Dood van de laatste Inca koning Atahualpa
Op 29 augustus 1533 werd de laatste koning der Inca’s, Atahualpa, in gevangenschap vermoord. De grote hoeveelheid goud die aan de Spanjaarden werd aangeboden, werd door de Spanjaarden wel geaccepteerd, maar Atahualpa kreeg hier zijn vrijheid niet voor terug. Met de dood van Atahualpa verdween een eigenaardig troonopvolginggebruik uit de tradities van de Inca’s.
Troonopvolging bij de Inca's
Een Inca koning mocht alleen trouwen met zijn zussen, aangezien anderen niet als nobel genoeg werden beschouwd. Kinderen kreeg hij echter met verschillende concubines en al deze kinderen hadden in principe het recht op de troon. Wie uiteindelijk de troonopvolger zou worden werd vaak bepaald via een burgeroorlog. Atahualpa was zelf ook op die manier leider van de Inca’s geworden nadat zijn vader was overleden, waarschijnlijk aan waterpokken. Een ziekte die de Spanjaarden hadden meegenomen vanuit Europa.
Troonstrijd
Huayna Capac, de vader van Atahualpa, had voor zijn rijk waarschijnlijk een opvolger benoemd waardoor een eventuele troonstrijd uit kon blijven. Over de vraag of het rijk verdeeld werd tussen Atahualpa en zijn broer Huascar, of dat er al eerder iemand anders was benoemd, bestaat echter enige verwarring. Mogelijk zijn beiden juist. Feit blijft dat Atahualpa vond dat hij recht had op het hele rijk en daarom toch de strijd aanging met zijn broer.
Hinderlaag van de Spanjaarden
Met het verslaan en later de ter dood veroordeling van zijn broer liet Atahualpa zien dat hij volgens de traditie van de Inca’s een zeer waardevolle troonopvolger was met een lange regeerperiode voor de boeg. Hij had echter niet op het geavanceerde wapentuig van de Spanjaarden gerekend. Via een hinderlaag in de stad Cajamarca wisten zij hem gevangen te nemen en met enkel 200 man het bestuur van het rijk over te nemen. Aangezien verschillende generaals van het Inca-leger trouw bleven aan de koning en zodoende een constante bedreiging vormden voor de kleine groep Spanjaarden, durfden zij het niet aan Atahualpa, die uiteraard daarna de macht weer wilde grijpen, vrij te laten.
Doodstraf voor Atahualpa
Nadat Atahualpa zijn doodstraf aan de wurgpaal had gevonden – door zijn bekering tot het christendom hoefde hij niet naar de brandstapel – hielden de Spanjaarden wel kort vast aan inheemse leiders om de bevolking te overheersen. De broer van Atahualpa, Manco Inca Yupanqui, zonen en kleinzonen van hem regeerden tot 1572 over het, in naam onafhankelijke, Incarijk. In werkelijkheid waren de Spanjaarden gewoon de baas. Als een Incakoning te lastig werd, dan werd deze gewoon in koelen bloede vermoord en werd een andere broer of zoon in zijn plaats aangesteld.