Europese Parlementsverkiezingen
Vandaag op 22 mei 2014 gaat Nederland naar de stembus om te stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen. Elke vijf jaar worden de verkiezingen gehouden in alle 28 lidstaten binnen de Europese Unie. Het aantal mensen wat stemt bij de Europese Verkiezingen is sinds 1979 aan het dalen. Dit jaar wordt een opkomst van 30% verwacht. Maar waar stemmen we eigenlijk op bij deze verkiezingen?
Eerste keer stemmen Europese Parlementsverkiezingen
Vanaf de aanstelling van het Europese Parlement in 1958 tot en met 1979 werden de parlementsleden benoemd door hun nationale regeringen. Elke nationale regering stuurde een vast aantal gedelegeerden naar Europa. In 1979 was het voor het eerst aan het volk om te kiezen. De opkomst in Nederland was 58,1% en in geheel Europa was de opkomst gemiddeld 63%. De winnaar van deze verkiezingen was het CDA, die binnen Europa een samenwerkingsverband had met andere Europese christendemocraten.
Afnemende stemmen
In 1984 leek het animo voor het stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen in Nederland al te zijn afgenomen, dat jaar kwam 50,9% van de stemgerechtigden opdagen. In 1989 was het 47,5% en in 1994 slechts 35,7%. Dat deze aantallen zeer laag zijn is te zien wanneer men deze percentages vergelijkt met de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland in diezelfde jaren: in 1994 stemde 75,8%, in 1989 was dit 80,3% en in 1994 stemden 78,7% van de kiezers. Het historische dieptepunt voor de landelijke verkiezingen werd behaald in 1998 met 73,3%.
Titel: | 'Ruggen recht, heren!' - Hoe de Nederlandse christen-democraten het tegenover hun Duitse geestverwanten aflegden in het debat over het profiel van de Europese Volkspartij |
Auteur: | Alexander van Kessel |
ISBN: | 9065507493 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €40,- |
Blokvorming Europees Parlement
Net zoals bij de nationale politiek, zoeken partijen met een soortgelijk programma elkaar ook in het Europese Parlement op. Om een officiële fractie te vormen moet een Europese partij tenminste vijfentwintig zetels uit zeven verschillende landen behalen. In totaal zijn er tot nu toe zeven fracties in het parlement. Zo is er de EVP, de Europese Volkspartij, die de grootste fractie vormt in het parlement. De EVP bestaat uit conservatieve en christendemocratische partijen in Europa en heeft naast het CDA ook de Bulgaarse SDS (Unie van Democratische Krachten) en de Italiaanse Forza Italia als leden.
De sociaaldemocraten zijn verenigd in de PES, de Partij van de Europese Sociaaldemocraten. In deze fractie zitten onder andere de PvdA, de Zweedse SAP (Sveriges Socialdemokratiska Arbetarepartiet - SAP) en Duitse SP (Sozialistische Partei). VVD en D66 zijn aangesloten bij de Alliantie Liberalen en Democraten en GroenLinks behoort tot De Groenen/Vrije Europese Alliantie.
Voorzitter Europese Commissie
Een belangrijke vernieuwing bij deze Europese Verkiezingen is dat de resultaten van de verkiezingen bepalen wie de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie zal worden. Sinds het Verdrag van Lissabon in 2009 werd aangenomen, werd afgesproken dat de voorzitter van de Europese Commissie mede bepaald moet worden door de verkiezingsuitslag. Voorheen was het zo dat de Europese Raad, bestaande uit de nationale regeringsleiders, een voorzitter voor de Europese Commissie uitkozen. Deze voorzitter bepaalt de koers van de Commissie en kiest samen met het parlement één politicus uit elke lidstaat als commissaris voor de Europese Commissie. Om Europa meer te democratiseren is besloten dat het deze keer de voorzitter door de kiezer gekozen kan worden uit een lijst van kanshebbers.