
Hoe door kunstroven onze geschiedenis verloren gaat
De verdwijning van de Mona Lisa was tot voor kort misschien wel een van de bizarste kunstroven uit de geschiedenis, maar sinds kort kan de diefstal van peperdure sieraden uit het Louvre zich ook aan dit rijtje toevoegen. Maar deze spectaculaire, Hollywood-achtige roven zijn niet de echte realiteit. De veel onbekendere kunstroven zijn waar het echt om draait.
Op klaarlichte dag plaatsten een paar dieven een verhuislift tegen het streng beveiligde Louvre, vervolgens gebruikten ze een glassnijder om binnen te komen. Ze sloegen de vitrines aan diggelen en stalen acht Franse kroonjuwelen. Dit alles gebeurde in minder dan tien minuten. De wereld staat versteld van hoe deze roof op zo’n simpele manier heeft kunnen gebeuren.
“Kunstcriminaliteit is een erg groot begrip”, vertelt Naomi Oosterman, criminoloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Je hebt namelijk te maken met heel veel verschillende objecten van verschillende waardes. Aan de ene kant staat de economische waarde, dan is de eigenwaarde van het object erg hoog. Hier zijn de sieraden die uit het Louvre zijn gestolen een goed voorbeeld van, deze juwelen bevatten onder andere diamanten en smaragden en zijn van onschatbare waarde. Maar aan de andere kant heb je ook de culturele waarde, zoals bij een schilderij van Rembrandt. De waarde van het materiaal, een canvas en verf, is natuurlijk niet heel hoog. Daar zit juist een hele hoge culturele waarde aan. Natuurlijk hebben de juwelen uit het Louvre ook een culturele waarde, maar ze zijn waarschijnlijk met een economisch motief gestolen.“
Wat zijn de grootste redenen voor criminelen om een bekend kunstobject te stelen? Volgens Oosterman zijn er verschillende verklaringen voor. Daarom is het heel moeilijk om het motief van een dader vast te stellen. “Het probleem is dat de economische en culture redenen zich vaak met elkaar vermengen. De economische reden voor een diefstal is altijd om er economisch gewin van te behalen, zoals wellicht het geval is bij de juwelen van het Louvre. Deze sieraden worden waarschijnlijk versmolten of verslepen tot iets anders en daarna verkocht. Maar bijvoorbeeld een bekend schilderij kan je niet zomaar verkopen, dat zou veel te herkenbaar zijn. Daar zit dan vaak weer een culture reden achter. De Mona Lisa is in 1911 uit het Louvre gestolen, omdat de persoon vond dat het beroemde schilderij van Leonardo da Vinci weer terug naar Italië moest. Dat is echt een morele overtuiging.”
Hitlers kunstmuseum
De meest sensationele kunstroven uit de geschiedenis hebben vaak het motief dat de dader een eigen privécollectie wil verzamelen. “Dit noemen we het Dr. No-narratief, uit de James Bond films. Dr No was de antagonist die een schilderij in zijn ondergrondse schuilplaats bewaarde”, legt Oosterman uit. “Echter zijn dit vaak Hollywood-achtige gebeurtenissen waar heel weinig bewijs voor is. Het komt daarom ook niet zo vaak voor. De meeste kunstroven hebben een economisch motief en gaan over economisch gewin.”
Wie wel een eigen collectie wilde bezitten, was Adolf Hitler. Veel kunstwerken werden door de nazi’s gedwongen verkocht of geroofd van bijvoorbeeld Joodse families of verzamelaars. Deze werken waren bestemd voor het Führermuseum. Dit museum, wat er nooit is gekomen, moest alle andere musea in de wereld overtreffen. De op een na grootste nazi-verzameling was de privécollectie van de militaire leider Hermann Göring. Hij was een echte verzamelaar in hart en nieren. Hij zocht veel van zijn collectie zelf uit en kocht zelf werken. De concurrentie tussen het Führermuseum en de collectie van Göring was zo heftig dat de kunstprijzen de lucht in schoten.
Met Hitler en Göring als voorbeeld begonnen Duitse bestuurders en militairen hun eigen kleinere verzamelingen te vormen. Ook de Duitse musea breidden hun collecties in de oorlog steeds meer uit. Echter waren de geallieerden tijdens de oorlog al bezig met hoe ze de geroofde kunstwerken die naar Duitsland waren afgevoerd weer terug naar het land van herkomst moesten brengen. In de eerste vijf jaar na de oorlog werden duizenden kunstwerken aan de voormalige eigenaren of hun familie teruggegeven.
Verloren geschiedenis
De verdwijning van de Mona Lisa is een van de meest bizarre kunstroven uit de geschiedenis. Maar volgens Oosterman zijn dit niet de kunstroven waar het om moet draaien. “Ik denk dat het vooral moet gaan over hoe dit soort criminaliteit invloed heeft op de samenleving. Daar ligt eigenlijk het bizarre aspect. De kunstroof in het Louvre is heel spectaculair, maar dat is niet wat er in het dagelijks leven gebeurt. Wanneer kunstwerken verloren gaan of geroofd en verhandeld worden, raken we onze geschiedenis kwijt. Kunstwerken vertellen ons hoe mensen vroeger leefden, dachten en voelden. Als deze werken verdwijnen, verliezen we ook kennis die we in de toekomst niet meer terugkrijgen.”
“Als we kunstroven zo sensationaliseren, staan we niet genoeg stil bij wat het betekent voor de geschiedenis en voor identiteit. Net zoals nu bij het Louvre wordt er vaak gepraat over wat er in het museum is gebeurd, of waarom de dieven het hebben gestolen. Maar daardoor vergeten we te praten over wat de roof betekent voor mensen. Kunst en erfgoed zijn namelijk iets heel menselijks. Kunstroven leiden niet alleen tot financiële schade, maar vooral tot het verlies van geschiedenis en identiteit. Dat is het echte probleem.”
Koloniale kunstroven
De kroon en de juwelen die uit het Louvre gestolen zijn, worden neergezet als Frans erfgoed. Maar de smaragden en parels die de juwelen bevatten, zijn eigenlijk producten van een lange geschiedenis van koloniale winning. De diadeem van koningin Eugénie bevat bijvoorbeeld parels die afkomstig zijn uit de Perzische Golf of de Indische Oceaan.
“Natuurlijk is de diefstal van deze parels en smaragden erg pijnlijk voor het Franse erfgoed”, zegt Oosterman. “Maar wat vergeten wordt is dat het voor de gemeenschappen waar ze oorspronkelijk vandaan komen ook pijnlijk is. Tijdens de koloniale tijd werden objecten meegenomen om in Europa te tonen wat er in de koloniën “te vinden” was en om de superioriteit van het witte ras te bevestigen. De koloniale bevolkingen werden als minderwaardig gezien en de meegenomen voorwerpen moesten dat beeld ondersteunen.”
Moeilijke te meten
Grote kunstroven, zoals nu in het Louvre komen niet vaak voor. Als het gebeurt, haalt het wel altijd de media. Echter blijft het grootste deel van de kunstroven altijd verborgen. In de criminologie heet dat de dark figure: criminaliteit die wel plaatsvindt, maar niet wordt geregistreerd.
“Waar je bij andere vormen van criminaliteit met bijvoorbeeld slachtofferenquêtes kunt schatten hoe vaak iets gebeurt, is dat bij kunstcriminaliteit veel moeilijker. Je kunt veel makkelijker aan mensen vragen of zijn of haar fiets is gestolen het afgelopen jaar, maar bij kunst valt dit gewoon niet te meten. Als er bijvoorbeeld iets uit een archief of depot verdwijnt, wordt dit namelijk bijna nooit meteen geregistreerd. De diefstal wordt vaak pas jaren later ontdekt, als het al ontdekt wordt. Het is dus moeilijk te meten hoe vaak kunstroof echt voorkomt, nu of in de toekomst.”
Bronnen:
Historiek: Roofkunst voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
Hyperallergic: The Louvre Heist Was a Colonial Wake-Up Call










