste verhalen over haar de ronde deden. Zo zou ze haar man, diens vader en zijn hele familie hebben omgebracht om de macht te kunnen grijpen. En haar voorliefde voor gouden sieraden en extreme gewaden werd in allerlei geschriften breed uitgemeten. Net als trouwens haar roekeloosheid in de strijd, haar enorme uithoudingsvermogen, haar vele minnaars en haar soms wel heel onvrouwelijke gedrag.
[caption id="attachment_37967" align="alignright" width="212" caption="Zenabia wordt gevonden aan de oevers van de Araxes"][/caption]
Gaf haar leven al aanleiding tot geruchten, haar dood is helemaal gehuld in raadsels.Werd ze gehuld in een goudbrokaten mantel en omhangen met sieraden in de triomftocht van keizer Aurelianus door Rome meegevoerd als was zij diens gelijke, of was er sprake van een plaatsvervanger, en stierf de echte Zenobia op de weg naar Rome? Heeft Aurelianus haar uiteindelijk toch laten ombrengen als wraak voor de moord op 1000 Romeinen in Palmyra, twee jaar nadat de vrede was getekend? Of is zij, zoals anderen beweren, slechts verbannen en stierf zij in welstand en op hoge leeftijd in een villa aan de Adriatische zee? En wat is er waar van de verhalen over haar onmetelijke rijkdom? Zijn alle schatten van Palmyra (waaronder de door Zenobia uit Perzië meegevoerde buit) naar Rome afgevoerd of liggen er ook nu nog onvoorstelbare kostbaarheden onder het zand van de Syrische woestijn te wachten?
Genoeg redenen om nu, bijna 1900 jaar nadat de Romeinen een einde aan haar ambities maakten, aandacht aan deze bijzondere vrouw te besteden. Dat gebeurt dus nu ook uitgebreid op zaterdag 24 mei in Amsterdam op de studiedag van het Nederlands Klassiek Verbond in samenwerking met de vereniging Ex Oriente Lux.
Triomftocht
‘Ik heb gehoord, dat er onder u zijn die mij verwijten dat ik, door Zenobia in triomf door de stad te voeren, een onwaarachtige daad heb gedaan. Maar zij die mij dit nu verwijten zouden mij prijzen als zij wisten wat voor vrouw dit is. Als zij wisten hoe wijs haar besluiten zijn, hoe standvastig zij is in haar handelen, hoe strikt zij handelt ten opzicht van haar soldaten, hoe genereus zij is wanneer het er toe doet en hoe genadeloos als discipline vereist is. Als zij dat alles wisten dan zouden zij mij lof toezwaaien voor mijn handelen. Dan zouden zij wensen hetzelfde te kunnen doen. Ik wil zelfs benadrukken dat het dankzij haar inzet was dat Odenatus de Perzen kon verslaan en Saphur op de vlucht sloeg. En dat zij aan het hoofd stond van de troepen die optrokken tot Ctesiphon. Zo groot was de angst die deze vrouw de volkeren van het oosten inboezemde dat noch de Arabieren noch de Armenen ooit de wapens tegen haar opnamen. En ik zou haar leven ook niet hebben gespaard als ik niet geweten had dat zij de Romeinen een grote dienst bewees toen zij de keizerlijke macht voor zichzelf en haar kinderen opeiste’.
[caption id="attachment_37968" align="alignleft" width="195" caption="Zuilengalerij Palmyra"][/caption]
Deze woorden zou keizer Aurelianus (keizer van 270- 275) in een brief geschreven hebben vlak nadat hij in het jaar 274 AD een triomftocht door Rome had gehouden ter ere van zijn overwinning op de legers van Palmyra twee jaar daarvoor. En in die optocht werd Zenobia, koningin van Palmyra, aan het Romeinse volk getoond. ‘Zij was’, zo meldden ooggetuigen, ‘gehuld in een gewaad dat bezet was met robijnen, diamanten en parels. Zij droeg daarbij een gouden kroon versierd met 1000 pauwenveren’. ‘Zoals zij gewend was thuis te dragen op feestelijke gelegenheden’, voegt men er dan nog aan toe. Het gewaad was overigens zo zwaar dat zij herhaaldelijk dreigde te bezwijken onder de last.
Aurelianus’ woorden, en het ‘ooggetuigenverslag’ van de triomftocht zijn aan ons overgeleverd in de Historia Augusta, een verzameling verhalen waarin de geschiedenis van het Romeinse Rijk sinds de eerste keizer werd beschreven. Dit omvangrijke werk werd ergens in de vierde eeuw in opdracht van de keizer van het Oost-Romeinse Rijk vervaardigd. Ondanks haar verzet tegen het keizerlijk gezag en haar veldtochten tegen de Romeinse legers is Zenobia dus, in de ogen van de schrijvers van de Historia Augusta, een held(in). Zij belichaamde in hun ogen waarden en deugden die een Romeinse generaal of staatsman niet zouden misstaan.
Misdadigster
In schril contrast hiermee staan de opmerkingen die de historicus Zosimus in ongeveer dezelfde tijd maakt. In zijn ogen is Zenobia niet meer of minder dan een misdadigster die op sluwe wijze misbruik maakt van het machtsvacuüm dat Rome tijdelijk had getroffen. En schroomt zij in haar greep naar de macht er niet voor om haar ‘hele familie’ uit te moorden, inclusief haar echtgenoot Odenatus, een man die zijn hele leven in dienst had gesteld van de Romeinen en wiens streven het was om de stad Palmyra tot de machtigste stad in het oosten van het Rijk te maken. Een man die niet voor niets van de senaat in Rome de titel ‘Princeps’ mocht voeren. Dat zijn vrouw, zonder toestemming, ook die titel ging dragen is voor Zosimus het ultieme bewijs van haar verdorvenheid.
In zijn geschriften vind men dan ook geen loftuitingen, maar slechts schimpscheuten aan haar adres. En het past ook helemaal dat juist hij extra aandacht besteedt aan het verhaal over haar vlucht uit de belegerde stad Palmyra. Een vlucht in de richting van de koning van de Parthen (de aartsvijanden van de Romeinen). Deze vlucht strandt uiteindelijk in het zicht van de haven. Dat wil zeggen aan de oever van de Eufraat wordt zij ingehaald door de achtervolgende Romeinen, vlak voordat ze in een veerboot wil stappen die haar naar de wachtende gezanten van de Pathische koning moet brengen. Van alle verhalen over Zenobia is dit verhaal waarschijnlijk het betrouwbaarst. Want in alle bronnen over Zenobia wordt het min of meer op dezelfde wijze verteld. Zij het dat dus de interpretatie ervan nogal wisselend is.
Verwoestingen
[caption id="attachment_37969" align="alignright" width="185" caption="Grafsteen met Palmyreense inscriptie"][/caption]
Hoewel bekend is dat Zenobia in haar hoofdstad Palmyra enorme bouwactiviteit heeft ontplooid en zij ook in de door haar veroverde gebieden tempels en paleizen heeft opgericht, is er van al die gebouwen vrijwel niets bewaard gebleven. Palmyra, dat na de gevangenneming van Zenobia in 272 door de Romeinen wel werd ingenomen maar niet noemenswaardig werd verwoest, werd twee jaar later alsnog getroffen door hun wraak. Een nieuwe opstand tegen het gezag uit Rome werd in bloed en vuur gesmoord. De stad werd daarbij vrijwel met de grond gelijk gemaakt. Van alle pracht en praal waarmee Zenobia zich had omringd bleef niets over. Alleen een paar traditionele Palmyreense graftorens, die in de woestijn ten oosten van de stad stonden, zijn aan de verwoesting ontsnapt. In een daarvan is een aantal hoge functionarissen uit de tijd van Zenobia (en vlak daarvoor) bijgezet. Nog geen tien jaar later, onder keizer Diocletianus, werd Palmyra geheel herbouwd maar ditmaal in strikte Romeinse stijl. Pas de laatste jaren duiken, bij omvangrijke restauratiewerkzaamheden, hier en daar de fundamenten op van bouwwerken uit de tijd van Zenobia.
Hetzelfde verwoestende lot trof ook de tweede belangrijke plek in het rijk van Zenobia, de vestingstad Halabiya. Dit strategische fort, gelegen aan de oevers van de Eufraat, werd door de legendarische koningin gebouwd direct na de overwinning op de Perzen en was bedoeld als de belangrijkste grensfortificatie en als laatste pleisterplaats voor de grote karavaanroutes. De Palmyreense opstandelingen zochten hier een laatste toevlucht nadat hun stad in vlammen was opgegaan, maar dat was tevergeefs. Want ook Halabiya werd door de Romeinen ingenomen en met de grond gelijk gemaakt. Vanwege strategische ligging is het echter vrij snel daarna weer opgebouwd. Halabiya bleef tot in de Byzantijnse tijd een belangrijke voorpost voor de Romeinen. Niet alleen de in haar opdracht gebouwde tempels, paleizen en andere gebouwen zijn verdwenen, maar ook van de vele afbeeldingen die van haar zijn gemaakt hebben de meeste de tand des tijds niet doorstaan. Alleen in het Louvre staat een beeld dat misschien Zenobia voorstelt, hoewel het ook een onbekende tijdgenote van haar kan zijn. Hoe zij er dus heeft uitgezien kunnen we eigenlijk alleen maar gissen. De enkele afbeeldingen van haar op munten bieden daarvoor nauwelijks houvast.