Hoe IS de geschiedenis misbruikt
Waarom ontstaan conflicten tussen groepen mensen? Waarom willen mensen hun normen en waarden aan anderen opleggen, en dan het liefst aan zoveel mogelijk mensen over heel de wereld? Hoe ontstaan radicale bewegingen, die haat en geweld gebruiken om hun ideeën te verspreiden? En hoe is het mogelijk dat zulke organisaties een grote achterban weten op te bouwen?
Dit zijn kwesties waar academici, politici en journalisten zich over buigen. Het is echter lastig deze vragen zomaar te beantwoorden. Er zijn vele perspectieven en invalshoeken die gebruikt kunnen worden om dit te pogen. In deze longread analyseer ik hoe Islamitische Staat (IS) bepaalde aspecten van de geschiedenis gebruikt/misbruikt om zijn ideeën te versterken en legitimeren. Dit wordt vanuit het perspectief van sociale constructen en framing gedaan.
Mensen hebben sociale constructen nodig om in grote groepen effectief samen te kunnen werken. Een sociaal construct is een concept of perceptie van iets, gebaseerd op een collectief beeld dat ontwikkeld en in stand gehouden wordt door een maatschappij of andere sociale groep. Zonder zulke collectieve sociale (en culturele) constructen valt de ‘gemeenschappelijkheid’ onder grote groepen mensen weg, hetgeen samenwerken moeilijk (zo niet onmogelijk) maakt. Als we ons niet vasthouden aan collectieve ideeën over waar we vandaan komen, wat wel en niet mag, is het moeilijk om in grote groepen te opereren. Deze collectieve ideeën kunnen van alles omvatten, maar enkele belangrijke sociale constructen die bijdragen aan het in stand houden van een maatschappij zijn religie, wetten, en natiestaten. Ook rituelen, het rechtssysteem en landsgrenzen dienen allemaal om een groep mensen bij elkaar en binnen bepaalde kaders te houden. Dit zijn echter geen van alle tastbare, fysieke objecten, maar ideeën – of sociale constructen – waarin men collectief gelooft. Kortom: mensen hebben regels nodig die collectief aanvaard worden, of deze nu vanuit het geloof, recht, of de politiek komen.
Maar verschillende groepen mensen hebben diverse sociale, en culturele, constructen waarin ze geloven. Geloven, wetten, en staten zijn er immers in alle soorten en maten. Bovendien zijn sociale constructen constant aan verandering onderhevig: er ontstaan nieuwe religieuze stromingen, wetten worden aangepast, en grenzen verschuiven. Deze verschillen en veranderingen kunnen leiden tot botsingen. Mensen met uiteenlopende ideeën over eenzelfde onderwerp kunnen in conflict met elkaar raken en soms gaat dit gepaard met geweld. Denk aan disputen over grenzen: sinds men land als eigendom is gaan zien, zijn er conflicten over de grenzen van stukken land. Dit kan een ruzie zijn tussen twee boeren over een paar vierkante meter landbouwgrond, maar ook een grootschalige oorlog om gehele landsgrenzen te veranderen. Maar hoe gaat dit in zijn werk? Hoe krijgen mensen elkaar zo ver om collectief tot geweld over te gaan?
Het is natuurlijk lastig om een eenduidig antwoord te geven op de tot nu toe gestelde vragen. Elk conflict heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis, verloop en intensiteit. In dit artikel leg ik mij specifiek toe op Islamitische Staat, en hoe deze groep haar aanhangers zo ver krijgt geweld te gebruiken. Dit wordt gedaan vanuit de invalshoek van sociale constructen: hoe worden zulke constructen gebruikt door IS? Hoe weet IS religie, wetten, en natiestaten te gebruiken om aanhangers te werven? En hoe gebruikt/misbruikt deze organisatie de geschiedenis om haar ideeën te legitimeren?
Framing: het gebruiken van sociale constructen
Sociale (en culturele) constructen kunnen gebruikt of ontworpen worden voor de specifieke doeleinden van een groep of beweging. Als je mensen jouw perceptie van een idee of concept kunt laten volgen en geloven, kun je invloed uitoefenen op hen en ze in jouw richting sturen. Zo kun je een sociaal construct gebruiken, of zelf creëren, om jouw doelen te bereiken. Het schetsen van een bepaalde voorstelling door middel van beeld- en woordkeuze wordt ook wel framing genoemd. Dit gebeurt zowel bewust als onbewust. Framing wordt veel gebruikt in de politiek en de media. Met zekere woordkeuzes of beeldfragmenten wordt door politici en media een beeld van situaties geschetst dat in hun straatje past. Dit terwijl die situaties, indien gepresenteerd in een andere context, (volledig) anders geïnterpreteerd zouden kunnen worden.
Neem de afbeelding hieronder. Hierin schetst het frame van de camera letterlijk een ander beeld dan wat er zich in het totaalplaatje afspeelt. Bovendien speelt perceptie een belangrijke rol: zien wij op tv de werkelijkheid, of lijkt de schoen van de rennende man nu plots op een dolk? Hiernaast draait het niet alleen om wat er wordt weergegeven, maar ook de woorden die erbij worden gebruikt. Een specifiek onderschrift bij deze afbeelding kan leiden tot een versterking van de verdraaide, geforceerde interpretatie van de werkelijkheid. Zo kan framing door (radicale) bewegingen worden gebruikt om, bijvoorbeeld middels propaganda, haat jegens een bepaalde groep op te wekken en sympathie voor de eigen groep. Met andere woorden, framing wordt gebruikt om een wij-tegen-zij-situatie te creëren. Framing in relatie tot sociale groepen of bewegingen kan worden gezien als middel om actief een betekenis te produceren en in stand te houden voor alle groepen: de betrokkenen (de ‘wij’ groep), de tegenstanders (de ‘zij’ groep), en de omstanders (de rest, mits van toepassing).
Sociale constructen zijn uitermate doelmatig in het creëren van een wij-tegen-zij-context. Neem weer het voorbeeld van (lands)grenzen: ‘wij’ zijn Nederlanders, want wij zijn binnen de grenzen van Nederland geboren. De ‘zij’ groep is dan iedereen buiten deze grenzen. Nationalisme is in essentie een mythe, een verzinsel van de mens dat collectief wordt geloofd, met als doel het ‘wij’-gevoel te versterken. Hiermee wordt automatisch ook de ‘zij’-groep sterk afgezet tegenover de ‘wij’-groep. Ook wetgeving kan dit bewerkstelligen. Neem de discriminerende Jim Crow-wetten in de Verenigde Staten. Deze wetten werden na de Amerikaanse burgeroorlog (toen slavernij ook in het Zuiden officieel werd afgeschaft) aan het eind van de negentiende eeuw ingevoerd om Afro-Amerikanen te segregeren van blanke Amerikanen. Denk hierbij aan gescheiden openbare plekken (de welbekende ‘whites only’ borden bij restaurants, of speciale ‘black’ en ‘white’ toiletten). De segregatie van Afro-Amerikanen heeft tot op heden zijn weerslag op de samenleving: discriminatie is nog steeds zeer problematisch in de Verenigde Staten.
Hoewel religie een verbroederende werking kan hebben en zorgt voor saamhorigheid binnen de geloofsgroep, heeft ze paradoxaal genoeg misschien nog wel het meest tot wij-tegen-zij denken geleid. Binnen religies zijn verschillende stromingen ontstaan, die elkaar soms uitsluiten: denk aan de verzuiling in Nederland, katholieken en protestanten in (Noord-) Ierland, sjiieten en soennieten in de islam. Bovendien ontstaan in religies soms extreme of radicale bewegingen die geen enkele leer accepteren behalve hun eigen strikte interpretatie. Islamitische Staat is één van deze radicale bewegingen, in dit geval radicaal islamitisch. Ook IS gebruikt het wij-tegen-zij-denken als strategie in zijn gebruik van framing. Voordat dit verder besproken wordt is het echter van belang enkele sociale constructen te behandelen die IS als basis van zijn ideologie gebruikt.
Sociale constructen in de ideologie van Islamitische Staat
Sociale en culturele constructen zoals religie, wetten en grenzen zijn precies drie van de speerpunten binnen de ideologie van IS. Allereerst religie: hoewel veel mensen menen dat IS niets met de islam te maken heeft en dat de organisatie de islam slechts als excuus voor de vele wandaden gebruikt, is het onmiskenbaar dat veel van de radicale ideeën van IS voortkomen uit de islam. Dit betekent natuurlijk niet dat een gematigde moslim iets te maken heeft met IS – evenmin als een christen of een atheïst. Het betekent echter wel dat we goed moeten kijken naar de specifieke sociale constructen binnen de islam die IS gebruikt om zijn ideeën te legitimeren en te verdedigen.
De leer van IS valt te scharen onder het jihadi-salafisme. Dit houdt in dat er een zeer strikte fundamentalistische interpretatie van de Koran en Mohammeds overleveringen (Hadith) wordt gehanteerd. IS gebruikt twee van de hoofddoelen van het jihadi-salafisme in zijn ideologie. De eerste is het herstellen van het oude Kalifaat. Dit oude Kalifaat, gesticht na de dood van Mohammed, strekte zich op zijn hoogtepunt uit van het Iberisch schiereiland via Noord-Afrika en het Midden Oosten tot de grenzen van het huidige India in Centraal-Azië. Ook behelst het jihadi-salafisme het purificeren van het geloof: de enige geldige versie van de islam (en in principe ook geloof in het algemeen) is de versie die IS voorstaat. Alle andere versies zijn niet puur en moeten dus verdwijnen. De extreme leer van IS bestaat uit religieuze constructen en interpretaties hiervan die dienen om de ideologie en doelen van IS te legitimeren en te versterken.
Het tweede speerpunt van Islamitische Staat is de naleving van shariawetten. Binnen de ideologie van IS behoort het streng toepassen van de sharia, oftewel de islamitische wetgeving, in het gebied waar IS heerst. De strikte handhaving van islamitische wetgeving wordt in het Westen als bijzonder draconisch beschouwd (zware lijfstraffen, geen alcohol, etc.). Voor de radicale beweging IS is de sharia echter de enig geldige wetgeving: de organisatie vindt de wetten in Europa op haar beurt mild. Naast dat dit een kwestie van perspectief en interpretatie is, zijn zowel Europese wetten als shariawetten sociale constructen: ze bestaan in onze collectieve verbeelding en dienen om een groep bijeen te houden (in dit geval binnen de grenzen van de betreffende wetgeving) en hiermee samenwerken effectief te maken. Het feit dat IS een strikte handhaving van de sharia doorvoert, resulteert echter in praktijken die mensenrechten schenden en angst inboezemen. Dit is één van de redenen waarom de wereld zich tegen IS heeft gekeerd.
Het laatste significante onderdeel van de ideologie van IS behelst het sociale construct van de natiestaat en de mythe van nationalisme. Op dit vlak lijkt IS zich in zekere mate bewust te zijn van het feit dat grenzen sociale constructen zijn. De organisatie zet zich namelijk af tegen de huidige grenzen van het gebied waarin ze actief is: Syrië en Irak. Volgens IS zijn de grenzen een verzinsel van de westerse koloniale machten Engeland en Frankrijk aan het begin van de twintigste eeuw. Om zijn doel te bereiken breekt IS met deze grenzen: het Kalifaat moet wereldwijd geldend worden en kent daarom geen grenzen. Maar, stel dat IS het oude Kalifaat weet te herstellen, heeft ook dit grenzen. Ondanks dat IS zich dus afzet tegen de door het Westen gelegitimeerde grenzen, geloven aanhangers wel in de sociale constructie van grenzen. Desalniettemin zet IS zich ook af tegen nationalisme als zodanig: in de leer van Islamitische Staat is de islam overkoepelend, en het geloof als zodanig kent geen (lands)grenzen. Voor IS is nationalisme dan ook taboe.
Een goed voorbeeld waarmee IS zich openlijk anti-nationalistisch opstelt, is hoe het over de ‘Arabische Lente’ denkt. IS meent dat de ‘landen van de moslims’ zijn verdeeld in nationalistische staten door Europese mogendheden (specifiek: door afspraken die Britse en Franse politici in de vroege twintigste eeuw maakten).[1] Volgens IS is nationalisme dan ook een westers verzinsel. De organisatie keurt de ‘Arabische Lente’, waarin diverse Arabische landen regeringen omver wierpen om meer democratie te bewerkstelligen, af. De protesten zouden simpelweg een uiting van nationalisme zijn: er wordt met vlaggen van de betreffende landen gezwaaid, waarmee nationalisme openlijk wordt aangemoedigd. Die vlaggen representeren immers de landen, de landsgrenzen, en daarmee het nationalisme.
Islamitische Staat en framing
Hoe gebruikt IS framing om ideeën over te brengen op anderen? Met andere woorden: hoe vertellen de aanhangers van IS hun versie van de waarheid? En hoe gebruiken/misbruiken zij de geschiedenis om deze waarheid te legitimeren? IS maakt veel gebruik van een wij-tegen-zij-frame zoals hierboven uitgelegd. Een heel specifieke groep wordt ingesloten, namelijk degenen die de radicale interpretatie van de islam die IS volgt accepteren, en de rest van de wereld wordt hiermee bewust buitengesloten. Dit wordt benadrukt door propaganda te verspreiden waarin IS een negatief beeld schetst van andere groepen. Hier zijn onder anderen Europeanen het slachtoffer van, maar ook christenen, Joden en het Westen als zodanig. Europeanen – of westerlingen in het algemeen – worden bijvoorbeeld consequent ‘kruisvaarders’ genoemd in propaganda van IS. Hierdoor associëren sommige mensen moderne Europeanen met de kruisvaarders die in de elfde, twaalfde en dertiende eeuw herhaaldelijk en langdurig oorlog voerden tegen moslims.
Ook het koloniale verleden wordt opgehaald: de hedendaagse grenzen van Irak en Syrië zijn volgens IS een samenzwering van de Franse en Britse rijken. Begin twintigste eeuw hebben de Britten en Fransen het gebied verdeeld en de grenzen getrokken. Dit is één van de redenen dat IS zo fel anti-Europees, of antiwesters, is. Bovendien wordt uit beeldfragmenten duidelijk hoe ver de haat tegen de ‘westerse’ landsgrenzen in het Midden-Oosten gaat. In één van de propagandavideo’s van IS, genaamd The End of Sykes-Picot, is een woordvoerder van IS te zien die bij de grens tussen Syrië en Irak staat. Hij vertelt dat IS deze landsgrenzen nooit zal erkennen en zal vernietigen. Vervolgens stapt hij symbolisch op een grensbord om hier kracht bij te zetten. Dit is een duidelijk voorbeeld hoe het anti-nationalisme van IS door middel van framing wordt gepropageerd.
In een recent fragment uit De Wereld Draait Door (2 september 2016) legt Beatrice de Graaf, terrorisme-expert en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, uit hoe IS een geloofsoorlog tussen het christendom en de islam probeert te ontketenen. Na een zomer met een piek in aanslagen en het uitschakelen van IS-kopstuk al-Adnani ziet ze de toekomst onzeker in. Wat gebeurt er als IS al zijn gebied verliest, maar de ideologie in leven blijft? Bovendien benoemt ze een zorgwekkend punt uit de laatste editie van het tijdschrift van IS, Dabiq. Hoewel IS grond lijkt te verliezen, zet het nu in op een geloofsoorlog waarin voornamelijk tegen het christendom wordt gepropageerd. De meest recente editie van Dabiq heet ‘Breaking the Cross’, ofwel: het breken van het kruis. Dit is een voorbeeld hoe IS woord (en beeld) gebruikt om een wij-tegen-zij-situatie te creëren tussen moslims en christenen.
Hoe leidt dit alles dan uiteindelijk tot collectief gewelddadig handelen? Door bepaalde sociale constructen te gebruiken om een wij-tegen-zij mentaliteit te framen, lopen spanningen hoog op. IS is in staat om aanhangers te rekruteren met behulp van deze frames. Hierin speelt propaganda een grote rol: het magazine Dabiq en propagandavideo’s als The End of Sykes-Picot zijn gemakkelijk online te vinden, waardoor IS een wereldwijd bereik heeft. Dit kan uiteindelijk resulteren in gewelddadig handelen van lone wolfs: mensen die de ideologie van IS zijn gaan volgen en vervolgens besluiten om een aanslag te plegen. Afgelopen zomer is hier helaas ook weer sprake van geweest. De vrachtwagen in Nice en de steekpartij in de trein in Duitsland zijn hier slechts twee voorbeelden van. Daarnaast zijn er ook ‘Syriëgangers’: mensen die door de invloed van IS besluiten om naar het conflictgebied te reizen om zich in de gelederen van de organisatie te mengen. Sociale constructen en framing kunnen dus direct gebruikt worden voor het toepassen van geweld.
Conclusie: hoe gebruikt IS geschiedenis?
Waarom ontstaan radicale bewegingen, hoe krijgen zulke organisaties een grote achterban, en hoe krijgen ze mensen zo ver om collectief geweld te plegen? Één van de antwoorden op deze vragen is door het gebruik van framing en sociale constructen. IS maakt veel gebruik van propaganda om een wij-tegen-zij mentaliteit te scheppen, waarin zijn extreme leer tegenover gematigden, andersgelovigen, Europeanen, Westerlingen en vele andere groepen wordt gesteld. Hierin maakt IS ook dankbaar gebruik van zowel bekende als minder bekende episodes uit de (westerse) geschiedenis. Het islamitische Kalifaat uit de zevende eeuw, de kruistochten uit de elfde, twaalfde en dertiende eeuw, en de imperialistische en kolonialistische periode van West-Europese mogendheden worden allemaal opgehaald om de ideologie van IS te versterken en te legitimeren. De geschiedenis wordt dus gebruikt om de versie van de waarheid van IS te vertolken. Bovendien leidt het propageren van deze waarheid tot het aantrekken van volgelingen over heel de wereld, wat op zijn beurt weer leidt tot gewelddadig handelen in naam van IS. Het mag dus gerust gezegd worden dat IS de geschiedenis misbruikt om geweld en haat te verspreiden. Nu rest nog waarschijnlijk de meest lastige vraag van alle: wat is hier tegen te doen?
Alwyn Voogd (1993) zit momenteel in de afrondende fase van zijn bachelor Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Gedurende zijn bachelor heeft hij zich voornamelijk gespecialiseerd in Globalisering (verdiepingspakket) en Conflict Studies (minor). Om zijn bachelor af te ronden gaat hij in september 2016 een semester studeren aan de Universiteit van Birmingham in Engeland. Hier hoopt hij nog meer relevante kennis op te doen op het gebied van de internationale betrekkingen. Vervolgens wil hij in september 2017 beginnen aan de master Conflict Studies and Human Rights in Utrecht. Voor de tussenperiode is hij nog op zoek naar een relevante stage.
Dit stuk verscheen eerder op de website van Jonge Historici. Op de hoogte blijven van onze publicaties en activiteiten? Kijk dan hier:
www.jongehistorici.nl
Facebook.com/jongehistorici
https://issuu.com/jongehistorici
Twitter: @JongeHistorici