Strenge winter

De historisch koude winters van 1956 en 1963

De tweede week van februari 2021 zal ongetwijfeld de geschiedenisboeken ingaan door de historische hoeveelheid sneeuwval en ijskoude temperaturen. Plaatselijk viel er wel 20 centimeter sneeuw en dat is in Nederland iets wat we niet vaak meer meemaken. Maar deze kou is niets bij de winters van 1956 en 1963. De winter van 1956 had de koudste februari in de Nederlandse meteorologische geschiedenis en in 1963 beleefde ons land de koudste winter van de 20e eeuw. Hoe ging het er toen aan toe?

Na een aantal relatief milde wintermaanden werd het in februari 2021 dan toch echt winter in Nederland. Met gevoelstemperaturen van -15 graden was het ijzig koud. In het oosten van het land viel er zo’n 25 centimeter sneeuw en gemiddeld in het hele land tussen de 5 en 10 centimeter. Voor veel mensen is het genieten in een tijd waarin weinig mag. Lekker buiten wandelen in de sneeuw en sleeën met de kinderen. Ondanks de lage temperaturen valt deze winterweek in het niet bij de winters van 1956 en 1963. Toen was het pas echt koud.

De winter van 1956

De winter van 1956 was een bijzondere. In eerste instantie stelde de winter van dat jaar eigenlijk heel weinig voor. De maand december was erg mild en ook in januari viel de kou mee. Het was vooral heel nat en onstuimig. Toen de schaatsliefhebbers al bijna hun schaatsen weer hadden opgeborgen begonnen de weerkaarten er aan het einde van januari ineens heel anders uit te zien. Boven Scandinavië heerste een gigantisch hogedrukgebied, terwijl tegelijkertijd de luchtdruk laag was in het Middellands Zeegebied. Dit zorgde ervoor dat er een storm met extreem koude lucht over West-Europa opstak, en ook Nederland zou de volle laag krijgen. De maand februari van dat jaar werd de koudste februari ooit in de Nederlandse meteorologische geschiedenis. Nog nooit had Nederland te maken gekregen met zulke extreme koudegolven.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Op 1 februari kwam de temperatuur op veel plekken in het land al niet meer boven de -10 graden uit. Toch viel de kou in de eerste week van februari nog relatief mee, vanaf 10 februari begon de serieuze kou pas echt. In de week van 15 tot 24 februari kende Nederland de op één na strengste koudegolf van de 20e eeuw. De gemiddelde temperatuur in die week was -10,5 graden. Alleen in de week van 18 tot 27 januari 1942 was het nog kouder met een gemiddelde van 11,3 graden. De allerlaagste temperatuur die in februari 1956 werd gemeten was op 16 februari. Op die dag was het maar liefst -26,8 graden in het Groningse Uithuizermeeden.

Het dagelijkse leven ontregeld

De gevolgen van de extreme kou werden al snel merkbaar. Het dagelijkse leven raakte compleet ontregeld. Er viel een grote hoeveelheid sneeuw, plaatselijk wel een halve meter. En door de aanhoudende kou vroren rivieren en kanalen volledig dicht. Het pakijs kon op sommige plekken 25 centimeter dik zijn. Voordat er gevaren kon worden moest er eerst met ijzeren palen of stokken op het ijs worden ingehakt. Het werk op zee kwam door het ijs helemaal stil te liggen en ook het werk op het land kon door de grote hoeveelheid sneeuw niet gedaan worden. De vorst zat een halve meter diep in de grond waardoor 95% van de gewassen verloren ging.

Strenge winter

De vorst was zo streng dat zelfs wintergewassen zoals boerenkool en spruiten het begaven. Mede doordat er minder verbouwd kon worden, stegen de prijzen van de levensmiddelen. Daarbij kwam dat de wegen door het ijs en de sneeuw niet meer begaanbaar waren en bijvoorbeeld producten zoals graan niet naar de molens vervoerd konden worden. Helikopters van de luchtmacht werden ingezet om voedsel bij de mensen en bij dieren te krijgen en om luchtbruggen te bouwen waar schepen dreigden uit te vallen. Op veel plekken waar nu dammen en bruggen liggen, voeren toen alleen nog ponten die niet door het ijs konden varen. De situatie was zo schrijnend dat er zelfs hulp vanuit de Verenigde Naties werd geboden, maar dat kwam niet voor iedereen op tijd. In totaal stierven er in Nederland 60 mensen door de aanhoudende kou en stierven honderden dieren, met name watervogels, een bevriezingsdood.

Maar de strenge wintermaand bracht ook plezier en vreugde met zich mee. In heel het land betraden mensen het ijs om te schaatsen en de kinderen maakten sneeuwpoppen en hielden sneeuwballengevechten. En als absoluut hoogtepunt kon op 14 februari 1956 de Elfstedentocht worden gereden. Aan de start stonden 6000 schaatsers waarvan er door de barre weersomstandigheden maar 100 de wedstrijd uitreden. Deze Elfstedentocht viel vooral op door zijn opvallende einde. De vijf schaatsers die aan kop reden, besloten samen tegelijk over de finish te rijden waardoor er geen absolute winnaar was. 

De vorstperiode die in de laatste dagen van januari begonnen was, kwam pas ten einde toen de dooi zich op 27 februari langzaam begon in te zetten.

De winter van 1963

7 jaar na de strenge wintermaand februari 1956 was het weer raak in Nederland. In 1963 beleefde Nederland de koudste winter van de 20e eeuw. Deze duurde, in tegenstelling tot de winter van 1956, erg lang. De koude periode begon op 22 december en eindigde pas op 3 maart. Op veel plekken in Nederland zou de temperatuur drie maanden lang niet boven nul uitkomen met een gemiddelde van -3,1 graden. Het was dan ook vooral de lange periode die deze winter zo bijzonder maakte, niet de laagte van de temperaturen. De temperaturen lagen in februari 1956 bijvoorbeeld een stuk lager.

Strenge winter

Op 21 december werd er vanuit het noorden een vrieskou over Nederland en België geblazen en het was op Eerste Kerstdag dat de eerste sneeuw viel. Nederland ging in de weken daarna gebukt onder zware sneeuwstormen met metershoge sneeuwhozen. Door de stormen raakten complete dorpen geïsoleerd en moesten onder andere de Afsluitdijk en de weg tussen Amsterdam en Utrecht worden afgesloten. De dikke laag sneeuw maakte de autoroutes onbegaanbaar. De stuifsneeuw zorgde op sommige plekken voor sneeuwduinen die wel 2 tot 3 meter hoog konden worden. Net als in februari 1956 werd ook tijdens de winter van 1963 het dagelijks leven volledig ontregeld en werden helikopters ingezet om levensmiddelen te vervoeren nadat schepen door het dikke ijs niet meer konden varen.

De Waddeneilanden

Door de dichtgevroren Waddenzee waren de Waddeneilanden in januari 1963 onbereikbaar geworden. Van en naar de Waddeneilanden kon er niets meer vervoerd worden. Op de schaats of de slee naar de eilanden was ook geen optie. De zee was geen gladde ijsvloer, maar een onbegaanbare massa van ijsschotsen die bedekt waren met een laag sneeuw, waartussen levensgevaarlijke scheuren en gaten zaten.

Niet alle bewoners van de eilanden leken de isolatie heel erg te vinden, dat blijkt wel uit het verhaal van basisschoolleraar Dhr. Koning in Andere Tijden. Hij woonde in 1963 op Schiermonnikoog en kon zich nog goed herinneren hoe goed iedereen elkaar hielp en hoe levensmiddelen werden gedeeld. Er waren geen toeristen meer op het eiland en die winter ontstond er een ongekende saamhorigheid op het eiland. ‘Weer de eilanders onder elkaar’, zoals hij het zelf verwoordde.

Auto’s op het IJsselmeer

Maar de dichtgevroren wateren maakten ook nog een ander bijzondere gebeurtenis mogelijk: een autorally, op een wel heel bijzondere plek: op het IJsselmeer. In de loop van januari werd het ijs op de wateren steeds dikker en het IJsselmeer was inmiddels volledig dichtgevroren. Op 24 februari 1963 was de ijslaag op het IJsselmeer dik genoeg om de autorally te laten plaatsvinden. Het evenement was een samenwerking tussen een aantal plaatsjes aan de voormalige Zuiderzee en ruim 5000 auto’s deden mee aan de race op het 70 centimeter dikke ijs. De ANWB stond logischerwijs paraat.

Voor de organisatoren was het een lucratieve dag, schrijft Andere Tijden. De toegangsprijs was 10 gulden en de passagiers in de auto’s moesten nog eens 2,50 gulden betalen. Op een gegeven moment vond de waterpolitie dat het te druk werd en begon auto’s te weigeren, maar de automobilisten kregen dan toch snel een kaartje waardoor ze niet geweigerd konden worden. Ook zagen naar verluidt een aantal mensen hun kans schoon om kraampjes met lekkernijen op het ijs te zetten om nog wat bij te kunnen verdienen. Het ijs op gaan bleek makkelijker te zijn dan weer naar huis terugkeren. Toen iedereen weer terug naar huis wilde gaan ontstonden er door de grote drukte ellelange files.

Het zou geen echte strenge winter zijn als er geen Elfstedentocht werd gereden. Die was er dan ook in 1963. Op 18 januari werd de Elfstedentocht georganiseerd die de boeken inging als de zwaarste uit de geschiedenis. Van de 9200 deelnemers haalden maar 69 schaatsers de finish. Nog nooit vielen er zoveel deelnemers uit tijdens de tocht. De Overijsselse Reinier Paping won deze editie, die bekend werd als 'de hel van ’63'.

De winter van 2021

Winters zoals die van 1956 en 1963 hebben we de afgelopen decennia in Nederland niet meer meegemaakt, daarom zijn de winterse weersomstandigheden van februari 2021 zo bijzonder. Ook deze kou heeft enige ongeregeldheden veroorzaakt, met name voor de infrastructuur en het openbaar vervoer, maar heeft toch ook voor veel blije gezichten gezorgd. 

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

bloed en spelen

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 23 januari. 

Krupp

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

draken in de alpen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.