Idi Amin wordt president van Oeganda
Kampala 1971 - Idi Amin pleegt een staatsgreep. De oude dictator, Milton Obote, wordt, op 25 januari 1971 ingeruild voor een nieuwe tiran, Idi Amin. De acht jaar die volgen kenmerken zich door marteling, moord en terreur. Amin kreeg de veelzeggende bijnaam ‘de Oegandese slager’.
Oeganda werd onafhankelijk van Britse heerschappij in 1962. Dat jaar werden er verkiezingen gehouden en kwam er een coalitieregering met Milton Obote als minister-president. De democratische ambities hielden geen stand. Het regime vormde zich gaandeweg om tot een dictatuur. Het parlement kwam erachter dat Obote, en zijn chef van de generale staf: Idi Amin, zich schuldig hadden gemaakt aan goudsmokkel. In reactie hierop pleegde Obote een staatsgreep en stelde hij het parlement buiten werking.
De UPC, de Uganda People’s Congress, werd de enige partij. Obote’s regime werd omschreven als dictatoriaal en barbaars, allerlei mensen werden geterroriseerd, vermoord en gemarteld. Vooral zijn geheime politiedienst, de General Service Unit, was immens gruwelijk. Tegelijkertijd met de ellende van bovenaf, kampten de inwoners van Oegande met voedseltekorten en economische achteruitgang. Obote zelf voerde het socialisme door en stelde het manifest van de gewone man op.
Tijdens een trip naar Singapore, greep het leger onder leiding van Idi Amin de macht. De nieuwe bewindsman werd tevens dictator. Idi Amin wordt beschouwd als de meest beruchte van alle Afrikaanse presidenten. Schattingen van het aantal levens dat onder zijn bewind zijn gesneuveld lopen uiteen van honderdduizend tot een miljoen.
Naast het plegen van massamoorden, stuurde hij alle Aziatische minderheden het land uit. Dit waren voornamelijk entrepreneurs geweest en de verbanning had grote economische schade tot gevolg. Amin’s schrikbewind kwam ten einde door een oorlog met Tanzania. Echt beter ging het vervolgens niet, Obote kwam namelijk weer aan de macht.
