Geen afbeelding beschikbaar

Begin van het Artsenproces in Neurenberg

Op 9 december 1946, begon in Duitsland het ‘Artsenproces’ als onderdeel van de grotere Neurenbergprocessen tegen Nazi’s, SS’ers en oorlogsmisdadigers. Bij het Artsenproces werden twintig Duitse doktoren en drie Nazi-ambtenaren aangeklaagd voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en lidmaatschap van de SS. Zeven van hen kregen de doodstraf.


Het Artsenproces was het eerste van, in totaal, twaalf processen die na de Tweede Wereldoorlog werden gehouden in de Duitse stad Neurenberg. De artsen die terecht stonden werden ervan verdacht betrokken te zijn bij medische experimenten en Aktion T4, het euthanasie- en sterilisatieprogramma van de Nazi’s tegen lichamelijk en geestelijk gehandicapten. In tegenstelling tot het ‘Proces van Neurenberg’, waarbij bekende Nazi-kopstukken als Hermann Göring en Albert Speer werden veroordeeld, werden de verdachten in het Artsenproces berecht door een Amerikaanse militaire rechtbank in plaats van een internationaal tribunaal.


Aanklachten


Onder de 23 aangeklaagden bevonden zich enkele bekende artsen, zoals Karl Brandt: de lijfarts van Hitler, Karl Gebhardt: de persoonlijke arts van SS-leider Heinrich Himmler en hoofd van het Duitse Rode Kruis, en Waldemar Hoven: de kamparts van het concentratiekamp Buchenwald. Deze artsen, en de andere twintig verdachten, werden aangeklaagd voor ‘samenzwering om oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid te plegen’, oorlogsmisdaden als het uitvoeren van medische experimenten op gevangenen, martelingen en massamoord, misdaden tegen de menselijkheid en het lidmaatschap van de SS, dat tot een criminele organisatie was verklaard. Joseph Mengele, de beruchte ‘Engel des Doods’ en kamparts van Auschwitz, stond niet terecht omdat hij na de oorlog naar Zuid-Amerika was gevlucht.


Militair Tribunaal


Het proces begon op 9 december 1946 en werd voorgezeten door de Amerikaanse rechters Walter B. Beals, Harold L. Sebring en Johnson T. Crawford van het Military Tribunal I. Deze rechters verwierpen de aanklacht van ‘samenzwering tot het plegen van oorlogsmisdaden’ grotendeels, omdat zij van mening waren dat zij hier niet over konden oordelen, omdat het buiten hun bevoegdheden viel. Alle verdachten verklaarden voor aanvang van het proces ‘niet schuldig’ te zijn.


Veroordelingen


Het Artsenproces zou uiteindelijk bijna driekwart jaar in beslag nemen. Op 20 augustus 1947 werden de laatste processen afgesloten en de vonnissen uitgesproken. Van de 23 aangeklaagden werden er uiteindelijk zeven volledig vrijgesproken, zeven ter dood veroordeeld en de negen overigen kregen gevangenisstraffen die uiteenliepen van tien jaar tot levenslang. De terdoodveroordeelden waren (naast Brandt, Gebhart en Hoven): Viktor Brack: Oberführer in de SS en Sturmbannführer in de Waffen-SS, Rudolf Brandt: de persoonlijk assistent van Himmler, Joachim Mrugowsky: Oberführer en hoge arts binnen de Waffen-SS en Wolfram Sievers: Standartenführer in de SS en directeur van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek.


Landsberg


De rechters van het Militaire Tribunaal hechtten bij hun uitspraken vooral veel waarde aan het lidmaatschap van de SS, want voor sommige verdachten werd het verschil tussen een gevangenisstraf en de doodstraf bepaald door het feit dat zij bij de SS zaten. De zeven terdoodveroordeelden werden op 2 juni 1948 opgehangen in de Landsberg gevangenis in Beieren. Bij veel van de overige gevangen werd de gevangenisstraf in 1951 omgezet in een lichtere straf. Oskar Schröder, een hoge arts binnen de Luftwaffe, was aan het einde van de jaren ’50 de laatste gevangene uit het Artsenproces. Hij stierf op 26 januari 1958 in de gevangenis.

Landen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.